661
De veiligheidsregisseurs. Er was al afgesproken dat er achteraf verantwoord wordt richting de raad.
Dat is wat ons betreft voldoende. Dus dat zullen wij ook niet steunen.
Toeristenbelasting. Ik heb even snel een rekensommetje gemaakt maar volgens ons levert het
gewoon netto heel weinig op. En als het gaat om het terug dringen van administratieve lasten bij
ondernemers, kun je je toch ook afvragen of dit een goede zaak is. Dus op dit moment hebben wij
er geen behoefte aan.
Coalitieoverleg. Wij zijn heel goed als coalitie in staat om zelf te bepalen wanneer wij
coalitieoverleg hebben.
Een visie op de toekomst van de WMO. Dat laten wij graag aan de beleidsmakers in Den Haag
over.
Sprint lijkt ons helder en het Jan Ingenhouszplein ook.
Dus dan ben ik aan het eind van mijn betoog.
DE VOORZITTER:
De heer Hardorff tot slot en dan gaan we naar de volgende.
DE HEER HARDORFF:
Even nog een opmerking want ik kan het niet laten. Het is natuurlijk niet voor niks geweest dat wij
vier weken geleden in de commissie er zo uitdrukkelijk over gesproken hebben. De heer Lips is
zelfs als eerste spreker met een voorstel gekomen met de woorden: dit gaan we regelen. Beloofd is
beloofd. Er is geen woord veranderd met betrekking tot de informatie van de wethouder en met
betrekking tot het investeringsbudget. Nu snap ik waarom u zo graag wilde dat de
raadsvergaderingen niet meer te zien zijn want dit is echt beschamend eigenlijk tegenover de
mensen die dat thuis zitten te bekijken. Dit zijn nou de dingen die het vertrouwen in de politiek tot
het nulpunt laten dalen.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, en dit vind ik beschamend want de Partij van de Arbeid heeft net als alle andere fracties
in gezamenlijkheid besloten dat vanwege de bezuinigingen op het raadsbudget de
raadsvergaderingen niet meer via de televisie te zien zijn. Punt.
DE VOORZITTER:
Ik geef het woord nu aan de heer De Beer, fractievoorzitter D66.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, ik heb eigenlijk in de eerste termijn onze D66 visie heel duidelijk neergezet en daarbij
ook duidelijk aangegeven waarom wij ons kunnen vinden in deze begroting. Ik heb daar in deze
termijn niet veel nieuwe zaken aan toe te voegen, behalve dan om te melden dat ik de reactie van
het college uitstekend vond. Ik denk dat heel duidelijk is gemaakt dat cultuur hier in deze stad
ilig is en dat we daar hele goede stappen in zetten en dat ook de kracht van cultuur heel goed
tot uiting is gekomen.
We hebben ook gezien dat het college de ambitie voor het voortijdig schoolverlaten heel ambitieus
op pakt en dat we daar ook een beleidsvisie gaan verwachten.
En wat ik ook belangrijk vind voorzitter, in het debat in de eerste termijn van onze fracties vanuit
de raad, vond ik dat het besef van de financiële situatie nog wat onvoldoende naar voren kwam. En
die hoorde ik in de beantwoording van het college weer, heel goed op een rij gezet, nadrukkelijk
doorklinken. En de rode draad daarin is eigenlijk: als we niet op passen, zijn de reserves niet meer
toereikend om niet onder preventief toezicht te komen. En dat is de huidige situatie. Dat is nou
precies de situatie waardoor we nu dus niet naar aanvullende investeringen kunnen gaan. En dat is
waarom we op een hele sociale en rustige manier naar die bezuinigingen moeten kijken.
Als we dan kijken naar de beeldvorming die is neergezet, dan is het met name een focus op
armoedebeleid. En dan wil ik toch nog maar eens gezegd hebben, - ik geloof dat de heer Akinci het
in de eerste termijn ook al noemde, - dat een kwart van onze begroting in deze gemeente nog
steeds naar de sociaal zwakkeren gaat, dat we die ten bate daarvan inzetten: 129 miljoen euro van
de 516 miljoen euro.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter,
DE HEER DE BEER:
Dus die 22 miljoen....
MEVROUW HAAGH:
Mag ik hier even een opmerking bij plaatsen want