612
MEVROUW HAAGH:
Misschien had u ze even kunnen bellen.
Misschien een ander interessant onderwerp want u noemt. U heeft het over minder overheid,
optimale dienstverlening en als overheid niet overal op zitten. En dat zal ik nou eens even
combineren met die kwetsbare groepen, bijvoorbeeld over de langdurigheidstoeslag. Er wordt flink
gekort, ook voor mensen met kinderen. Ook de gezinnen krijgen keihard de klappen om de oren.
En wat gebeurt er, wat is de uitleg? Ja, ze worden niet helemaal gekort, misschien kan het wel via
de bijzondere bijstand. Meer overheid dus, daar zit de overheid boven op, daar moet de overheid
alles weten, daar moeten zij weer op hun knieën om iets gedaan te krijgen. Is dat wat u bedoelt
met betere dienstverlening en minder overheid in dit geval?
MEVROUW VERKUYLEN:
Daar wil ik nog even twee dingen over zeggen.
Ten eerste is de langdurigheidstoeslag in eerste instantie een structuurverandering, en een goede
structuurverandering. Want wat wij niet sociaal vinden, - en nou ga ik misschien iets heel hards
zeggen -, is mensen zonder meer een zak met geld toe stoppen en zoek het maar uit. En het leuke
en het goede van de langdurigheidstoeslag is dat je inderdaad dat contactmoment hebt om op
maat te kijken wat iemand nodig heeft. En het is wat ons betreft niet zo asociaal als om mensen
inderdaad af te schrijven met: je kan niks en hier heb je je onderhoud en dat is het. Iedereen kan
iets en iedereen gaat ook iets doen wat ons betreft. En daar is juist de langdurigheidstoeslag en de
wijziging die daarin wordt voorgesteld een heel goed voorbeeld van. Het komt ook uit het
rekenkamerrapport over re-integratie. De grote klacht is dat mensen zich niet gezien en gehoord
voelen. Ze voelen zich in een systeem en geen individu dat wel iets kan. Ze voelen zich een
nummer.
DE VOORZITTER:
Goed. Anderen nog? Vragen of interrupties?
De heer Van Lunteren tot slot.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Nog even doorgaand op dit punt: u zegt dan komen ze bij het loket en dan kunnen we maatwerk
bieden. Nou, stel dat er onder die groep, want het is natuurlijk al een hele uitgemergelde groep die
al tienduizend keer geherindiceerd is, dus de mensen die daar komen, kunnen al bijna niet meer
werken. Maar stel dat er een paar tussen zitten, heeft u daar dan banen voor? Welke garantie gaat
u die mensen geven dat u ze aan het werk helpt? Zonder geld kunnen ze niet leven en daarom
moeten ze aan het werk. Maar heeft u die banen? Zijn die banen er?
MEVROUW VERKUYLEN:
Dat is de investering in de economie die wij eigenlijk heel erg belangrijk vinden. Maar wij vinden
niet alleen werk een belangrijke manier om maatschappelijk mee te doen maar ook allerlei andere
zaken die participatie bevorderen, dus ook vrijwilligerswerk.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Maar daar krijgen ze geen geld voor en dat levert geen brood op de plank.
MEVROUW VERKUYLEN:
U doet net alsof sociaal alleen maar geld is en dat vind ik zo mager en zo kaal. Er is deze week nog
een onderzoek van het CBS verschenen waarin staat dat mensen niet gelukkig worden van geld,
mensen worden gelukkig van aandacht.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja, daar hebben ze wat aan.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Haagh. Even, gezien de tijd: nog anderen onder u? Dan tot slot mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Mensen worden niet gelukkig van geld maar van aandacht. Ik houd hem vast vanavond. Ik ben
benieuwd hoeveel van de mensen die nu zulke harde klappen krijgen die mening met u delen. U
noemde net dat het een belangrijke investering is in de economie. Ik hoor graag welke investering
dat is want die ben ik even niet tegen gekomen.
MEVROUW VERKUYLEN:
Volgens mij gaan wij toch het nodige in bedrijventerreinen investeren bijvoorbeeld.