708 - '«.lie vf' W V. TWEEMINUTEN DEBAT. DE VOORZITTER: Eerst wil ik mijn dank aan mevrouw Van Hasselt uitspreken voor het waarnemen van het voorzitterschap. Ik nodig nu de heer Van Lunteren uit om even een toelichting te geven en dit te introduceren. Gaat uw gang. Even voor de orde: het tweeminutendebat. Ieder raadslid, omdat het de eerste keer is dat we dit toepassen, kan vragen om onderwerpen op de agenda te plaatsen om met de raad, met de raad dus, hierover te debatteren. Het betreft een onderwerp dat niet op de agenda staat Een raadslid dat een tweeminutendebat wil voeren, dient hiervoor minimaal vier uur voor de vergadering een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in te brengen bij de voorzitter. De raad neemt bij het vaststellen van de agenda een beslissing ten aanzien van het verzoek. Van elke fractie voert slechts een lid in een termijn het woord, voor ten hoogste 2 minuten. Daarna heeft de vraagsteller het laatste woord. Het woord is aan de heer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Dank u wel voorzitter. We hebben de primeur. Ik ben blij verrast. Ik had gedacht: de andere fracties zullen daar wel volle bak op ingaan. Twee minuten vrije speelruimte, zo maar in de raad. Maar blijkbaar niet. Er gebeurt toch genoeg in de stad, zou je denken. We hebben ons suf gepiekerd wat we nou eens op de agenda zouden zetten. We moeten toch meedoen. Mijnheer De Beer was zelfs zo nieuwsgierig dat hij me al binnen 5 minuten belde. Ik was bijna te laat. Vijf minuten voor half vier diende ik het in en om half 4 belde hij me al op. Dus ik zal hem ruim bevragen. Ik wilde het graag in het openbaar met de raad ook eens hebben over de transparantie van bestuur. @Breda ademt toch de gedachte van het primaat ligt bij de raad en de inwoners van Breda moeten actueel en goed betrokken zijn. Dat is allemaal prachtig. De SP gaat daar graag volle bak in mee. Dat zal u ook zijn opgevallen. Nu zijn we een halfjaartje bezig en de fractie loopt toch tegen heel wat muren op. Ik hoorde net ook nog dat het actueel moet zijn. Nou mooi actueel, - ik zal positief beginnen, - is dit bericht in de krant. Ik kon niet blijer zijn met de burgemeester deze week. Hij gaat zich toch openlijk uitspreken voor de politie. Maar een week geleden kreeg ik nog antwoord op vragen van diezelfde burgemeester dat hij het allemaal maar in Den Haag vond liggen en dat hij zich er eigenlijk niet voor zou uitspreken. En nu krijgen we in de krant te lezen dat hij zich daar toch hard voor maakt. Hartstikke goed. Ik ben daar hartstikke blij mee. Hulde voorzitter, als u de burgemeester spreekt, dank aan de burgemeester, geweldig. Maar het geeft wel aan dat de beantwoording hier en daar niet helemaal overeenkomt met wat het college doet. En dat gebeurt zo vaak dat we antwoorden krijgen die zo summier zijn of zo weinig helderheid geven, dat we ons daar zorgen over maken en een vervolgvraag moeten stellen. Dat is zonde van onze tijd maar ook zonde van de tijd van de ambtenaren. Die hebben wel wat beters te doen dan onze vragen te beantwoorden, zou je denken. Dus als het in een keer goed gebeurt, is dat in een klap raak. Bijvoorbeeld digitale dienstverlening, ook de vraag bij de begroting. Ik hoor graag van de oppositiepartijen met name of zij dat nou ook herkennen of dat het alleen maar iets van de SP is en natuurlijk ook van mijnheer De Beer wat hij daar nou van vindt. Ik hoor ook graag van het college. Er ontbreken ook nog wel wat stukken. Michiel Spekkers heeft zich de afgelopen tijd als digitaal raadslid door het leven proberen te werken. Dat is hem niet gelukt. Er ontbreken nogal wat stukken. Het doorklikken gaat moeizaam als je op de agenda klikt. En als het Michel al niet lukt, - dat is toch de wizzkid een beetje van de raad, als ik hem zo mag noemen, - dan moet het voor de gewone sterveling in Breda natuurlijk helemaal onmogelijk zijn. Excuus, voor degenen die ik hiermee nou beledig maar het is wel zo dat het voor de stervelingen in Breda dus helemaal onmogelijk wordt om dat te doen. Je zou toch denken, als we transparant willen zijn dan moet dat toch ook voor de burger zijn. Ik neem aan dat de oppositiepartijen dat met mij eens zijn dat alles openbaar moet zijn en natuurlijk ook mijnheer De Beer graag daarover aan het woord. Het laatste puntje van aandacht: veel voorstellen zijn ook wel eerder in BN De Stem te lezen dan in de raadstukken en nog erger, wethouder Meeuwis had laatst al een brief aan de mensen verzonden voordat de raad ook maar iets had gezegd over de langdurigheidstoeslag, laat staan dat we erover besloten hadden. Die brief lag al bij de burgers. Zo werkt het toch niet denk ik dan. Als het gaat over transparantie en dat we als raad erbij betrokken worden, dan zou je toch zeggen: we moeten aan het woord, zo werkt het niet. Het is een beetje een retorische vraag maar ik hoop dan ook misschien op een beetje een retorisch antwoord van de oppositie en mijnheer De Beer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 6