710 In de andere helft herken ik me niet, over het beantwoorden van vragen. Het is toch een beetje een sfeer alsof we dingen zouden regelen achter de schermen en in werkgroepen. Daarin sluit ik me aan bij de heer De Beer. Ik kan natuurlijk nooit uitsluiten dat ze er niet zijn. Maar dan zit ik er ook niet bij. En daar kan ik me, gezien de voorstellen die ik zie, niet zo heel erg veel bij voorstellen. Volgens mij komen die gewoon allemaal uit de raad, uit akkoorden, en uit behandelingen hier. U hebt het ook nog over de manier waarop vragen beantwoord worden. Het is natuurlijk wel zo dat vragen aan het college in de ogen van de VVD bedoeld zijn om dingen aan de kaak te stellen die nu spelen. En als het echt gaat om informatievoorziening, verwacht ik niet van het college dat zij hele dossiers mee leveren. Daar hebben we op de griffie ook uitstekende mensen voor om ons daarbij als raad te ondersteunen als het gaat om de vergaring van feiten. U zegt ook dat het soms een verspilling van de tijd van ambtenaren is. Dat gevoel heb ik ook wel eens als ik sommige vragen voorbij zie komen, - niet specifiek van uw fractie hoor, - maar ik denk dat we dat over en weer allemaal wel eens hebben. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Anderen nog? De heer Akinci. DE HEER AKINCI: Voorzitter, dat het college in gesprek gaat met de stad en daarbij soms mensen eerder informeert dan de raad, dat lijkt me op zich niet zo'n probleem. Dat noem ik een pro actieve benadering, als maar duidelijk is waar de beslissingen uiteindelijk genomen worden. Dat past bij het klimaat in de raad. De heer Van Lunteren heeft het over de transparantie in bestuur. Dan wil ik daar wel een ander aspect van belichten en dat gaat over de politieke waarachtigheid van de raadsleden zelf, van ons, 39 politici in de raad. We moeten eerlijk zijn naar bewoners in de stad toe, we moeten prioriteiten durven stellen en af en toe ook nee durven zeggen, zeker in een tijd waarin de bomen niet meer tot aan de hemel groeien. En als wij de Bredanaars echt willen bedienen, dan vraagt dat volgens mij ook om een nieuwe lans in het politieke debat, een inhoudelijk debat met elkaar en niet alleen maar verwijten die over en weer vliegen. En laat ik dan de hand ook in eigen boezem steken, maar niet exclusief want ik denk dat meer mensen zich daar schuldig aan gemaakt hebben de afgelopen week. En de begrotingsraad was niet het beste voorbeeld. Datgene wat ik net al genoemd heb, het maken van verwijten over en weer, daar heeft de Bredanaar niets aan. Ik wil iedereen in de raad, oppositie en coalitie, uitnodigen om daar waar het gaat om de uitwerking van bepaalde maatregelen, het debat genuanceerd met elkaar te voeren. Dat is, wat mij betreft, transparantie en openheid van de Bredase politiek naar de bewoners van de stad. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Mevrouw Verkuylen, CDA. MEVROUW VERKUYLEN: Dank u wel voorzitter. Complimenten aan de heer Van Lunteren dat hij het gewaagd heeft om hier de spits af te bijten. De discussie nu doe me eraan denken dat we hierin toch wel moeten leren. Want ik vraag me inderdaad af of dit onderwerp zich nu wel leent voor het tweeminutendebat waar absoluut ook een stukje urgentie achter zou zitten. En of zich dat nu leent voor deze vergadering, is voor mij even de vraag. Het geeft in ieder geval een kapstok tot allerlei verhandelingen waarvan ik denk: wat voegt dat aan dit onderwerp toe? Maar goed, dan wil ik toch ook even een duit in het zakje doen wat dat betreft. U heeft het voor een deel over processen en systemen en daar kunnen altijd zaken aan verbeteren. Ik heb zelfde afgelopen periode gezien dat er in de informatievoorziening aan de raad een heel stuk verbetering is. Ik wil daarbij de griffie het compliment geven dat ze daar een hele duidelijke constructieve rol in hebben gespeeld en ook een stuk snelheid in hebben gebracht. Ik zie het college ook met een ongelooflijke snelheid artikel 41 vragen beantwoorden. Wat dat betreft, is dat een stuk daadkracht. Ik zie ook de mensen van de pers snel en adequaat dingen oppakken. Als je het hebt over de kwaliteit van het democratisch proces daarin, zie ik absoluut een stijgende lijn. Maar dingen kunnen altijd verbeterd worden, wat ons betreft. En daar willen we best een keer met u over doorpraten. DE VOORZITTER: De heer Stubenitsky, Leefbaar Breda. DE HEER STUBENITSKY: Dank u wel voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 8