759
Bereikbaar wonen blijft een issue. Je kunt daar volgens mij aantallen voor opnemen in aantallen of
in een percentage omdat wij denken dat doorstromen en scheef wonen moeilijke gegevenheden
zijn. Tien jaar geleden was dat al de wens van de toenmalige wethouder van de VVD. Feitelijk is
daar nooit wat van terecht gekomen.
Initiatieven op bereikbaar bouwen....
DE VOORZITTER:
Wilt u afronden?
DE HEER VUIJK:
zullen wij ook altijd steunen.
DE VOORZITTER:
Goed. Wij kunnen op u rekenen. Dat is ook heel belangrijk uiteraard. Mijnheer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u voorzitter. Afgelopen zomer zijn we op werkbezoek naar de Moerdijk geweest en naar de
Maasvlakte. Het was zeer indrukwekkend wat we daar gezien en vooral gehoord hebben. Vooral
toen we tijdens ons bezoek aan het havenkantoor van de havenbazen te horen kregen dat Breda
als toekomstig woon- en recreatiegebied heel belangrijk was. Rotterdam biedt werkgelegenheid en
Breda biedt een mooie, leuke, culturele woonomgeving. Twee weken geleden kwam de
commissaris van de Koningin in een bijzonder prettig gesprek ons nog eens vertellen in wat voor
belangrijke positie Breda ligt ten opzichte van Rotterdam en Antwerpen. En dan komt er een
gedeputeerde zeggen dat we geen 20000, geen 10000, maar slechts 7000 woningen mogen
bouwen in de komende 10 jaar. Hier begrijpen wij werkelijk helemaal niets van. Je moet bouwen
waar de markt om vraagt en dat is heel wat meer dan die 7000 woningen voor de komende 10
jaar. En dan praat ik al helemaal niet over die slechts 179 betaalbare huurwoningen. Daarom sluit
ik me volkomen aan bij de oproep van de heer Lips in de commissievergadering en nu ook om de
provinciale collega's te benaderen en hen op te roepen er een partijprogrammapunt van te maken
voor de verkiezingen. Sterker nog, ik heb geen enkele provinciale binding, maar ik geef mijn stem
aan die partij die mij als eerste zwart op wit kan laten zien dat zij meer te bouwen woningen in de
komende 10 jaar in hun verkiezingsprogramma heeft staan. Ook mijnheer Van Lunteren, als dat
voor het eerst van mijn leven op de SP is.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik ga ontzettend mijn best doen mijnheer Stubenitsky.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mijnheer Van Lunteren, SP.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Met een dergelijke toezegging kan ik alleen maar vrolijk beginnen, voorzitter.
De discussie is gevoerd, een gezamenlijk kader is gesteld door de raad. De vraag is nu wat er van
terecht komt. Uit de commissie houd ik zelf toch het gevoel over dat eigenlijk alles nog wel een
beetje open is. We gaan vraaggericht bouwen, er zijn een aantal dingetjes een tijd uitgesteld maar
alles kan in principe. En dan wil ik de wethouder vragen wat dan precies vraaggericht is. Wat
bepaalt nou de vraag? De wachtlijst bij de woningbouwcorporaties? Of de glossy folder van de
projectontwikkelaar? Of het filmpje wat ik gisteren op Breda Vandaag ineens voorbij zag komen
met oesters en parelkettingen?
Wethouder, dichten van het verlies van het Grondbedrijf, gaat dat nou boven het maatschappelijk
belang of gaat het maatschappelijk belang nou boven het verlies van het Grondbedrijf in alle
keuzes die we maken?
Voorzitter, er gloort toch wel hoop. Ik had een hele andere tekst ook over het CDA. Maar ik heb die
vanmiddag bij moeten stellen want blijkbaar houden ze toch woord. Hulde mijnheer Lips. Het zou
te gek zijn als we vandaag toch een norm kunnen laten vast stellen voor het aantal of een
percentage woningen in de sociale sector. Dat scheelt een hele hoop tekst voorzitter. Dat is winst.
Top mijnheer Lips.
Dan kan ik naar Bob de Bouwer of Bob de Sloper. Die vraag werd ook in de commissie gesteld. De
wethouder klonk toch niet zo stellig als het coalitieakkoord beloofde. Daar werd toch duidelijk
gesteld: we gaan veel minder slopen. En ik bespeurde bij de wethouder toch weer een kiertje dat
het anders zou kunnen worden. Het was een van de weinige puntjes in het coalitieakkoord waar we
het mee eens waren. Het zou dus wel leuk zijn als dat overeind bleef. Want alleen dat zet zoden
aan de dijk als het gaat om bereikbare woningen. Bent u bereid om in overleg met de corporaties