762 DE HEER HARDORFF: Dank u wel voorzitter. Ik zal proberen het kort te houden. We praten vandaag inderdaad, nadat we dat vorige week zeer uitgebreid gedaan hebben, over het collegestuk Koers gezet. En uiteraard denken wij dan na over de vraag: zijn wij ontevreden over dat wat het college aan ons voorlegt? Het antwoord is: lang niet in alle opzichten. Zeker op een aantal punten is knap werk geleverd. Aan de andere kant zien we toch ook wel dat op een aantal punten wel degelijk de kop een klein beetje in het zand wordt gestoken. En daar ga ik zo meteen ook op in. Het lijkt ons in ieder geval goed om vandaag als raad, ook gezien het werk wat wij met de werkgroepen en met de raadscommissie gedaan hebben, om een aantal punten op de i te zetten, een aantal extra accenten in de vorm van moties en amendementen. U heeft het aantal gezien, dus wij zijn niet de enigen die die mening zijn toegedaan. Wat wij in ieder geval belangrijk vonden om aan te geven, is dat wij heel erg in de positie van de raad willen blijven en niet in die van het college willen treden. Dus geen monopolie spelen maar formuleren van de spelregels. Op de aantallen zal ik niet ingaan. Daarin kan ik me aansluiten bij een aantal opmerkingen die gemaakt zijn en waar we wellicht in de tweede termijn in een reactie op moties nog op in gaan. Ik wil eigenlijk drie onderwerpen even kort aanraken: zorg, sloop en maatschappelijke doelen. Met betrekking tot zorg is het dus een uitdaging die niet te onderschatten is, namelijk de ouder wordende samenleving van Breda en de toenemende vraag naar zorg die wij de komende 20, 25 jaar gaan krijgen in deze stad. En het college reageerde daarop in de raadsbrief, naar aanleiding van het verslag van de werkgroep, naar onze indruk een beetje bagatelliserend. Wij zouden zeggen: gebruik de kennis in de stad en bij allerlei partijen, zorgvragers en zorgaanbieders, maak een plan met visie, maar ook een plan met locaties en een cijfermatige onderbouwing. Want de Partij van de Arbeid wil zorg dicht bij de mensen, zelfstandig waar kan, maar intensief en betaalbaar waar nodig. Wij hebben samen met D65 een motie voorbereid en we zijn erg content dat die ondertussen ook door meerdere partijen ondertekend is en eigenlijk al op een meerderheid kan rekenen. En zelfs de wethouder had hem eigenlijk al overgenomen maar, zoals ook gezegd, om ook het werk van de werkgroep te markeren, vonden we het toch goed om dat nog een keer als raad uit te spreken. Het tweede onderwerp, sloop, ligt gevoeliger. Er moet gezegd worden dat de Partij van de Arbeid niet categorisch tegen sloop is. Maar waar je het doet, moetje het wel doordacht doen want het kan inderdaad een bijdrage leveren aan differentiatie in wijken. En het kan inderdaad een bijdrage leveren aan de kwaliteit van woningen. Maar uiteraard heeft het ook een effect op het totaal aantal bereikbare woningen wat wij in de stad hebben. En daar waar we tevreden zijn over het feit dat de sloop ook noodgedwongen voor een stuk gefaseerd is, zouden we toch wel heel erg graag ook als commissie en als gemeente uitspraken doen over wat nou eigenlijk die criteria zijn voor sloop. En wij kunnen ons helemaal aansluiten bij de motie die de SP daarover heeft vastgesteld. Het is namelijk iets wat gewoon heel veel onrust oproept in de stad. En als wij door middel van het praten over die criteria laten zien aan de stad en de burgers dat wij daar zorgvuldig mee om willen gaan, wekt dat volgens mij ook vertrouwen en draagvlak op de momenten dat je het wel doet, dat slopen. Het laatste onderwerp heeft betrekking op maatschappelijke doelen en bereikbare woningen. Daar is zojuist door andere sprekers ook al iets over gezegd. Inderdaad zou je kunnen zeggen dat er genoeg bereikbare woningen in deze stad zijn. Eerlijk gezegd is de Partij van de Arbeid die mening niet helemaal toegedaan, als je kijkt naar het aantal woningzoekenden op wachtlijsten. Maar stel, dat er voldoende bereikbare woningen zouden zijn, - en inderdaad is dat iets wat ook de heer Vermeulen namens de corporaties gezegd heeft -, dan doelt dat eigenlijk nog op een hypothetische situatie, namelijk dat ieder op ieder moment opnieuw, alle mensen in Breda wonen in een woning die past bij het gezinsinkomen die zij op dat moment hebben. Ieder moment opnieuw, en dat is een illusie. Het is een illusie dat je ieder moment opnieuw alle gezinnen in een woning hebt wonen welke past bij het gezinsinkomen. En daarom zeggen wij: we willen niet alleen afhankelijk zijn van de corporaties als het gaat om het toevoegen van bereikbare woningen maar we willen ook keiharde afspraken maken met projectontwikkelaars in die gebieden in de stad waar wij, in aanvulling op de alliantie, nog woningen gaan realiseren. DE VOORZITTER: Wilt u afronden, mijnheer Hardorff? DE HEER HARDORFF: Ja, daar was ik mee bezig; ik was bij mijn laatste regel op een na. DE VOORZITTER: Snel dan. DE HEER HARDORFF:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 32