763
Bereikbare woningen is een aspect maar er zijn meer maatschappelijke doelen. Sommigen hebben
die ook aangehaald: zorg, onderwijs, maatschappelijk vastgoed, bouwen in eigen beheer. Wij
zouden heel graag het college willen aanmoedigen om met een concretiseringslag te komen op de
uitspraken die zij zelf doet in Koers gezet en op de uitspraken die zij doet in de raadsbrief naar
aanleiding van het werk van de werkgroep. We willen daarom voorstellen om voor de zomer een
plan uit te werken. Daarvoor hebben wij ook een motie. Nee, sterker nog, om voor april 2011, - ik
corrigeer overigens het jaartal wat op de motie staat -, een plan uit te werken waarin het college
laat zien hoe zij het feit van het concreet maken van maatschappelijke doelen en afspraken...
DE VOORZITTER:
moet afronden, mijnheer Hardorff.
DE HEER HARDORFF:
Ik ben mijn motie aan het...
DE VOORZITTER:
Nee, maar u moet nu afronden. De tijd is royaal om.
DE HEER HARDORFF:
Mijn laatste zin: Hoe ze daar concreet invulling aan wil geven op zo'n manier dat wij ook kunnen
beoordelen hoe dat in de structuurvisie en de woonvisie landt.
Bij deze de motie, ook ondertekend door SP, GroenLinks en CDA.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Draagt het college op om een beknopt plan uit te werken hoe zij concreet vorm wil geven aan het
realiseren van maatschappelijke en ecologische doelen bij gebiedsontwikkeling en woningbouw
door commerciële ontwikkelaars tot 2020. Daarin in het bijzonder aandacht te besteden aan
differentiatie en de toename van kansen voor mensen die aangewezen zijn op bereikbare
woningen, huur en koop. Dit plan uiterlijk april 2011 aan de raadscommissie Ruimte ter bespreking
voor te leggen. De uitkomsten van dit plan en de raadsbespreking daarover mee te nemen in de
uitwerking van de nieuwe structuurvisie en aan te passen woonvisie.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Ik dank u zeer.
Het woord is aan mijnheer De Jong, Trots op Nederland.
DE HEER DE JONG:
Dank u voorzitter. Ik zal het heel kort houden. Het is zuur om te zien dat in deze tijd van crisis,
waar de bouw een vliegwiel kan zijn voor de economie, er genoeg plannen zijn in Breda maar dat
die niet uitgevoerd mogen worden door een quotum wat door de provincie is opgelegd. Trots op
Nederland verzoekt het college dan ook om nadrukkelijk bij de provincie aan te dringen op een
groter quotum dan de 7340 woningen die we mogen bouwen. De argumenten hiervoor zijn onder
andere de woningbouwlocatie Amphia ziekenhuis. Het Amphia ziekenhuis heeft een regionale
functie en de woningbouw zou dan ook niet van het bouwcontingent af mogen.
Ook het bezoek aan de tweede Maasvlakte heeft een vraag van de gemeente Rotterdam
opgeleverd of hier eventueel nog mogelijkheden zouden zijn. Wij vinden dan ook dat op grond van
onder andere die argumenten Breda ook meer woningen toegewezen zou moeten krijgen. Voor wat
betreft de sociale woningbouw, zei de PvdA het zo juist al. De heer Hardorff verwees ook naar de
woningbouwvereniging die heeft gezegd dat er op dit moment genoeg sociale woningbouw is. Maar
in de verdeling zit scheefgroei. Dat moet worden aangepakt. Wij ondersteunen die motie daarom
dan ook niet. Hier wil ik het bij laten.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Ik geef het woord aan de heer Akinci, GroenLinks.
DE HEER AKINCI:
In Holland staat een huis. In Holland staat een huis, In Holland staat een huis ja, ja. En de meest
prachtige zin van dat nummer: van je singela singela hopsasa. En gelukkig staat het huis in
Holland want als het in Brabant zou hebben gestaan, dan zou het waarschijnlijk niet gepast hebben
in het contingent. Ik heb daar niet zo heel veel goede woorden over. Het contingent is nog niet
eens genoeg om de gezinsverdunning tot 2020 op te vangen. Wat dat betreft, kan ik mij prima
vinden in de uitspraken die door de andere partijen in de commissie zijn gedaan en steunen wij in
ieder geval ook de, - zoals zij die noemt -, genuanceerde motie van mevrouw Van Hasselt.