765
andere instrumenten inzetten om woningen voor de doelgroep bereikbaar te maken? Hoe kun je
dus zorgen dat mensen die scheef wonen bijvoorbeeld naar een voor hen passende woning gaan
zodat de doelgroep, de wachtlijsten, geholpen kunnen worden met de beschikbare 20000 woningen
in de kernvoorraad.
Voorzitter ik ga afsluiten want ik heb 3 minuten en daar ben ik waarschijnlijk al weer overheen. In
de commissie hebben we het gehad over het nieuwe ontwikkelen, nieuwe trends in wonen, nieuwe
trends in werken. Ik denk dat we de komende 10 jaar heel flexibel moeten zijn als het gaat om het
invullen en ontwikkelen van onze stad en dat we ook steeds meer moeten gaan kijken waar vraag
naar is. Nu is het 2/3 grondgebonden en 1/3 appartementen. Dat zijn trends die aan verandering
onderhevig zijn. Wij moeten eigenlijk regelmatig de peilstok er even in houden om te kijken naar
de stand van zaken.
Voorzitter, daarmee sluit ik af.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Ik complimenteer u want u heeft zich toch bij dit vraagstuk zeer adequaat aan de tijd
gehouden. Ik vraag aan de collegeleden om dit op dezelfde wijze te doen en zich vooral te
beperken tot de echte vragen en de ingediende moties en amendementen van een opvatting te
voorzien.
Het woord is aan wethouder Arbouw en daarna aan wethouder Bergkamp.
WETHOUDER ARBOUW:
Voorzitter, door de heer Vos is al gezegd dat datgene wat voorligt eigenlijk ongekend is alsmede
het belang van de koers die vanavond gezet wordt. We zijn gelukkig niet over een nacht ijs
gegaan. Wat dat betreft ben ik met het hele college best trots hoe je in een dergelijk complex
dossier, met respect voor ieders rol als gemeenteraad en college, toch nu hier half december 2010
tor besluitvorming over gaat voor de koers die in de stedelijke ontwikkeling gemaakt moet worden.
Voorzitter, een intensief complex proces met alle waardering ook voor het rapport van de speciale
commissie die daarmee aan het werk is gegaan. Er is heel veel tijd in geïnvesteerd door alle
betrokkenen. En wat dat betreft, eenzelfde intensief proces met de verschillende stakeholders en
spelers in de stad, corporaties, ontwikkelaars, belangengroeperingen. Het is geen eindproduct
maar het is eigenlijk de start van het proces. Want met het vaststellen van de koers wordt de
uitdaging eigenlijk nog groter om ook er voor te zorgen dat we deze koers gaan uitrollen en dat we
ook de koers weten vast te houden ondanks een lastige complexe omgeving, een lastige economie
en natuurlijk ook een hoop druk van buiten omdat het namelijk over hele grote belangen gaat. En
daarom is het ook een heel serieus onderwerp.
Voorzitter, het voorliggende pakket is een beetje aangepast ten aanzien van datgene wat in de
zomer is besloten door het college. En het college vindt ook dat dit pakket beter is. Niet alleen
beter omdat er een aantal nuanceringen zijn aangebracht, een aantal verduidelijkingen naar
aanleiding van gesprekken die gevoerd zijn, maar zeker ook omdat, - en daar komt collega
Bergkamp zo meteen wel op -, het natuurlijk heel erg belangrijk is dat we kunnen constateren dat
we na die maanden een goed resultaat met de corporaties hebben bereikt. En dat was niet
vanzelfsprekend. En ik had eigenlijk niet willen meemaken dat we geen akkoord zouden hebben
gehad. Dan zou de wereld, als het gaat om hoe nou verder, er echt behoorlijk anders uit hebben
gezien. Kortom, een belangrijke mijlpaal.
Met de provincie zijn we nog steeds in gesprek. Ook vandaag is er nog op hoog niveau ambtelijk
gesproken over het belang van deze koers en ook over het belang van de stad Breda om een stuk
flexibiliteit te hebben om uiteindelijk dit uit te rollen. En daarmee zijn we de eerste stad in Brabant
die een dergelijk traject ook zo meteen in gaat.
Voorzitter er zijn een dertiental punten in mijn richting gemaakt waar ik graag op wil reageren,
inclusief de moties en amendementen. En natuurlijk zal collega Bergkamp ten aanzien van zijn
portefeuille ook een aantal zaken behandelen. Als het gaat over de relatie met de provincie, heeft
de heer Lips een amendement ingediend waarbij hij aangeeft dat dat aantal voor de CDA fractie
een groot probleem is. Ik wil toch nog even, in aanvulling op wat in de commissie besproken is,
wijzen op de brief die de provincie op 2 april 2010 naar alle gemeenten in Brabant heeft gestuurd
en waarin zij op 2 april 2010 constateren dat er na alle bestuurlijke overleggen over wat zijn nou
precies de contingenten die iedereen krijgt, er geen overeenstemming is geweest in die tijd, met
alle gemeenten, en dat men heeft besloten de woningbouwcijfers zoals in december 2009 door de
provincie als insteek gekozen, om die ook als uitkomst vast te stellen. En daarmee is dus ook een
contingent aan Breda gegeven van 7350 woningen, staat in deze brief. En als zodanig is dat voor
ons een kader, een uitgangspunt, waar we op dit moment niet zomaar onderuit kunnen. Ik heb dat
ook in de commissie duidelijk uitgelegd dat voor wat betreft het college, als er kansen zijn, om in
overleg met de provincie iets aan de contingenten te doen, we natuurlijk al die mogelijkheden
willen aanpakken. Maar daar is wel een goede onderbouwing voor nodig. Dat is niet alleen maar: ik
heb te weinig. Dat is niet voldoende want er zijn heel veel gemeenten, zeker in West Brabant die