766 die opmerking al meerdere keren hebben gemaakt. Dat zullen we zelf moeten kunnen onderbouwen met waar dan precies die groei vandaan komt, hoe die er uit ziet en dat we die ook echt nodig hebben om als Etten Leur, Oosterhout en Breda de volgende stappen te kunnen nemen. Voorzitter, de motie van de CDA fractie ten aanzien van Beek Vooruit vind ik ook wel een beetje een lastige. U weet hoe in de vorige periode de discussie rond de Heikant gelopen is. U weet dat er in de vorige periode gekozen is om een bedrag van 1,5 miljoen euro die daarvoor stond, anders te besteden. Daar is een knelpunt en ik weet niet of collega Bergkamp vanuit zijn sport portefeuille daar misschien nog iets over wil zeggen. Maar om dat op te lossen middels een woningbouwprogramma van een aanzienlijk groot aantal woningen aan de westkant van Prinsenbeek, zou dan indruisen juist tegen de koers die op het ogenblik vanavond voor ligt. En ik heb u in de commissie al aangegeven datje eigenlijk kan concluderen als je kijkt naar de plannen die we nu al in werking hebben, die al vast liggen in bestemmingsplannen, zaken die al juridisch ver gevorderd zijn. Ik noem dat even de groene projecten. Dat we daarmee, met al die plannen die we met elkaar hebben verzonnen en hebben goedgekeurd en waarmee we al een eind op streek zijn en wat er mogelijk is in die bestemmingsplannen, dat we daarmee al over dat contingent heen komen, als we dat allemaal zouden bouwen en uitvoeren. En dan hebben we nog een wensenlijstje, zeg maar de gele brandbreedte, waarin ook een aanzienlijk aantal woningen zitten, waarvan we zeggen dat we het eigenlijk ook wel willen. Ik denk aan Bavel en ik denk aan de Klokkenberg. Die zitten dus niet in die aantallen van het groene lijstje. En dat betekent dat we helemaal niet zo veel speelruimte hebben en dat we er niet nog meer dingen bij kunnen doen want elk plan watje uiteindelijk wil uitvoeren, betekent datje, uitgaande van het contingent, een keuze zult moeten maken watje dan niet gaat doen. Welk plan schrappen we dan of waar halen we dan iets uit het bestemmingsplan? Dat geldt dus ook voor alternatieve grootschalige plannen, bijvoorbeeld aan de westkant van Prinsenbeek. Ik heb dat in de commissie volgens mij ook duidelijk verwoord. Dat betekent dat ten aanzien van motie 2 het college dus die ook moet ontraden omdat dat dus afwijkt van de koers zoals wij die voorstellen vanavond. Ten aanzien van Bavel Zuid geldt een vergelijkbare redenering. De originele grootschalige plannen die de gemeente Breda had, daarvan heeft het vorige college al gezegd: dat is dus niet haalbaar, als je naar al die situaties kijkt. Lijndonk Tervoort, daarvan hebben we gezegd: dat gaan we dus in ieder geval van 2010 tot 2020 niet doen. Als je naar alle trends kijkt en naar de demografie, hebben we als college gezegd dat dat dus ook gewoon niet meer terug komt. En ten aanzien van Bavel zullen we het plan drastisch moeten aanpassen. Met ja, bedrijventerrein, maar met een aanzienlijk aantal minder woningen. En het college zal ook heel snel in 2011 tot een herziening van de visie voor Bavel moeten komen om de onderbouwing te leveren van wat dan de keuzes moeten zijn. Dat betekent dat ook voor een grootschalige ontwikkeling voor Bavel in de huidige koers geen plek is. Ten aanzien van de dorpen heeft u een terechte zorg. Die heb ik ook met u besproken in de commissie. Ik heb ook aangegeven dat ook het college de zorg ten aanzien van de behoefte die er in de dorpen aan de orde is, zeker deelt. Daarom hebben we ook aangegeven: probeer nou de kansen te pakken als die zich voor doen, maar weet dat daar dan wel programmatische ruimte voor moet zijn. Dus gaat het daar ook niet over grote aantallen. Maar je moet wel proberen of je met die kansen met kleinschalige ontwikkelingen wel uiteindelijk de balans in de dorpen beter kan maken. Datzelfde heb ik ook gezegd over Effen waar we proberen, ondanks dat daar vanuit de provincie eigenlijk helemaal niets mag, via de ruimte voor ruimte regeling te kijken of we daar toch een aantal stappen kunnen maken die voorzien in de behoefte van die gemeenschap. Daar hebben we ook uitdrukkelijk met de wijkraad over gesproken. Dus de pro actieve houding ten aanzien van die dossiers heeft het college eigenlijk de afgelopen maanden al op zich genomen. Voorzitter, de heer Vuijk sprak over de Frankenthalerstraat. Er staat helder in het akkoord met de corporaties dat we overeengekomen zijn om niet nu al te zeggen, het wordt bedrijventerrein of het worden woningen maar om gezamenlijk een traject op te gaan van het ontwikkelen van een visie van wat daar nou het beste is op die locatie, rekening houdend met de totale omgeving en natuurlijk met de behoefte die we in deze koers helder vast leggen. Ik zou dus even willen wachten om te kijken wat die visie ontwikkeling met die verschillende partijen die daar aan de orde zijn, gaat opleveren. Er zit nou ook een belangrijke scholengemeenschap die natuurlijk betrokken moet worden bij die discussies. En dan kunnen we de conclusies daaruit trekken. U sprak over de 130%. Ik heb volgens mij in de commissie helder uitgelegd dat die 130% niet is een speelruimte om 130% vooruit te lopen in hard gebouwde woningen. Die 130% is een stukje flexibiliteit in het plannen maken en niet in het vast leggen in bestemmingsplannen. En dat is wezenlijk van een andere orde. Dan mag je dus ook niet die cijfers op die wijze optellen. En dat is ook de reden waarom wij nog steeds bij de provincie dat convenant willen sluiten met het college van Gedeputeerde Staten, omdat die formule ons inziens meer flexibiliteit kan geven dan de huidige spelregels die de provincie hanteert voor alle gemeenten, in ieder geval West Brabant.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 36