778
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Een paar punten voorzitter.
Vanuit CDA deelname in het college probeer ik een brug te slaan tussen de terughoudendheid van
de heer Vos en het enthousiasme van de heer Lips. Laat ik aangeven wat ik vooral niet bedoel. Wat
ik vooral niet bedoelde, was een link te leggen tussen ontwikkeling van woningen en woningbouw
en een eventuele verplaatsing of eventuele niet verplaatsing van Beek Vooruit. Niet aan de orde.
Volgens mij hebben we daar in de laatste commissie Ruimte over gesproken en de 3 opties zijn
terug gebracht naar 2 en voor mij is dat helder.
Wat ik wel getracht heb, - en daar zit dan die brug; het is misschien een fietsbrug -, is om de
passage uit de motie waarin staat dat commerciële partijen worden opgeroepen om ook een
maatschappelijke bijdrage te leveren, te verbinden. En stel dat dat dus in Prinsenbeek aan de orde
is, om tegen die partijen te zeggen, nou partijen, volgens mij doe je er heel goed aan om als het
gaat om invulling van die opdracht om in Prinsenbeek nou eens te kijken naar de problematiek van
de sportverenigingen. Zo heb ik hem bedoeld. En niet anders.
Wat betreft de motie over de sloop en even het debatje zeg maar even tussen de SP en de Partij
van de Arbeid, brengt het college...
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter mag ik toch nog even. Het gaat mij wel even snel. De problematiek van de sport.
Bedoelt u dan het ruimtegebrek en het zoeken naar een andere locatie voor Beek Vooruit of de
tennisvereniging en ga daar dan lekker bouwen om met rood voor groen dan te compenseren, of
bedoelt u: geef geld voor een nieuwe kantine.
WETHOUDER BERGKAMP:
Ik heb in mijn antwoord proberen aan te geven dat ik het vooral niet zoek in bouwen versus
oplossing. Dus alle andere opties om hulp te bieden zijn wenselijk en mogelijk. Dat wil ik graag
over laten aan de creativiteit van die commerciële partijen waar jullie zelf voor oproepen, alleen
niet gelinkt aan extra bouwprogramma's want dat sluiten we uit. Dat is niet aan de orde. Maar wat
het dan ook is, laat dat dan aan de creativiteit van die partijen over.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, een korte vraag. Misschien is het wel goed om even de problematiek in perspectief te
plaatsen om geen valse verwachtingen te wekken, ook in Prinsenbeek. We hebben het hier over
miljoenen die het kost om het probleem van Prinsenbeek op te lossen. Dus je hebt het dan ook
over een zeer substantiële vraag die je dan stelt aan projectontwikkelaars. Ergens moet dat
verdiend worden. Dus ik denk dat we heel duidelijk moeten zijn. Dit zit er gewoon niet in. En houdt
de mensen dan ook geen worst voor.
WETHOUDER BERGKAMP:
Ik heb geen behoefte voorzitter om nog iets toe te voegen aan dat wat ik heb uitgelegd. Dan ga ik
herhalen en volgens mij helpt dat niet in de tijd.
Wat betreft sloop. Even het debat en de interpretatie van de Partij van de Arbeid daarbij
beschouwende, brengt het college ertoe om de motie te ontraden. Want er is geen behoefte aan
volgens mij in de stad omdat de praktijk van alledag uitwijst dat het overleg tussen de corporaties
en het college misschien nog wel meer oplevert in de uitvoering dan dat wat u met de motie
beoogt.
DE HEER VAN LUNTEREN:
De motie is door meer partijen ingediend dan alleen door de PvdA. Dus mocht de PvdA nu zeggen,
de uitleg van de wethouder accepteer ik niet, dan staat het hen vrij om de handtekening onder de
motie uit te halen. Want ik voel bij andere partijen, bij een ruime meerderheid in de raad dat er
zeker wel behoefte is aan een uitleg zoals u daar eerder aan hebt gegeven en dan zou ik aan de
PvdA willen vragen: haal dan de handtekening er onder uit want ik ben dus heel blij dat u met de
alliantie daar nadere invulling aan wilt geven.
DE HEER HARDORFF:
Mag ik daar even kort op reageren? Volgens mij was de essentie van uw motie dat u zegt: het lijkt
me goed om samen te praten over sloopcriteria en dat met de stad te delen. Volgens mij heeft de
wethouder dat nog niet toegezegd. Dus het is niet zozeer dat wij de handtekening onder de motie
uit halen. Ik denk juist dat wij hem overeind houden, waar u zegt genoegen te nemen met een
toezegging.