789
kans. Laten we nou eens zien dat met z'n allen dat wat we ook in dat coalitieakkoord hebben
afgesproken, - we gaan uit van eigen verantwoordelijkheid ook bij die ondernemers, ook bij die
bewoners, op dit soort vlakken, laten we hen nou in ieder geval even een kans geven om dat
vertrouwen waar te maken. Ik hoop dat u dat met mij eens bent.
Het toeristisch regime wel of niet terugdraaien, waar mevrouw Van der Sanden het over heeft, is
niet aan de orde. Je hebt het toeristisch regime onder de nieuwe wet ook nodig voor 16
koopzondagen. Dus in die zin hebben we met het Bredase model een nieuwe variant op de kaart
gezet. En terug draaien is niet aan de orde. Nader invullen, zoals ik u net heb aangegeven, kan
altijd. En uw verhaal over dat bedrijf, ja, u kunt mij er op aanspreken, ik vertel hier niks wat dit
gezelschap om mij heen niet heeft mee geaccordeerd.
Dan wordt nog gevraagd naar de inspanning die ik zou willen regelen naar de organisatiegraad van
de ondernemers in de binnenstad. Ik wil u daar iets over zeggen. Ik hecht daar ook veel waarde
aan. En ik praat daarover met het Retail platform omdat ik ook geloof dat een goede
organisatiegraad voor ondernemers in zijn algemeenheid, ook voor ons als overheid, prettig kan
werken en dus veel voordelen heeft. Het is echter wel zo dat wij ondernemers niet kunnen
verplichten om zich te organiseren. Dat werkt zo niet. En het valt mij ook op, laat ik het zo
formuleren, dat er ondernemers of winkeliersclubs zijn, die nu zeggen dat ze het zo misschien niet
gewild hadden, die uitgenodigd zijn om het convenant mee te tekenen en die geen tijd of geen zin
hadden terwijl we wel door moesten. Daar ligt ook een eigen verantwoordelijkheid. Dus u kunt niet
zeggen als je uitgenodigd bent om mee te praten en mee te besluiten over hoe het moet, daar
even niet voor thuis bent, en als puntje bij paaltje komt, zeggen: ik wil dit niet en ik wil dit tegen
houden. Dan denk ik dat we op de verkeerde manier bezig zijn. In zijn algemeenheid wil ik dat dus
doen.
Nog een punt...
DE VOORZITTER:
Kunt u afronden wethouder?
WETHOUDER MEEUWIS:
Ja, dat wil ik. Heel graag zelfs.
Wat ik in ieder geval nog wil zeggen, is dat voor wat betreft de evaluatie, ik ook niet, wat de heer
Van der Horst aan gaf, wil naar een distributieplanologisch onderzoek voor de hele stad. Want dat
wordt vrij kostbaar. Naast het reguliere overleg wil ik u wel de toezegging doen, - want ik begrijp
dat dat bij een aantal van u wel speelt als zorg van wat gaan we dan evalueren -, dat we dat zo
snel mogelijk in het nieuwe jaar, in januari, misschien februari, even op papier zetten waar we dan
aan moeten denken als we gaan evalueren. Want als je wil gaan evalueren moet je dat over de
periode wel weten waar je op moet letten. En ik zou willen voorstellen om de evaluatie dan in
januari 2012 te doen, in ieder geval als het jaar helemaal achter de rug is. Want als je in december
gaat evalueren, dan hebben we 14 koopzondagen gehad, minder dan in 2010. De vraag is even
hoe we dan allerlei zaken in beeld zouden kunnen krijgen, als het goed gaat, waar ik van uit ga.
Volgens mij heb ik het meeste wel gehad.
Nog even over de motie. Die motie is heel bijzonder, stelde mijn collega vast, omdat het college
wordt opgedragen de verordening niet vast te stellen. Nou hebben we het net over de mandatering
naar het college gehad. Ik ga er van uit dat u bedoelt dat wij de verordening innemen of dat u zich
zelf op draagt om hem niet vast te stellen. Maar u kunt niet een raadsverordening opdragen aan
het college om hem wel of niet vast te stellen. Dat zou op zich wel heel bijzonder zijn maar in het
licht van de hele discussie zou ik u dat niet willen adviseren. Ik vind overigens dat u die motie ook
in de uitleg die ik er aan geef, niet zou moeten aannemen.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Wie heeft behoefte aan een tweede termijn?
MEVROUW VERKUYLEN:
Voorzitter, mijn fractie heeft dringend behoefte aan schorsing en het liefst van een kwartier.
DE VOORZITTER:
Dan stel ik voor om te schorsen tot 23.00 uur. 10 minuten.
SCHORSING
2e termijn.
DE VOORZITTER: