797
MEVROUW VAN DER SANDEN:
MEVROUW VAN DER SANDEN:
DE HEER BOS:
Dank u wel voorzitter.
Ik was wat teleurgesteld in de bijdrage zojuist van de PvdA in de tweede termijn omdat eigenlijk
wordt gezegd: onze bijdrage van de oppositie is echt inhoudelijk en goed en de coalitiepartijen
hebben wel bijdragen maar wij geloven helemaal niet wat zij zeggen. Ik vind dat echt
aanmatigend. Ik denk dat ik een bijdrage heb geleverd die gewoon inhoudelijk goed is, overtuigend
is en laat zien waarom de koopzondagentoename een goed iets is voor Breda. Daar kan je van
mening over verschillen maar ik vind het jammer dat het zo in een half vol en een half leeg glas
wordt getrokken. Wat ik hoop,....
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, mag ik hierop reageren?
DE VOORZITTER:
Korte reactie mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Ik vind het echt onterecht dat er een discussie plaats vindt met het CDA over een aantal punten
waar gewoon geen harde toezeggingen voor zijn. U bent helemaal niet genoemd. We hebben met u
geen discussie gevoerd volgens mij vanavond. Uw standpunt is helder. Meeuwis' wil is wet, ook als
het aan u ligt. Wij hebben onze zorgen duidelijk geuit. Die zorgen verdwijnen niet. Dat u ons hier
ineens als PvdA....
DE HEER BOS:
Met uw reactie doet u het eigenlijk weer opnieuw.
MEVROUW HAAGH:
Nee, dat doe ik helemaal niet.
DE HEER BOS:
Ja met uw reactie...
MEVROUW HAAGH:
U wordt niet eens aangesproken maar u voelt zich aangesproken.
DE HEER BOS:
U spreekt mij wel degelijk aan. U zegt: Meeuwis' wil is wet. Ik irriteer me daar mateloos aan.
Meeuwis' wil is helemaal geen wet. Hij zou het misschien wel willen maar het primaat is aan de
raad. En wij zijn vanuit D66 met oprechte deelneming in deze coalitie gestapt met de overtuiging
dat die zondagen goed zijn voor Breda. Dat u dat nou niet vindt, daar kan ik inkomen, dat mag.
Ik probeer een antwoord aan u te richten en u richt zich tot uw collega's. Ook dat vind ik eigenlijk
ongepast. Maar dat laat ik bij u.
Voorzitter, even ter interruptie.
DE VOORZITTER:
Ja,
Voorzitter,
DE VOORZITTER:
Even geen interrupties. Mijnheer Bos rondt zijn verhaal af.
DE HEER BOS:
Ja,
DE VOORZITTER:
Ik denk dat het goed is, gezien de....
DE HEER BOS:
En ik wil het heel kort doen. Ik vond de bijdragen erg in de termen van halfvol en half leeg. En ik
hoop dat wij na de evaluatie van een jaar een vol glas met z'n allen kunnen heffen. Dank u wel.
