736
I. OPENING.
Mag ik u vragen de plaatsen in te nemen?
Dames en heren, leden van de raad, mag ik u verzoeken allen te gaan staan?
Leden van de raad, pas onlangs bereikte mij het bericht van het overlijden van het oud-raadslid de
heer Jan Van den Wijngaard. De heer Van den Wijngaard is op 13 oktober jongstleden overleden.
Hij werd 82 jaar. Jan Van den Wijngaard was lid van het CDA en nam afscheid van de raad in
1990. Als raadslid zette hij zich met name in voor het milieubeleid. Voor de Belcrum, zijn wijk,
waar hij woonde en werkte, was hij een bijzonder pleitbezorger. Jan Van den Wijngaard was
iemand die dicht bij de burger stond, maar ook oog voor details had. Hij kon relativeren en had ook
humor en steeds wist hij dat te vertalen met zijn standpunten in vergaderingen. Hij is ruim 16 jaar
lid van deze raad geweest.
Vorige maand is het oud raadslid, de heer Dolf Grosfeld overleden. Hij overleed op 19 november.
De heer Grosfeld maakte 8 jaar lang deel uit van de VVD fractie in de raad en stopte in 1990 met
het raadswerk. Werkzaam in het bedrijfsleven, had hij veel belangstelling voor de economische
ontwikkeling van zijn Breda. Als raadslid voelde hij zich ook zeer betrokken bij de sport en het
onderwijs. Hij was woordvoerder van onder meer het behoud van zwembad Het Ei dat juist in die
jaren speelde, de discussie rond NAC en de amateursport. Dolf Grosfeld vertegenwoordigde de
partij ook buiten de raad actief in Brabant. Hij is slechts 69 jaar geworden.
In de setting van deze officiële raadsvergadering sta ik uiteraard ook stil bij het overlijden van oud
burgemeester Frans Feij. De heer Feij is op zaterdagmorgen 27 november op 84 jarige leeftijd
overleden. Vele bestuursfuncties heeft hij vervuld, met name bij de overheid. Van de bijna 30 jaar
dat hij het burgemeestersambt vervulde, was hij van 1 juli 1984 tot 1 maart 1990 burgemeester
van Breda. Frans Feij was een liberaal in hart en nieren. Maar hij was ook een burgemeester met
enorme bestuurlijke kwaliteiten die als geen ander de lobby voor Breda in Den Haag met
daadwerkelijk resultaat tot stand wist te brengen. Zijn bestuurlijke ervaring, maar ook het mens
zijn van Frans Feij heb ik als burgemeester van Nieuw Ginneken van heel dichtbij mogen mee
maken. En dat was inspirerend, aangenaam en af en toe gevuld met humor. Bij zijn aantreden in
1984 werd de heer Feij geconfronteerd met enorme bezuinigingen die nodig waren om Breda
financieel gezond te houden. Hij heeft zich daar persoonlijk zeer voor ingezet. Ik noem op dit punt
onder meer de reorganisatie van het ambtelijke apparaat en de succesvolle privatisering van het
gemeentelijke energie- en waterbedrijf waarbij hij ook omliggende gemeenten nadrukkelijk wist te
betrekken. In de jaren van zijn burgemeesterschap leverde hij ook een grote bijdrage aan onder
meer de nieuwbouw van de schouwburg, van de artotheek en van een aantal hogescholen.
Daarnaast wist Frans Feij belangrijke internationale bedrijven, zoals Esso, naar Breda te halen. Hij
zette zonder meer de stad op de internationale kaart maar legde tegelijkertijd ook een belangrijk
fundament voor het verdere ontwikkelingsproces naar het Breda van nu. Frans Feij was een man
van principes waar het zijn ambt betrof, maar ook een man die stond voor zijn zaak, of het nu ging
om zijn visie op de organisatie van de politie of om het binnen halen van de aanwijzing van Breda
tot stedelijk knooppunt. Hij kon, althans naar buiten toe, afstandelijk en soms ietwat autoritair
over komen. Maar wie hem beter leerde kennen, zag ook een mens met een groot sociaal hart die
volgde wat de betekenis was voor bestuurders als ze oud-bestuurder waren. Hij was iemand met
oog voor de zwakkeren en gehandicapten in onze samenleving, maar wilde zich daar niet op laten
voorstaan. Hij was iemand die het niet liet bij woorden alleen, maar wist buiten de schijnwerpers
van het burgemeesterschap de zorg in daden om te zetten. Hij was een man met humor die samen
met zijn vrouw met Carnaval anoniem mee liep in de optocht en met zijn onnavolgbare sauwel bij
het Gelag der Vorsten op Carnavalszaterdag een happening maakte waar je bij moest zijn.
Maar hij was in de eerste plaats een burgemeester die al zijn talenten inzette voor de belangen van
Breda en zijn persoonlijk imago ondergeschikt vond aan het bereiken van dat doel.
Kortom, hij was een bestuurder die ons respect verdient en die wij gaandeweg hebben leren
kennen maar ook waarderen als de persoon die hij wilde zijn, namelijk burgemeester en mens
tussen de mensen.
Leden van de raad, geachte aanwezigen, op dit moment gaan onze gedachten uit naar de families
van de overledenen. Wij wensen hen sterkte toe in de komende tijd. Ik vraag u een minuut stilte.
Ik dank u wel.
DE VOORZITTER: