800
IX. SLUITING.
Voorzitter, ik zal heel kort zijn en het meer doen in de vorm van een stemverklaring. Wij hebben in
de commissie Mens en Maatschappij en later in de commissie Bestuur vragen gesteld over datgene
wat staat te gebeuren met het Centrum voor Beeldcultuur. In de commissies waren de antwoorden
niet naar tevredenheid en niet volledig omdat we het heel lastig vonden om de context te duiden
waarin dit voorstel gedaan werd en door de wethouder werd er ook verwezen naar documenten
waarin dan van alles zou staan over dat Centrum voor Beeldcultuur maar eigenlijk was de feitelijke
informatie heel erg summier. We hebben gelukkig gisteren wel beantwoording gekregen die
uitgebreider was, op een aantal vragen antwoord gaf maar op een aantal aspecten ook weer
vragen opriep met betrekking tot het Centrum voor Beeldcultuur en de plaats die dat als centrum
heeft binnen het hele culturele veld. Wij zullen dus om die reden nu ook tegen de
begrotingswijziging stemmen omdat we eigenlijk die argumentatie onvoldoende vinden en willen
ook zeker beloven dat we met de behandeling van het uitvoeringsprogramma factor C 2010-2014
daar zeer uitgebreid op terug zullen komen omdat dat het moment is om ook inhoudelijk daarover
van gedachten te wisselen.
DE VOORZITTER:
Anderen nog?
DE HEER BOS:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen? U bent zich ervan bewust dat de provinciale subsidie dan
daarmee in gevaar komt en dat de kosten zullen toenemen?
DE HEER HARDORFF:
Nou mijnheer Bos, volgens mij is er een meerderheid voor deze begrotingswijziging dus dat zal niet
aan de orde zijn. Ik wil u er wel even op wijzen dat dit nou precies een van de strategieën is
waarmee continu de raad in een soort gijzeling wordt genomen. Continu worden uitgaven
gelegitimeerd met het feit: als we dit niet doen dan lopen we een subsidie mis. Terwijl de feitelijke
discussie is: wat willen we met het centrum bereiken, is er plaats voor binnen het culturele veld, is
het nou eigenlijk een bedrijfsverzamelgebouw of is het echt een culturele instelling met een
programmering, met een exploitatie, enzovoorts. Al die vragen zijn niet beantwoord. Dus uiteraard
is dat een aspect wat meespeelt maar juist al die vragen die wij daar voor hebben gesteld en
volgens mij heel erg belangrijk zijn om te beoordelen of dit is wat we willen, daar krijgen we
eigenlijk onvoldoende beantwoording op.
DE HEER BOS:
Ik vind het hele grote woorden. Het gaat hier niet over de c van cultuur maar over de o van
onderhoud en dat heb ik al eerder gezegd.
DE VOORZITTER:
Goed. Andere leden nog van uw raad?
Wie is voor het voorstel? Wie is tegen het voorstel? De fractie van de SP en de fractie van de Partij
van de Arbeid.
9. WIJZIGING VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING BREDA 2011.
DE VOORZITTER:
Wie wenst hierover het woord?
Wie is voor het voorstel?
Dan is het voorstel unaniem aangenomen.
DE VOORZITTER:
Alvorens tot een afronding te komen: aanstaande maandag om 19.00 uur zetten we de
beraadslagingen voort.
Ik wil u dadelijk uitnodigen voor een klein glaasje, maar niet nadat ik mevrouw Haagh gefeliciteerd
heb met haar verjaardag.
Ik wil wel even aangeven dat het toch heel bijzonder is om een verjaardagsfeestje te hebben met
zoveel vrienden en vriendinnen.
Er wordt nog een glaasje gedronken aan de overzijde.