814
de heer Szablewski van de Partij van de Arbeid ingediend heeft, zijn mede door Breda'97 ingediend
en wij staan daar dan ook ondubbelzinnig achter. Die handhaving van langdurigheidstoeslag voor
degenen die er nu voor in aanmerking komen en helaas, tot onze spijt, nieuwe regels voor nieuwe
gevallen na 1 januari 2011. Maar ook de handhaving van de aanvullende ziektekostenverzekering
en ook de regeling duurzame gebruiksgoederen voor 65 ers. Kijk, dat is een overeenkomst die
we in wezen dus extra indertijd speciaal opgepakt hebben omdat de eerste regeling voor
langdurigheidstoeslag daarvoor niet voldoende was.
En de benoeming van de tijdelijke raadscommissie, daar staan wij ook volledig achter. Maar ik
proef daaruit dat de andere partijen, Mevrouw Van Maanen, dat geldt ook voor Mevrouw Van Beek
en mevrouw Koger, daar ook trek in hebben. Dus prima als we daar met elkaar verder op gaan
want het is echt nodig om met elkaar daarop tot een goed besluit te kunnen komen.
Het amendement over de bevoegdheid van de raad delen wij uiteraard ook. Het kan niet zo zijn dat
de tekorten die wij, maar ook de bank hebben veroorzaakt, alleen worden afgewenteld op de minst
draagkrachtigen onder ons. Ik heb nog geen voorstellen gezien waarbij we ook de welgestelden
financieel hebben laten merken dat het ernst is met de bezuinigingen, of we willen of niet. Het
grootste deel van alle mensen die in Breda wonen, wordt gelukkig helemaal niet gekort. Daarom de
vraag: waarom alleen bij diegenen die afhankelijk zijn van een uitkering, een pensioentje of AOW?
Gelukkig was daar ook mevrouw Van der Sanden die daar ook uitvoerig op in ging. Waar blijft de
mogelijkheid om die mensen die het kunnen missen ook mee te laten doen om in wezen een stukje
problematiek wat we hebben bij de uitkeringsgerechtigden, op te lossen? Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Ik geef het woord aan de heer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u wel, voorzitter. In mijn aantekeningen voor 16 december had ik de volgende tekst staan:
Op 7 december hebben we 4 uur lang over dit onderwerp gesproken en ik denk dat we onmogelijk
nog nieuwe argumenten aan kunnen dragen. Laten we maar tot stemming over gaan. Ik denk dat
ik er niet zo ver naast zat. Maar dan komt er onverwacht toch nog een weekend tussen en dan ga
ik zitten prakkedenken. Waarom nemen partijen een bepaalde houding aan? De drie rechtse
partijen VVD, D66 en GroenLinks zijn duidelijk. Ja GroenLinks heb ik er bij staan want Frits Wester
noemde deze week het nieuwe favoriete sapje van GroenLinks: progressief liberaal. Maar wat is de
rol van het CDA in deze kwestie? Ik heb het coalitieakkoord er nog eens op doorgeplozen met de
zoektermen langdurigheidstoeslag en afknijpen minima, maar niets gevonden. Dus het
coalitieakkoord is kennelijk niet sturend hierin. Toen moest ik aan Bartje denken met zijn woorden:
"ik bid nie vur brune bonen.". Want tot halverwege de vorige eeuw was het armoedebeleid
voorbehouden aan de kerken. Met het beter worden van de sociale voorzieningen raakten de
kerken leger. Hetzelfde gebeurt nu nog steeds in landen als Hongarije, Roemenië waar hele horden
Nederlanders met een ichthus symbool op hun auto,- zo'n visje -, naar toe gaan om de Roma's te
redden. Komt er nu weer armoede, dan kan de kerk weer vol komen met mensen die om een
menswaardig bestaan te hebben, er maar voor komen zingen en bidden. Ik ga er verder geen ruzie
over zoeken want er zijn al oorlogen genoeg in de wereld over het geloof. En ik ben nog steeds
tegen deze verordening.
En lief CDA, bewijst u alstublieft het ongelijk en de onzin van mijn verhaal en laat uw hart spreken.
Gooi er desnoods 5 minuten schorsing tegenaan en stem tegen dit bijzonder
medemensonvriendelijke voorstel. En laten we het komende jaar met een nieuw, beter doordacht
voorstel voor de besparingen komen. En dat is eigenlijk motie 7.7 die nog niet is ingediend. En ook
bij het CDA proef ik een beetje die richting. Ik ben er van overtuigd dat we dan heel veel leed
kunnen voorkomen. Ik heb geen motie ingediend maar wel een aantal mede ondertekend en er zijn
er nog een paar, onder andere van GroenLinks, die ik ook steun.
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Jong, Trots op Nederland.
DE HEER DE JONG:
Dank u voorzitter. Ik zal het kort houden. Verschillende partijen hebben het al gezegd:
armoedebeleid kan niet los worden gezien van re-integratiebeleid. Immers, een betaalde baan is de
beste armoedebestrijding. Daarom onderschrijven wij ook de noodzaak om de kans om in de
armoedeval te lopen, zoveel mogelijk te verminderen en dat van het beleid zoals dat voorgesteld
was, zoveel mogelijk prikkels uitgaan om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Daarom steunen wij
ook de verordening zoals die hier voorligt met betrekking tot de langdurigheidstoeslag in grote
lijnen. Ik zeg in grote lijnen.