818
Koger, ondersteund door drie andere partijen. Mevrouw Koger vraagt om een project in gang te
zetten waarbij we de dure re-integratieprojecten buiten de deur houden. Ik wil daar een aantal
dingen over zeggen. Ik denk dat de motie daar niet voor nodig is om wat ik net heb gezegd. We
willen dit agenderen voor de korte termijn in deze raad.
Een ander punt wat u maakt, gaat over....
MEVROUW KOGER:
Mijnheer de voorzitter, mag ik even iets vragen?
DE VOORZITTER:
Ja.
MEVROUW KOGER:
Ik heb niet een motie aangekondigd omdat ik een duur project voor re-integratieprojecten wil
afschaffen of zo. Ik heb een project voor langdurige in de bijstand zittenden en ik heb het over een
offensief naar de werkgevers gehad. Maar niet over een duur re-integratie project project.
WETHOUDER MEEUWIS:
Dan heb ik het verkeerd opgeschreven. Voor dat offensief naar die werkgevers vanuit de gemeente
ben ik sowieso. Dus als u mij vraagt, vindt u dat u dat moet doen, dan is het antwoord ja. En dat
was dan even de bijzin die u daarbij maakte waar ik even op afging: vindt u dat dat via dure re-
integratietrajecten moet, dan zeg ik daarbij niet op voorhand ja. Dus ik denk dat daar alternatieven
voor zijn. We hebben onlangs de Baanbonus aangekondigd, een regionaal offensief tegen
jeugdwerkeloosheid waar we zeer succesvol mensen versneld naar een baan mee kunnen
begeleiden met weinig bureaucratie en relatief lage kosten. Op basis van die ervaringen hebben wij
nu ook de Baanbonus voor andere doelgroepen voorgesteld. En het lijkt me ook goed om op basis
van de ervaringen die we daarbij opdoen ook in de interactie en de discussie die wij met elkaar
hebben, te bezien in hoeverre dit soort modellen mogelijkerwijs beter werken dan de traditionele
re-integratieprojecten die wij doen.
Een aantal van u komt met het Tientjesproject, althans de notitie die mevrouw Smeekens daar bij
de behandeling in de commissie over heeft gedaan. Daar staan inderdaad hele interessante dingen
in, ook concrete dingen. Ik wil even waken, kijk naar de oproep die de heer De Beer heeft gedaan,
kijken in hoeverre u hier iets mee kunt. Wij kunnen hier natuurlijk geen landelijk beleid voeren.
Dus in die zin, als we het hebben over het verdienen naast de bijstand, dan zijn daar maxima in
bedragen en tijd aan gebonden en de vraag is of dat uiteindelijk soelaas biedt. Maar om het te
betrekken bij mogelijkheden, - en ik kom zo meteen nog even terug op het voorstel van de heer
De Beer, maar dat was dan nog even drie stappen verder, maar om het erbij te betrekken vind ik
het een goed idee, - maar ik wil wel even het enthousiasme in die zin getemperd houden dat
wettelijk rijksbeleid hier een aantal muren omheen zet die een aantal dingen ook niet mogelijk
maken, hoe goed ook bedoeld en hoe goed ze ook zouden kunnen werken.
Dan de uitstroombonus. Ja dat vind ik nou een mooi ding. De heer De Beer zegt, ook met een
flinke steun van deze raad er bij, kunnen we niet een systeem verzinnen, - want bij re-integratie of
participatietrajecten is het de werkgever of de facilitator of de bemiddelaar die het geld ontvangt-
maar zou het niet leuk zijn om degene die zelf aan het werk gaat een soort bonus te geven. Nou, ik
moet uiteraard even kijken hoe de wettelijke inkadering daarvan kan plaatsvinden. We hebben wel
iets in Breda wat er op lijkt maar die zou mijn inziens om te vormen zijn naar een werkend
systeem als het kan. En dan hebben we natuurlijk de ultieme prikkel want dan zeggen we aan de
ene kant, als je niet mee doet, - dus in die zin is het wel een mooie balans -, is de prikkel dat je
minder krijgt, en als je wel mee kan, en als je wel mee doet, kan die prikkel nog veel groter zijn. Ik
stel me dan zo voor als je langdurig uitstroomt dat je, ik weet niet precies in wat voor bedragen ik
zou moeten denken, maar dat je vier tot acht keer die langdurigheidstoeslag in een keer op je
rekening krijgt, en dan kun je heel veel TV's kopen. Laat ik het zo maar even zeggen. Op iedere
kinderkamer een. Het voorbeeld van mevrouw Van Maanen.
DE VOORZITTER:
Langzaam afronden wethouder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ja. Dan even kijken. Mevrouw Van der Sanden stelde correct vast dat ik 5 kinderen heb. Dat klopt.
De heer Van Yperen trekt de discussie over de bezuinigingen veel breder. Waarom de kleine man
en niet de grootverdiener. Ik denk dat dat buiten het kader van deze verordeningen valt.
De heer Stubenitsky geeft aan dat hij het in het coalitieakkoord niet heeft kunnen vinden, wat hier
voorligt. Maar in de ook door hem vastgestelde begroting staat er wel het een en ander over.