819 En de bijdrage van de heer De Jong zie ik als ondersteuning van datgene wat wij hier als beleid voorstellen, met alle opmerkingen die daarover door u gemaakt zijn. Dat was het in eerste termijn van mij, voorzitter. 2e termijn. DE VOORZITTER: We gaan door naar de tweede termijn. MEVROUW VAN DER SANDEN: Voorzitter, mag ik even iets vragen? Raffelt u die laatste 4 partijen nou af vanwege tijdgebrek of had u er echt geen inhoudelijk verhaal bij? WETHOUDER MEEUWIS: Nee, ik heb de vragen opgeschreven en ik heb de moties behandeld en ik heb het in die zin dus niet afgeraffeld, maar ik heb gewoon minder vragen. De enige vraag van u, toen u vragend naar mij keek, ging over het aantal kinderen wat ik had. Dus dat heb ik als vraag opgeschreven. DE VOORZITTER: We gaan naar een tweede termijn. Ik begin bij de heer De Jong, Trots op Nederland. DE HEER DE JONG: Ik heb geen behoefte aan een tweede termijn, voorzitter. DE VOORZITTER: Dan mijnheer Stubenitsky. Dan de heer Van Yperen. DE HEER VAN YPEREN: Een paar opmerkingen mijnheer de voorzitter. Allereerst is heel duidelijk geworden dat Breda wel beleid had. En het beleid lag goed vast en alle opmerkingen van D66 dat Breda geen beleid had, zijn niet terecht. Het is zelfs bijzonder dat op een gegeven moment Breda zelfs als voorbeeld werd genoemd met dit beleid met betrekking tot andere steden. Er werd hier dusdanig veel gekeken wat mogelijk was en wat niet mogelijk was dat het best een compliment is voor het beleid dat er was. En trouwens, alles wat we hier op tafel hebben, wat we nu gaan veranderen, is beleid. Dus dat betekent op een gegeven moment dat, als u stelt dat er geen beleid was, u er volkomen naast zit. Hoe het beleid ook was, het kan wel zijn dat het niet naar uw zin was, of dat u het anders beoordeelde, maar er was wel degelijk voldoende beleid. DE HEER DE BEER: Voorzitter, ik denk toch dat de heer Van Yperen de plank mis slaat. Hij haalt een beleidskader en uitvoeringsmaatregelen door elkaar. Uitvoeringsmaatregelen, zaken zoals die in het verleden misschien op het gebied van armoedebeleid in de stad Breda hebben plaats gevonden, die kunnen misschien wel het voorbeeld zijn geweest voor andere steden, maar een beleidskader waarin je die uitvoeringsmaatregelen toetst, dat is afwezig geweest. Dus in die zin kan ik toch niet helemaal met u meegaan. DE HEER VAN YPEREN: Het gekke is dat de wethouder niets anders gezegd heeft dan dat het beleid zo goed was. DE HEER DE BEER: Maar mijnheer Van Yperen, dan gaan we nog een keer. Want toen had hij het over re-integratie. Toen hadden we het dus echt over een ander gedeelte van beleid, dus... DE HEER VAN YPEREN: Helemaal niet. Hij is begonnen met aan te geven dat er een goed beleid was... DE HEER DE BEER: Nee,... DE HEER VAN YPEREN: Becomplimenteerd van een heleboel kanten. DE HEER DE BEER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 19