821 MEVROUW VAN DER SANDEN: In de commissie had ik trouwens ook al een vraag gesteld en een soort halve toezegging gekregen van de wethouder. Ik had toen namelijk gevraagd: op het moment dat bijzondere bijstand straks per stuk beoordeeld moet gaan worden in dat mooie maatwerk, liggen daar vast spelregels onder. Elke ambtenaar gaat dat niet zelf verzinnen. Ik had gevraagd: mogen we dan die spelregels eens zien en wat zijn nou die criteria waarmee je beoordeelt of iemand wel of niet voor dat maatwerk in aanmerking komt. Dat antwoord heb ik helaas nog niet ontvangen. Dan de vraag die ik u heb gesteld: waarom blijft het college weigeren om de OZB te verhogen binnen de wettelijke mogelijkheid maar kort je wel op de allerarmsten? Waar zijn al die banen die er pas over 5 jaar zijn? Waarom nu al mensen straffen door te korten op hun uitkering of op het armoedebeleid terwijl die banen er nog helemaal niet zijn? De wethouder zei het net ook al: er moesten twee prikkels zijn, een positieve als je wel gaat werken en een negatieve prikkel voor als je nu niet wil. Waarbij ik nog steeds denk: hoe zo, niet willen? Het gros van die mensen wil heel graag maar het werk is er nu gewoon niet. En de derde vraag die ik had, was: hoe rijmt het verhaal eigen verantwoordelijkheid, wat deze wethouder altijd hoog in het vaandel heeft met: je moet voortaan weer gewoon met de billen bloot bij de ambtenaar Sociale Zaken om uit te leggen waarom je een nieuwe koelkast moet hebben. En dan moet je eerst naar de Kringloop en bij de familie vragen of ze nog een oude koelkast hebben en uiteindelijk krijg je het dan misschien. Met de jaarlijkse bijdrage hadden mensen tenminste eigen verantwoordelijkheid om te kiezen waar ze dat geld aan uitgaven. Dan vind ik het heel mooi dat de discussie gaat over participatie, re-integratie, uitstroom, baanbonus, stimulatie, participatieladders, en dat iedereen ook zegt hoe belangrijk dat is en hoe sociaal en hoe goed we dat allemaal doen. Maar feit blijft, ook met de motie van de coalitiepartijen, dat we 985.000,— gaan bezuinigen op armoedebeleid. We hebben zo'n 9000 gezinnen in Breda die hier gebruik van maken. Dus het blijft gewoon 1.000,— per gezin per jaar wat we gaan weg halen bij de mensen die het geld niet hebben. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, mag ik daar heel even een reactie op geven en een vraag over stellen, want.... DE VOORZITTER: Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: U heeft toch precies gezien hoeveel euro het per jaar per persoon scheelt en dat is geen 1.000,— per jaar. Het is uw eigen lijstje. We gaan 180.000,- besparen op BN de Stem. Dus als ik daar nou gebruik van maak, moet ik voortaan 25,— per maand zelf gaan betalen. Dat is 300,--. Besparing langdurigheidstoeslag: ik had 450,— en krijg straks nog 250,-. Dat is 200,—. De aanvullende collectieve ziektekostenverzekering 6,— per maand. Noem het maar op, als je het allemaal bij elkaar optelt. We gaan 985.000,- bijna een miljoen, weghalen bij die 12% van de mensen die op of onder de armoedegrens leeft. Dat zijn 19000 mensen, 2,1 per gezin. Dat zijn 9000 gezinnen die daar gebruik van maken. Een miljoen gedeeld door 9000 is 1.000,— per gezin per jaar. MEVROUW VAN MAANEN: Als u zo gaat rekenen. Als u die bedragen optelt, komt u niet aan 1.000,— MEVROUW VAN DER SANDEN: Zo moetje rekenen. Je gaat een miljoen euro korten op 9000 gezinnen. Hoe moet ik het dan berekenen? DE HEER DE BEER: Voorzitter, hier wil ik toch ook nog wel een opmerking over maken. DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer, tot slot. DE HEER DE BEER: Ik heb respect voor het verhaal van mevrouw Van der Sanden, maar dan moet ze wel de juiste cijfers hanteren en bij die 1.000,- per gezin pakt zij nu ook de uitvoeringskosten mee die wij in dit huis maken voor regelingen die wij bezuinigen. En zo'n voorbeeld van BN de Stem. BN de Stem is juist een partner die zegt dat deze bezuiniging een kans is om daar in te springen en dus die diensten aan te blijven bieden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 21