834 MEVROUW VAN DER SANDEN: uiteindelijk opgeleverd heeft aan feitenmateriaal op basis waarvan deze raad, de leden van de commissie, ook op een goede manier besluiten heeft kunnen nemen. Bij dit onderwerp zijn die cijfers en feiten niet op tafel en als ze op tafel liggen zijn ze tegenstrijdig. En ik ben toch niet iemand die tekent bij het kruisje. Ik wil weten waar het over gaat, de feiten en cijfers kennen en dan pas besluiten nemen. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Ja voorzitter. Dat lijkt me helder. Die commissie die hebben we en die doet ook dat brede perspectief. Dat hebben wij besproken in die commissie. Ik moet het nog bespreken met mijn fractie maar ik zie nog niet de meerwaarde van het formaliseren van die commissie die er al is. DE HEER SZABLEWSKI: Even,... DE VOORZITTER: Nee, ik stel voor dat mevrouw Van Maanen nu verder gaat. Mevrouw Van Maanen gaat verder. DE HEER SZABLEWSKI: Er is duidelijk een misverstand in het spel want er is geen sprake van een formeel ingestelde werkgroep. Daar is geen sprake van. DE VOORZITTER: Goed. De motie is volgens mij helder en daar kan over gesproken worden. Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Dan worden er opmerkingen gemaakt of alle bezuinigingen in dit huis en deze stad allemaal worden afgewenteld op de armen. Dat waag ik toch te bestrijden. Wij hebben een afgebalanceerd bezuinigingsbeleid. We moeten ook nog in de takendiscussie 10 miljoen bezuinigen en we gaan op zijn minst ook 8 tot 10 miljoen bezuinigen op de bedrijfsvoering in deze stad. Dus ik bestrijd het dat wij alle bezuinigingen op de allerarmsten afwentelen. Dat is natuurlijk helemaal niet waar. En wat ik lastig vind, is dat u hier staat mevrouw Van der Sanden of daar zit met uw betoog en zegt: dat kost de mensen 1.000,— per gezin per jaar. Daarmee creëer je een onderbuikgevoel en een angstgevoel bij mensen die niet precies weten hoe de vork in de steel zit. Dan denk ik dat we daar geen goed aan doen. We moeten de zaken hier wel helder neerzetten zoals ze zijn. Voorzitter, daar wil ik toch graag op reageren. Dan zou ik zeggen: praat eens met die mensen, kijk nou naar het verhaal van Jan Hopman bijvoorbeeld. Die geeft heel duidelijk aan dat die mensen doodsbang zijn. En dat is niet omdat ik hier iets zeg, dat is omdat dit college bepaalde bezuinigingen aankondigt die gewoon heel hard aan komen bij die groep. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, daar wil ik op reageren met te zeggen dat door dit soort uitspraken dat het dus 1.000,— per gezin per jaar kost, datje daardoor ook wel een beeld schetst wat bezijden de waarheid is en waarvan ik me dan kan voorstellen dat mensen bang worden. Maar u heeft zojuist gezegd: u haalt er nou een voorbeeld uit. En dat zei mijnheer Szablewski ook, dat van de vrouw in mijn situatie met 3 kinderen. Dat heb ik namelijk ook gedacht. Want toen ik dat uit ging rekenen dacht ik: nou dat is wel erg veel maar er zijn misschien wel situaties waar dat minder is. Dus toen ben ik gaan kijken naar de slechtste situatie, iemand die het minste krijgt in mijn ogen, en dat is de alleenstaande zonder kinderen. Toen heb ik dat dus ook weer allemaal uitgerekend en toen kwam ik uit met de huurtoeslag en al die toeslagen erbij op tegen de 1.300,— netto in de maand. Vervolgens dacht ik: hoe zit het nou als die alleenstaande moeder die in de bijstand zit, zou gaan werken? Stel je nou voor dat ik dat bedrag zou kunnen verdienen, die ongeveer C 1.800,—per maand. Ga ik er dan op vooruit of op achteruit? Nou dan ga ik er wel op achteruit. Dan moet ik wel alle lasten gaan betalen, gemeentelijke lasten worden niet meer kwijt gescholden. En ik krijg wel netjes kinderopvangtoeslag voor de kinderen die in de kinderopvang zitten maar het overblijven wordt niet vergoed. Dat is voor mij 3,— per kind per dag. Dan ga ik er dus netto 165,— op achteruit. En ik heb geen recht meer op allerlei vergoedingen en Bredapas en bijzondere bijstand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 34