804
I. OPENING.
DE VOORZITTER:
Dames en heren, mag ik u vragen de plaatsen in te nemen?
Ik open de vergadering.
Er zijn berichten van verhindering van de heer Bart Vos en de heer Klaas Dijkhoff.
II. VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2011.
DE VOORZITTER:
Voor deze voortgezette vergadering resteert als enige agendapunt, punt 7, de behandeling van de
verordening langdurigheidstoeslag Breda 2011.
Op uw tafel ligt een set kopieën van de moties en amendementen die voor de vergadering
afgelopen donderdag voor dit agendapunt zijn aangeleverd.
Voor de orde van de vergadering gelden, zoals ook met de fractievoorzitters afgesproken, dezelfde
afspraken die met de fractievoorzitters zijn gemaakt en daarbij, - ik zeg dat toch even in alle
openheid, - hebben we afgesproken 3 minuten spreektijd in de eerste termijn zonder interrupties.
Enkelen van u hebben gezegd dat het mogelijk iets langer kan zijn maar ik vraag u allen om daar
wel een beetje naar te kijken want het is wel de afspraak zoals die gemaakt is. Dat wil ik vooraf
even aan u melden om daar ook met z'n allen te proberen werk van te maken, als ik het zo mag
zeggen.
le termijn.
DE VOORZITTER:
Wie van u wenst het woord?
Het woord is aan mevrouw Van Maanen, VVD.
MEVROUW VAN MAANEN:
Dames en heren, voorzitter, we zijn hier vandaag nog een keer bijeen voor dit jaar, voor het
armoedebeleid. Over dit onderwerp hebben wij ook in de commissie al drie en een half uur kunnen
debatteren. Veel fracties hebben tijdens die commissievergaderingen hun twijfels geuit over de
voorstellen die het college naar de raad had toegestuurd. En om maar even te resumeren, er
stonden voornamelijk 4 punten ter discussie tijdens die commissievergadering. Dat is als eerste de
hoogte van de langdurigheidstoeslag, als tweede de bijdrage van de gemeente aan de aanvullende
ziektekostenverzekering, de 65 plus regeling, en de afschaffing van de langdurigheidstoeslag voor
mensen die in een re-integratietraject zitten. Voor wat betreft die laatste 2 punten vindt de VVD
het na het debat bij nader inzien goed te verdedigen om een andere keuze te maken dan het
college. Immers, een 65 plusser er is met pensioen en heeft dus ook geen financiële prikkels meer
nodig om zich naar de arbeidsmarkt te begeven. En iemand die een goede stap op de
participatieladder zet, wil je daarvoor niet straffen maar liever een beloning geven. Bij de eerste 2
punten daarentegen, zou de VVD het liefst het college volgen. In de eerste plaats om de
armoedeval zo veel mogelijk te beperken, houden wij de langdurigheidstoeslag graag zo laag
mogelijk. En wat ons betreft, is de aanvullende ziektekostenverzekering geen basisvoorziening en
daarom een individuele keuze die je wel of niet maakt en dus ook zelf wel of niet betaalt. Alleen
zijn wij niet de enigen in deze raad. En we hebben gemerkt dat andere partijen hier iets anders in
zitten. Bovendien zit de VVD in een coalitie met het CDA, GroenLinks en D66. En ook zij zien liever
iets anders. Net als in een goed huwelijk is het geven en nemen. Daarom zullen onze partners
straks voorstellen indienen die ook door ons ondertekend zijn. Wat de VVD jammer vindt, is dat
door deze voorstellen het budget voor kinderen in de verdrukking komt. En daarom dienen wij
daarvoor een motie in die ook is ondertekend door alle coalitiepartners.
Dan wil ik tot slot toch nog een en ander voor u in perspectief zetten. Want in de
commissievergadering, - en u ziet het ook in de kranten -, worden wij als coalitie door een aantal
oppositiepartijen uitgemaakt voor asociaal omdat wij het aandurven om te bezuinigen op het
armoedebeleid. De heer Szablewski bijvoorbeeld zat er boven op toen ik suggereerde dat het met
het inkomen van de minima heus nog niet zo slecht gesteld is in Breda. En dus dacht ik deze week,
of eigenlijk vorige week: hoe zit dat dan? Want als ik nou naar mezelf kijk, moeder met 3 kinderen,
alleenstaande moeder met 3 kinderen, stel je voor dat ik in de bijstand kom. Het zou natuurlijk