te voorzien. Maar daarvoor is we) integraal een samenhangend beleid nodig met een re-integratie
en armoedebeleid als een soort springplank met een vangnet. Daarom, vanwege de onduidelijkheid
in de cijfers, hebben wij als Partij van de Arbeid een motie waarin wij het verzoek doen aan deze
raad om een tijdelijke raadscommissie in het leven te roepen, zoals we ook gedaan hebben bij de
woningbouwprogrammering, die gaat onderzoeken wat hier nou allemaal precies aan de hand is,
en die ook de samenhang gaat leggen tussen de re-integratie aan de ene kant en het
armoedebeleid aan de andere kant. En dat het succesvol kan zijn, dat heb ik wel ervaren, vorige
week tijdens de discussie in deze raad, over de stedelijke woningbouwprogrammering was er een
stevig debat, verschillen kwamen tot uitdrukking in de moties, maar toen het er op aan kwam om
te stemmen over Koers gezet, was de raad unaniem voor. En ik zie toch ook zoiets voor me in de
zin dat wij raadsbreed eens gaan kijken wat hier nou nodig is om dat doel, wat iedereen toch graag
wil nastreven, dichterbij te brengen, namelijk mensen vanuit de bijstand toe te leiden naar de
eerste of tweede trede op de participatieladder. De Partij van de Arbeid blijft overigens van mening
dat ingrepen in deze tijd in het armoedebeleid, zeker voor deze mensen, niet sociaal zijn. Daarom
hebben wij een aantal moties.
Motie 1 gaat over de langdurigheidstoeslag. Die heb ik hier en geef ik aan de voorzitter. Die motie
roept u op om zeg maar de langdurigheidstoeslag voor bestaande gevallen te handhaven en vanaf
1 januari een andere invulling er aan te geven.
Motie 2 is een motie over de duurzame gebruiksgoederen voor 65 plussers. Want daar staat nog
steeds het voorstel dat die zal worden afgeschaft. En wij vinden dat die moet worden gehandhaafd.
Dus die dien ik bij deze ook in.
Dan heb ik een motie over de wijzigingsbevoegdheid voor de verordening langdurigheidstoeslag.
Tot nu toe was het zo dat de raad die bevoegdheid aan zichzelf had en hield. Maar in de
verordening heeft dit college opgenomen dat zij dat zelf wil gaan doen, jaarlijks. En wij vinden toch
dat wij daar zelf de vinger aan de pols moeten houden. Dus vandaar dit amendement.
Dan hebben we nog een amendement over de aanvullende ziektekostenverzekering. Die dien ik
dan bij deze ook in.
Wij zijn uiteraard nieuwsgierig naar de reacties van andere fracties. Dus u bent opgeroepen om
daar op te reageren. En wij kijken daarbij uiteraard met een scheef oog naar GroenLinks en naar
het CDA omdat ik vorige week bij de zendtijd voor politieke partijen een woordvoerder van het CDA
in beeld zag die zei: wij komen op voor de zwakkeren en hebben solidariteit hoog in ons vaandel
staan. Laat ik nou vandaag het CDA hier oproepen om hier invulling aan te geven.
We hebben vandaag kansen om als raad een raadsbreed offensief in te zetten voor meer
perspectief en een menswaardig bestaan voor de minima. Mevrouw Koger heeft al een paar maal
geroepen: sla nou eens een brug naar ook anderen in deze raad. Nou bij deze, doe ik dat. En kijk
zorgvuldig en goed naar ons voorstel over de raadscommissie want volgens de Partij van de Arbeid
doen we ons daar als raad een eer aan om te zorgen dat wij zorgvuldig en op basis van feiten en
cijfers, - de juiste feiten en cijfers -, een goed re-integratie beleid opstellen waarbij de mensen
inderdaad toegeleid worden naar werk, waarbij we meer besparen dan bezuinigen en waarmee we
ook een armoedebeleid in stand houden wat past in deze tijd en wat ook past bij deze mensen.
En om maar eens het voorbeeld wat de VVD hier lanceert, te nemen: ja dat doet zich voor. Maar ik
heb u net laten zien op basis van de cijfers uit het rapport wat wij gekregen hebben van deze
gemeente zelf, dat het aantal mensen wat gebruik maakt van al die regelingen in ieder geval toch
niet zo hoog is als u veronderstelt.
Mijnheer de voorzitter, ik houd het voor de eerste termijn bij dit verhaal en ik wacht de tweede
termijn af. Ik houd de motie over de raadscommissie even achter de hand, afhankelijk van de
reactie van alle collega's. Ik dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer mijnheer Szablewski.
Motie. Verzoekt het college de beleidsregels zodanig te wijzigen dat de langdurigheidstoeslag in
stand zal blijven voor iedereen die er op 31-12-2010 recht op heeft en die toeslag ook
daadwerkelijk hebben aangevraagd en/of hebben ontvangen. Voor nieuwe rechthebbenden,
ingaande 01-01-2011 de langdurigheidstoeslag vast te stellen op 250,—. 3. Deze
langdurigheidstoeslag jaarlijks te verhogen met 50,— tot een maximum van 400,— indien en
voor zover er sprake is van voldoende inspanningen om een stap te nemen op de participatieladder
en de verantwoordelijkheidsladder en dat deze inspanningen ook nog geen resultaat hebben
gehad. Zij die recht hebben op een langdurigheidstoeslag via extra inspanningen en regelmatige
contacten met de Sociale Dienst, toe te leiden tot de arbeidsmarkt, het contact met de Sociale
Dienst tenminste een keer per jaar zal plaats vinden. 6. Een doelstelling op te nemen dat het
aantal gebruikers van de langdurigheidstoeslag door een goed volumebeleid met 20% zal afnemen.
Motie 7.5. Verzoekt het college af te zien van versobering van de premie van de collectieve
ziektekostenverzekering voor de minima. Het deelnemen aan aanvullende ziektekostenverzekering