18
zuidzijde zou zeker iets moeten gebeuren rondom parkeren. Of dat moet door het aanpassen van
het ontwerp? Volgens ons kan dat niet want het ontwerp is inmiddels vastgesteld en in de
aanbesteding. Maar goed, in de openbare ruimte kan natuurlijk van alles. Alleen moet er wel een
oplossing zijn voor het probleem. Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Dank u wel. Er werd mij een vraag gesteld of er nieuwe cijfers zijn en waarom ik het onderwerp nu
op de agenda breng. Nieuwe cijfers, enigszins, die zijn ook wel door de Fietsersbond al wel
ingebracht. Maar volgens mij hebben we ons te weinig gerealiseerd dat het misschien nog wel eens
erger kan zijn omdat er ook nog heel veel kantoren in de OV terminal komen, winkels horeca. Tel
dat ook allemaal maar op. En ik heb ook begrepen dat het misschien wel niet mogelijk is om
reserve fietsenstallingen die eventueel gepland zijn, neer te zetten. Dus dan krijg je ook nog
minder. De problematiek wordt dus nijpender met daarbij ook dat ik denk dat dit misschien wel het
laatste moment kan zijn waar we de steun aan het college kunnen geven voor alle inzet om een
oplossing te vinden. Wij hebben hierover inderdaad al meerdere keren gesproken, met name
hebben we toen onze zorgen uitgesproken maar misschien hebben we nog niet zo sterk hier een
uitspraak neergelegd dat een station zonder een oplossing voor het probleem voor de
fietsenstallingcapaciteit eigenlijk voor ons niet acceptabel is. Vandaar dus deze motie. Ik ben blij
met de steun van vele fracties. Ik begrijp dat er met name in de richting van de oplossing, dat men
daar twijfels over heeft. Moet dat nou alles aan de zuidzijde of aan de noordzijde en moet dat door
middel van een fietsdoorgang. Dus ik zou eigenlijk willen voorstellen om het dictum van 1 te
wijzigen in: spreekt als zijn mening uit dat het station zonder een oplossing voor het
fietsenstallingcapaciteitsprobleem, - doet het goed bij scrabble, - onacceptabel is.
DE VOORZITTER:
Wilt u het herhalen?
MEVROUW VAN BEEK:
Spreekt als zijn mening uit dat het station zonder een oplossing voor het
fietsenstallingcapaciteitsprobleem onacceptabel is.
DE HEER SCHELTENS
Voorzitter, mag ik daar wat over zeggen?
DE VOORZITTER:
De heer Scheltens.
DE HEER SCHELTENS:
Ik vind het een dappere poging om de motie aan te passen. Maar dan denk ik ja, als de betrokken
partijen bij het hele gebeuren, en dat zijn er nogal wat, allemaal een andere uitleg geven aan een
juiste oplossing van het probleem, dan komen we geen je weet wel verder. En ik hoop juist dat dit
zal leiden tot wel een hele duidelijke stap. En ik begrijp wel dat het woord onacceptabel voor de
heer Szablewski onacceptabel is. Nee, om het maar eens heel persoonlijk te maken: stel je voor
dat het woord onacceptabel in het eerste deel van het dictum zou betekenen dat dan de
verantwoordelijk wethouder, in casu wethouder Willems, verzocht wordt om met de trein naar
Tilburg te vertrekken, dat zou voor ons dan weer onacceptabel zijn. Dus nogmaals, het gegeven
onacceptabel is in de politiek nogal een zwaar beladen begrip. Als u dat probeert te verzachten
door deze oplossing, dan denk ik dat er dan weinig van over blijft. Dus misschien dat ik dan even
na moet denken. Volgens mij zit er iets heel moois in de lucht van een gezamenlijk optreden van
de raad maar dan moet er wel een goede tekst liggen.
DE VOORZITTER:
Ik wil even een punt van orde. Het gaat om het tweeminutendebat. Daarvoor hebben we heldere
spelregels. U komt nu aan de thematiek of u kiest voor een schorsing en gaat daarover spreken. En
dan is de vraag of je daarmee het karakter van het tweeminutendebat haalt. Of u zegt: ik wil
daarover spreken in de commissie en kijkt dan op een bepaald moment...Mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Ik wil kort even schorsen als het mag.