24
Datzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor het budget van het onderwijsachterstandenbeleid. Daarvan
heb ik ook gezegd tegen het onderwijs: laten we kijken hoe we de dingen slim kunnen inzetten
met elkaar. En dat heeft bijvoorbeeld te maken dat ik heb gezegd: laat ik die rompslomp
afschaffen met die schakelklas in die zin dat wij iedere school apart aanschrijven, jullie weten wat
ons budget is, jullie weten waar het het beste nodig is, maar een gezamenlijke aanvraag van alle
schoolbesturen scheelt ons allemaal een hoop werk en dan hoeven wij ook geen aanvragen meer af
te wijzen en een keuze voor die scholen te maken want die maken zij zelf. Dus dat soort afspraken
hebben we met elkaar gemaakt om in ieder geval te zorgen dat de budgetten zo ingevuld worden
dat de scholen daar ook het meeste profijt van hebben.
Waar het gaat over hoe weet je nou dat specifiek de hulp geboden wordt die ook nodig is, daarvoor
hebben wij straks op iedere school een, zoals wij dat dan noemen, school CJG-er. Dat is iemand die
vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin het aanspreekpunt is voor de scholen waar het gaat over
hun zorgleerlingen. Want ook op school wordt natuurlijk als vindplaats heel veel gesignaleerd. En
wij proberen op die manier ook het gesprek met de ouders aan te gaan. Maar tegelijkertijd, en dat
was ook wat mevrouw Heerkens al zei, is die sociale context ook heel belangrijk. Een van de
dingen die wij via het CJG ook organiseren, zijn inloopmomenten, laagdrempelig, waar ouders
elkaar kunnen ontmoeten en hun vragen die ze met opvoeden en opgroeien ook tegen komen, ook
met elkaar op een laagdrempelige manier kunnen delen en zo ook met elkaar kunnen stimuleren
om eventueel een steuntje in de rug te zoeken als dat nodig is. Daarin proberen we wel degelijk die
outreachende rol - om in het vakjargon te blijven - op die manier op te pakken.
Voor wat betreft het schoolzwemmen, de SP had daar nog een aantal vragen over, ik heb hier een
aantal feiten gegeven rondom schoolzwemmen. Tegelijkertijd is het ook zo dat wij met name met
die Onyx scholen, daar waar het het meeste voor komt dat kinderen nog geen diploma hebben in
groep 4, wij gaan kijken hoe we kunnen komen tot een regeling dat zo min mogelijk kinderen hier
last van hebben. Ook waar het gaat om bijvoorbeeld financiële compensatie met Optisport waar
vorige keer in de commissie iets over gezegd is, ook daarover zijn we met Optisport in gesprek. En
het lijkt er op alsof we daar op een goede manier met elkaar gaan uit komen. Maar dat is
misschien ook iets wat u met de Sportnota zou kunnen bespreken.
Als ik kijk naar bijvoorbeeld aan de ene kant naar toch ook de waardering van die positieve toon in
het stuk. Dat wordt ook eigenlijk onderschreven door deskundigen. Mevrouw Heerkens heeft ook
het VING magazine gelezen waarin inderdaad gezegd wordt, ja, we moeten ook die jeugd niet
problematiseren. En het verheugt mij dan ook dat het ministerie van VWS bij ons langs komt om
vanuit de nota die wij hebben geschreven te kijken hoe wij de dingen hier in Breda aanpakken,
omdat andere gemeenten daar ook van kunnen leren. En daar spelen wij allemaal een rol in. En
wat er in dat stuk staat, om even te duiden, over de fysieke omgeving, het stuk spreekt dan over
voortuintjes en ontmoeting in de buurt. Die ontmoeting proberen we in ieder geval ook via de
school en via het CJG met elkaar te organiseren. Maar tegelijkertijd, en dat is ook wat Paul Frissen
in Binnenlands Bestuur van 28 januari zegt, moeten wij ook de opvoeding niet problematiseren en
moeten wij niet de stelling met elkaar hanteren dat ouders niet meer deugen en zeker die van
tegenwoordig niet meer. Opvoeden is iets wat primair bij ouders ligt en wat de meeste ouders ook
prima kunnen en waar wij een goed vangnet voor hebben als daar een steuntje in de rug voor
nodig is.
U heeft ook het volgende gezien in de budgettering en in het aantal doelstellingen. Als u kijkt dan
ziet u dat wij 8 doelstellingen hebben waarvan 4 in de brede ontwikkeling, dus voor die 85% van
de kinderen, 3 in het versterken van kansen, voor die 15% en 1 voor passende zorg voor die 5%.
En in de budgetten ziet u ook dat daar ook ruim aandacht is voor die 15%, die groep die ook het
meeste geld kost.
DE VOORZITTER:
Kunt u langzaam gaan afronden?
WETHOUDER BOELEMA:
Ja. Dan nog even het volgende. Breda'97 heeft daar in de commissie ook al heel even over
gesproken, de drop outs. Ik zou die term niet zo willen benaderen maar als het gaat om kinderen
die echt meer zorg nodig hebben, daar hebben wij er in Breda ook uitstekende voorzieningen voor
om die kinderen op te vangen. En dat heeft aan de ene kant te maken met de tweede lijn waar
bijvoorbeeld jeugdzorg in zit waar nu de provincie nog voor verantwoordelijk is maar wij proberen
ook met leerplicht en met signalen die wij krijgen van kinderen die het echt moeilijk hebben, daar
hebben wij gewoon opvangmogelijkheden voor in Breda en die zijn ook toereikend. Ook daar wordt
in overleg met het Veiligheidshuis bijvoorbeeld hulp ingeroepen.
Nog even kort over het mentorenproject waar de vorige keer ook al in de commissie over
gesproken is. Vandaag is met de scholen ook afgesproken dat, want mijn lijn is wel dat als er iets
gebeurt rondom al die goede initiatieven van vrijwilligers, dat het in ieder geval een aanvraag is die
met de scholen ook het stempel heeft gekregen waardoor we ook zeker weten dat het project ook