Dank u we! voorzitter, heel kort. We zitten bijna in de jaren 20 van deze eeuw. Het is bijna een
eeuw geleden dat in Amerika de drooglegging startte. Optisch was het in het begin een succes, het
succes was echter al na enige maanden niet meer vol te houden, dat zogenaamde succes, een
groot illegaal circuit, en zelfs vergiftiging van alcohol wat tienduizenden doden tot gevolg had. Een
een op een vergelijking met de wietpas gaat wat ver. Maar het is wel een feit dat we met de
wietpas ingrijpen in een gereguleerde softdrugs markt. En met die wietpas faciliteren we juist
daarbij die criminaliteit die we juist met die taskforce willen aanpakken. Voorzitter, ik wil er verder
geen woorden aan vuil maken maar dat lokale maatwerk wat de VVD juist niet wil, daar staan wij
voor. Wij willen dat de gemeenteraad hier de bevoegdheid over houdt en wij zeggen tegen die
wietpas: nee.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel. Ik denk dat iedereen die wilde, aan bod is gekomen, alle partijen. Ja, dank u wel.
Heeft de burgemeester nog behoefte aan een reactie?
DE BURGEMEESTER:
Heel kort, want ik deel toch de opmerking van de heer Van Lunteren. Ik ben in ieder geval niet in
de positie om u deze motie aan- of af te raden en hetzelfde geldt voor het college. Nogmaals, de
beslissing voor de invoering van een pasjessysteem treft alleen de bevoegdheid van de minister
van Veiligheid en Justitie, respectievelijk de wetgever. Al eerder heb ik nadrukkelijk kennis
genomen van uw opvattingen over dit dossier. Deze heb ik inmiddels aan de minister
overgebracht, zowel persoonlijk als ook via mijn ambtenaren.
Nogmaals: de minister blijkt zeer gedecideerd in zijn standpunt. Gisteren heeft u daar nog eens
kennis van mogen nemen middels een reportage rond de klok van zes uur. Hij zal hier evenwel in
gesprek moeten met uw collega politici in de tweede kamer. En wat mij betreft, ik wil u, met alle
respect voor uw standpunt, doorverwijzen naar de collega volksvertegenwoordigers in de kamer,
aangezien daar het eigenlijke debat over de kwestie gaat plaats vinden. En dat lijkt mij de
aangewezen weg, om via de politieke lijnen de standpunten over te brengen. Uiteraard wacht ik
ook met grote belangstelling de uitkomsten van het nationale debat af. En in de tussentijd breng ik
uw standpunten ook samen met mijn collega's bij de bespreking met de minister en zijn
vertegenwoordigers over.
Een ding, dat zeg ik wel tegen de indieners van de motie. Het is wel opmerkelijk, u spreekt de
motie uit, u zegt: we zijn tegen de wietpas. Maar daarnaast zegt u: als hij ingevoerd wordt, dan
moet ook die extra politiecapaciteit komen. Ik constateer dat slechts. Daar moet u zelf uw eigen
politieke consistentie over beoordelen, niet meer, niet minder. Ik zal in ieder geval uiteraard het
standpunt overbrengen, maar weet dat wij met de burgemeesters opmerken dat als die wietpas er
moet komen, ook gerelateerd moet worden met politiecapaciteit. Daarvan is minister Opstelten
zeer op de hoogte.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter,
DE BURGEMEESTER:
Het woord is aan het kabinet en aan de kamer.
DE HEER AKINCI:
Een kleine interruptie in de richting van de burgemeester, als het mag.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Akinci.
DE HEER AKINCI:
U verwijt ons, althans u verwijt ons niet, maar u merkt inconsistentie op. Niet zozeer, wij willen die
extra politie capaciteit bij een opgelegde wietpas, zoals dat ook in regel 2 van het dictum staat.
DE BURGEMEESTER:
Het was een wat ondeugende prikkel.
DE HEER AKINCI:
Daar komt u niet mee weg.
DE BURGEMEESTER: