51
Precies.
DE VOORZITTER:
Er is per fractie 3 minuten spreektijd voor de le termijn. Wie van u wenst het woord bij dit
agendapunt?
Het woord is aan de heer Akinci.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, ik snap wel waarom u mij als eerste aan het woord laat. Wij kwamen elkaar bij de
ingang tegen en toen zij u: we zijn om half negen klaar hè. Toen zei ik: dan zal ik na half negen
niks meer zeggen. En het is al bijna half negen. Dus als de andere fracties eerst zijn, dan kan ik
niks meer zeggen.
DE VOORZITTER:
Ik vind vooral het belangrijkste na half negen. Dat begrijpt u.
DE HEER AKINCI:
DE VOORZITTER:
Gaat u verder.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, we hebben het er in de commissie al vrij uitgebreid over gehad. En over het algemeen
niets dan waardering voor de algemene subsidieverordening 2011 zoals die nu voorligt. Het is een
bundeling van allerlei beleidsregels, per afdeling bijna. We maken daar nu een document van wat
voor alle subsidies van toepassing is.
We hebben alleen een aanvullende suggestie gedaan in de commissie, namelijk om bij organisaties
die een subsidie van 50.000,-- of meer ontvangen, ook een aantal eisen te stellen. Eisen hoeven
het niet per se te zijn, maar in ieder geval die organisaties ook te vragen wat te doen als het gaat
om maatschappelijke doelstellingen en duurzaamheid. Waarom vonden we dat logisch om dat van
die organisaties te vragen? Wij doen dat immers ook bij ons eigen inkoopbeleid. Stel dat wij een
aanbesteding uitschrijven voor een nieuwe accountant. We hebben het onlangs gedaan. Dan
vragen wij aan die accountant om 5% van de prijs die de accountant rekent voor zijn
werkzaamheden, te besteden aan bijvoorbeeld werktrajecten voor mensen met een indicatie. Wij
vragen zo'n accountant ook om een paragraaf op te stellen in de offerte, in de bieding, over
duurzaamheid. Waarom stellen wij onze partners dat soort vragen? Omdat we dat hebben
vastgesteld in het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Daarin staan criteria over integriteit,
maatschappelijke, sociale doelstellingen, duurzaam inkopen enzovoort. Het leek ons redelijk dat als
we die vragen aan marktpartijen stellen, we dan ook aan grote organisaties, grote
subsidieontvangers, soortgelijke vragen stellen. De wethouder reageerde daarop met: interessante
gedachte, en als u denkt daar een hanteerbaar voorstel voor te doen, dan zie ik uw amendement
tegemoet. Helaas ziet ze dat niet want ze is vandaag niet aanwezig. Maar haar plaatsvervanger
bied ik dan ook dit amendement aan waarin ik het voorstel, zoals ik dat zojuist omschreven heb,
geprobeerd heb te verwoorden in een extra artikel in de verordening.
DE VOORZITTER:
Besluit....
DE HEER AKINCI:
Pardon voorzitter, voor dat ik het vergeet, ik mag het amendement mede indienen namens collega
mevrouw Haagh en collega de heer Bos.
DE VOORZITTER:
Besluit, voor besluit punt 1 een nieuw punt toe te voegen, luidend als volgt, een extra artikel in te
voegen na artikel 6.2 luidend als volgt: artikel 6.3. duurzaamheid en social return. Bij subsidies
van 50.000,- of meer is de subsidieontvanger verplicht in het beleidsplan op te nemen op welke
wijze de organisatie invulling geeft in het door haar gevoerde beleid rondom duurzaamheid en
social return, conform de in hoofdstuk 2 van de Nota inkoop en aanbestedingsbeleid gemeente
Breda 2010 gestelde uitgangspunten en de daarop volgende punten te hernummeren.
Het huidige punt 4.1. te hernummeren en te wijzigen als volgt: De aldus gewijzigde algemene
subsidieverordening Breda 2011 vast te stellen.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Ik geef nu het woord aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.