52 MEVROUW HAAGH: Dank u wel voorzitter. Twee weken geleden hebben wij ook aangegeven dat we de nieuwe driedeling die in deze verordening wordt gemaakt, heel erg goed vinden. Er wordt nu echt een onderscheid gemaakt in kleine subsidies tot 5.000,--, subsidies van 5.000,-- tot 50.000,-- en de grotere subsidies. En daarvoor geldt nu een ander verantwoordingsbeleid. En dat is goed voor de gemeente maar ook goed voor de aanvragers. Een paar van onze kritische punten en suggesties die we twee weken geleden naar voren brachten, heeft de wethouder overgenomen. Wij zijn tevreden met de wijziging die we vandaag ook hebben gevonden op onze tafel om de termijn voor beoordeling van kleine subsidies te verkorten. Daar hadden wij expliciet om gevraagd. In plaats van 13 weken staan er nu 8 weken voor. Wat de Partij van de Arbeid betreft, mag het best nog iets sneller maar laat dat dan maar een leuke uitdaging zijn voor het college. Het is in ieder geval voor de organisaties die de subsidies aanvragen goed dat ze ruim voor aanvang van de activiteit nu weten of ze ook echt de subsidie zullen krijgen. Deze verordening is een beginstap naar eigenlijk een nieuwe subsidieregeling. In de afgelopen maanden is er bijvoorbeeld ook in de takendiscussie al veel gesproken over een ander subsidiestelsel. Veel bewoners, veel organisaties, maar ook politieke fracties, ook de Partij van de Arbeid hebben daarvoor suggesties aangedragen. En voor die ideeën en suggesties moet, wat ons betreft, wel echt ruimte zijn in de uitwerking die nu nog moet gaan plaats vinden in de nadere regels. Toen ik hier in de commissiebehandeling naar vroeg, gaf de wethouder aan dat de raad natuurlijk altijd het laatste woord heeft als het gaat om de regels en dat ze het voor de zomer nog wilde behandelen. En ik wil vanavond van het college heel graag nog even de bevestiging dat dit inderdaad plaats vindt, dat de uitwerking in samenwerking met de raad plaats vindt en dat daarbij ook de geopperde ideeën vanuit de stad worden meegenomen. Want dan is er kans op een echte hervorming die breed gedragen wordt. We vinden het ook belangrijk dat de uiteindelijke regelingen die onder deze subsidieverordening komen te liggen door de raad bekrachtigd worden zodat we daadwerkelijk het laatste woord hebben. Ik hoor graag van het college of deze lijn voor de uitwerking, ook door u zo gezien wordt. Tot slot nog een aandachtspunt waar we ook in de commissie over gesproken hebben maar wat nog niet goed behandeld is. Dat is het risico dat er nu is dat organisaties 3 maal 4.900,- gaan aanvragen in plaats van de eigenlijke subsidie van 15.000,—. Want dat blijkt toch een beetje lucratief in het nieuwe stelsel. We gaan er echt van uit dat u met een goed voorstel komt om dat tegen te gaan maar dat ook heel duidelijk communiceert naar organisaties zodat zij niet na een eerste aanvraag geconfronteerd worden met het bericht dat een tweede kleine aanvraag niet mogelijk zou zijn. Daarvoor graag aandacht. Dat was het, voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan de heer Voorn, CDA. DE HEER VOORN: Goedenavond voorzitter. Het CDA is blij met de huidige subsidieverordening zoals die is opgesteld door het college, en wel omdat het simpelweg een trendbreuk is met het verleden in positieve zin. Het verenigen vanuit de eigen kracht vanuit de samenleving wordt hiermee bevorderd. Het is alleen een zetje extra en daar zijn wij erg blij mee. Het is simpeler geworden en daarmee is de regeldruk verlaagd. Dan krijgen we vervolgens het amendement van GroenLinks. Die zijn er juist voor om de regeldruk weer te verhogen. Dat is erg jammer. Wij zullen dan ook het amendement niet ondersteunen. Tot zover. DE HEER AKINCI: Zou ik de heer Voorn een vraag mogen stellen, voorzitter? Wat ik mij vooral afvraag, is het volgende. U kunt het zien als regeldruk. Ik zie het als een partij die als gemeente vraagt een gedeelte van jouw beleid uit te voeren en doe dat dan ook conform de regels die de gemeente voor zichzelf ook hanteert. Maar vooral misschien aanvullend daarop: waarom zouden wij van marktpartijen bij wie wij producten inkopen, die regels stellen en vinden we dat normaal en is dat aankoopprogramma ook vastgesteld hier in Breda, en waarom zou het dan voor organisaties met wie een subsidierelatie van meer dan 50.000,-- bestaat, - dat zijn toch ook niet de kleinste -, plotseling een onoverkomelijke lastenverzwaring zijn? DE HEER VOORN: Ik denk dat we hierin van mening verschillen, als het gaat om het kenmerk van organisaties die een subsidie aanvragen. Als je het over marktpartijen hebt, dan moet je misschien nog een extra zetje geven om maatschappelijk verantwoord ondernemen onder de aandacht te brengen. En ik mag aannemen, en dat hebben we gewoon ook gezien de afgelopen jaren, dat bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 16