53 subsidieaanvragen, in het verlengde van deze subsidieregeling, we er van uit kunnen gaan dat maatschappelijk verantwoord ondernemen onderdeel is van het beleid van de partners. En om daar nog specifiek iets bij te gaan verzinnen, lijkt me niet nodig. DE HEER AKINCI: Ik vind het wat jammer, - nog een keer voorzitter, als het mag -, je vraagt van grote organisaties die sowieso al een beleidsplan hebben: neem daar nou een paragraaf over op. U zegt: dat sociaal betrokkene zit waarschijnlijk toch wel in de vezels. Nou, in dat geval lijkt het me ook geen onoverkomelijk probleem om aan dat soort organisaties te vragen: maak dat nou eens expliciet die zaak die je doet voor social return, voor duurzaamheid. Het is een stuk voor twee termijnen. Misschien dat u er nog heel even over na wilt denken. Ik denk dat wij op dit punt dezelfde ambities hebben. Maak dat dan ook expliciet, zou ik zeggen. DE VOORZITTER: Dit is gewisseld? DE HEER VOORN: Ja. DE VOORZITTER: Dan is het woord aan mijnheer Adank, VVD. DE HEER ADANK: Dank u wel voorzitter. Tijdens de commissie hebben we uitvoerig gesproken over de algemene subsidieverordening. Het kan ook geen verrassing zijn als ik zeg dat wij veel liever zien dat er naar meer inkoopbeleidachtige systemen wordt overgestapt waarbij veel meer wordt getenderd. Toch is het ook belangrijk om de subsidies die we verstrekken op een correcte, heldere en minder bureaucratische manier af te handelen. Deze verordening neemt de plaats in van een op het oog dunnere verordening. Maar de wethouder heeft toegezegd dat een veelheid aan beleidsregels als sneeuw voor de zon verdwijnt. Het siert de wethouder dat we een aangepast voorstel hebben mogen ontvangen waarin zij de termijn van afhandeling terug brengt van 13 naar 8 weken. Los van het feit dat 2 maanden nadenken of iets wel of niet te doen, nog best lang is, is de VVD best blij met deze aanpassing. Toch blijven er voor de VVD 2 belangrijke punten over. Laat ik beginnen met de reikwijdte die in de verordening staat. Artikel 1.2. Hier staan vrijwel alle beleidsvelden die de gemeente kent. Nu hebben wij ons al eens eerder uitgesproken tegen nut en noodzaak van lokale inmenging op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Voor wat betreft de VVD stoppen we daar mee. Wij dienen dus ook een amendement in om dit artikel te wijzigen. Dan moet ik even kijken of ik de goede pak. Alstublieft. Het tweede punt wat wij graag zouden willen aanvullen, heeft betrekking op artikel 4.2, de anti discriminatiebepaling. Naar onze mening doet de geformuleerde bepaling geen recht aan de werkelijkheid en verdient dit verduidelijking. Als we een verordening herzien, moet wel duidelijk zijn wat hiermee bedoeld wordt. Wij zien dus ook graag een aanvulling op het artikel, welke verwoord is in het volgende amendement. Tot zover mijn bijdrage voorzitter. DE VOORZITTER: Goed. Het amendement luidt: Artikel 1.2, lid 1, sub a, ontwikkelingssamenwerking en externe betrekkingen te laten vervallen. En het andere amendement: besluit, het ter vaststelling voorliggende raadsbesluit te wijzigen als volgt: de volgende toevoeging te plaatsen bij artikel 4.2, lid 2: of op participatie van groepen te bevorderen. Maken beide deel uit van de beraadslagingen. Het woord is aan mijnheer Bos, D66. DE HEER BOS: Dank u wel, voorzitter. Ik wil het graag kort houden. Dat is een grote wens van u en ik zal proberen daar invulling aan te geven. Algemeen kunnen we stellen dat het voorstel wat hier voor ligt, echt in de geest van D66 past. Minder regels, minder gedoe en meer verantwoordelijkheid bij de subsidieaanvrager. Wij vinden het ook verstandig dat de verordening is gebaseerd op het model dat door de VNG is aangereikt en dat daarmee ook gebruik wordt gemaakt van kennis die landelijk is verzameld. We vinden het ook verstandig dat dit ertoe gaat leiden dat binnen de verschillende onderdelen van de gemeente de aanvragen van subsidie meer geharmoniseerd worden en efficiënter kunnen worden uitgevoerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 17