MEVROUW VAN DER SANDEN:
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Kijk, je kan nu niet meer terug want er is al heel veel geld geïnvesteerd in die school. En natuurlijk
moeten die kinderen goede klaslokalen hebben. Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar als je op
dat moment beter vooruit zou hebben gekeken, zou je hebben gezien dat die locatie te klein was,
dan zou je daar zijn gestart. En dan zou je nog een aantal jaren op je gemak op zoek hebben
kunnen gaan naar een geschiktere locatie. Bijvoorbeeld waar nu de Helder Camara is of was. Daar
heb je veel meer ruimte en dat is op een steenworp afstand van de Springplank. Dus de locatie is
ongeveer hetzelfde, een paar honderd meter verder op. Dat schoolgebouw zou in mijn ogen een
veel betere keuze geweest zijn voor een school met 11 lokalen. Er is veel minder last van
ruimtegebrek. Ik vind het jammer dat daar bijvoorbeeld niet naar gekeken is.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mijnheer Van Yperen.
DE HEER VAN YPEREN:
Voorzitter, Breda'97 vindt ook 11 lokalen erg veel op die kleine beschikbare oppervlakte,
uiteindelijk voor de school. Maar dat houdt niet in dat die 11 er ook moeten komen. De monitoring
die ons is toegezegd door de wethouder, het in de gaten houden van wat er gebeurt, is voor ons
dusdanig, dat wij met het voorstel mee kunnen gaan en dat we dus voor zullen stemmen. Maar dat
betekent wel dat je de situatie daar ter plaatse natuurlijk wel degelijk goed in de gaten moet
houden. Het is een krappe plaats. Dat zegt u zelf ook. Er zijn erg veel lokalen. Er kan van alles
ontstaan. Maar door het feit dat u gaat opletten, samen met een heleboel anderen die daar
constant mee bezig zijn, hebben wij er vertrouwen in dat die 11 lokalen er toch niet zullen komen.
Dank u wel.
Voorzitter, ter interruptie....
DE VOORZITTER:
Nog andere leden?
Mevrouw Van der Sanden.
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Even ter interruptie. Want de wethouder heeft zo juist gezegd dat die 11 lokalen er moeten komen
omdat anders die stichtingsnorm van 255 leerlingen niet gehaald wordt.
DE HEER VAN YPEREN:
Dat staat er totaal los van. We weten wel dat dat de norm is maar dat wil nog niet zeggen dat ze
die norm halen om te beginnen. En ten tweede dat de discussie rond het terrein niet zodanig is dat
we toch besluiten eerder daar te vertrekken met de school.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Nog behoefte aan een reactie wethouder?
WETHOUDER ARBOUW:
Heel kort voorzitter. Ten aanzien van die 11, ik heb net aangegeven: als er een verordening is, is
daar een recht op. En als het gaat om de ruimte, - mevrouw Van Hasselt wees er straks al op, - is
er natuurlijk wel naar gekeken of die 11 op het terrein passen. Sterker nog, ik heb ook in de
commissie aangegeven dat er ook nog voldoende speelplaats over is voor de kinderen in de
speelkwartieren die er natuurlijk zijn. Dat geeft aan dat het op zich kan. Het is zeker niet ideaal en
dus is die monitor heel belangrijk om er voor te zorgen dat daar waar er overlastpunten zijn voor
de buurt of daar waar er gevaarlijke situaties ontstaan, we ook maatregelen nemen die nodig zijn
om daar goed te accommoderen. Tot zover.
DE VOORZITTER:
We hebben in 2 termijnen gesproken. We gaan over tot de stemming.
Er is ingediend een amendement. Is er behoefte aan het afleggen van stemverklaringen?
Dan gaan we over tot stemming. Wie is voor het amendement? De SP.
Wie is tegen het amendement? De overige leden van de raad. Het amendement is geacht te zijn
verworpen.
Aan de orde is het voorstel. Wie is voor het voorstel?