73 DE VOORZITTER: Ik stel voor dat de heer Van Lunteren afrondt. MEVROUW VAN HASSELT: Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen aan de heer Van Lunteren? Ik heb een korte concrete vraag. Stel nou dat wij bij behandeling van de Woonvisie informatie krijgen over de feiten en cijfers en de vraag naar woningen zoals u dit nou voorstelt in deze motie. Als wij als raad die cijfers krijgen bij de behandeling van de Woonvisie, als de wethouder dat toezegt, dan is deze motie toch overbodig? DE HEER VAN LUNTEREN: Precies. Dat is er aan de hand, mevrouw Van Hasselt. Mijn le termijn was geheel in die lijn en ik neem aan dat ik niet helemaal naar voren... Het verbaast mij werkelijk voorzitter dat ik hier al 10 minuten sta voor zo'n simpele vraag. Dat kan gewoon zijn: natuurlijk mijnheer Van Lunteren, transparantie voorop, wij zijn een open en transparant college. Prachtig, ik had niet anders verwacht dan dat ze dat zouden toezeggen. Dan zou ik hier niet eens hebben gestaan. Dank u wel. DE VOORZITTER: Ik zal het dictum voorlezen. Verzoekt het college de raad te informeren over de gehanteerde feiten en cijfers over vragen naar woningen in Breda, en daarbij tevens aan te geven op welke wijze en door wie deze zijn vastgesteld. Dat maakt deel uit van de beraadslagingen. Nog andere leden? Dan is de beantwoording aan het college. Wethouder Arbouw. En misschien dat ook wethouder Bergkamp nog wil DE HEER HARDORFF: Voorzitter, DE VOORZITTER: reageren. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, er was ook nog een termijn van mevrouw Bijlsma. DE VOORZITTER: U heeft gelijk. Excuses. Het was even door de stroom van interrupties. Dus mevrouw Bijlsma, voor wethouder Arbouw. Gaat uw gang. MEVROUW BIJLSMA: Dank u wel, collega Hardorff. Wat ik nog wel een beetje tegenstrijdig vond in het verhaal van de wethouder is dat hij wel spreekt over het vraaggerichte bouwen maar dan vooral dat het enigszins eenzijdig wordt behandeld. Wat is er nog in de markt aan vraag, wat kunnen we. En natuurlijk moeten we daar in deze tijden naar kijken maar het neemt niet weg dat de vraag naar bereikbare woningen onveranderd groot is. Hoe verklaart de wethouder anders nog steeds de wachtlijsten die er zijn en nog steeds even hoog zijn? En we hebben het dus niet alleen over huur maar ook over koop. En dat zijn twee verschillende dingen. Ook de vraag in het bouwen in eigen beheer, dat zijn ook vooral de starters die daar wel mee aan de slag willen gaan en zo zit je ook nog in een categorie van mensen met een modaal inkomen waar ook de heer Vos het al over had. Daar zat dus enige tegenstrijdigheid in zijn verhaal. Graag daar nog een toelichting op. DE VOORZITTER: Andere leden nog van uw raad? Dan is nu het woord aan wethouder Arbouw en daarna, zo nodig, aan wethouder Bergkamp. WETHOUDER ARBOUW: Dank u wel voorzitter. Het punt van mevrouw Bijlsma. Volgens mij heb ik daar geen tegenstrijdigheden aangegeven. Ik heb alleen maar aangegeven dat in de huidige economie de invalshoek ten aanzien van wat bouwen in de stad, op welke basis en voor wie, op een andere wijze benaderd dient te worden omdat echt de omstandigheden radicaal veranderd zijn en die woningmarkt radicaal veranderd is. Dat heb ik proberen aan te geven. En natuurlijk is het zo dat wij goed oog hebben voor de behoeften die er in de stad zijn. Natuurlijk pakken we met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 37