42
MEVROUW HEERKENS:
Voorzitter, mag ik nog een punt naar voren brengen?
Ik zou graag even aandacht willen voor de verzamelde punten onder e, omdat er vandaag op de
dagmail een brief stond van mevrouw Bode-Willemsen waarin zij aangeeft dat vanwege het laat
versturen van de uitnodiging om te komen inspreken op de commissievergadering en het
nagezonden zijn van het stuk, waardoor ze het ook niet in de krant op de agenda hebben gezien,
zij nu met alle argumenten een brief hebben gestuurd waarom zij tegen het voorstel zijn. Maar zij
hebben geen kans gehad om te spreken in de commissie. Nou lijkt het mij verstandig, - ik denk dat
het belang niet zo groot is -, om dit voorstel te verdagen waardoor we gewoon in de commissie op
details in kunnen gaan in plaats van dat nu in de raad te doen. Dat past ook eigenlijk. Dus ik zou
eigenlijk willen voorstellen of het mogelijk is om deze mensen toch de gelegenheid te geven om in
te spreken. We hebben over een paar weken al commissie. Dat is dus eigenlijk mijn voorstel bij dit
punt.
DE VOORZITTER:
Wethouder Arbouw.
Nog anderen over dit punt? Mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER:
Ja voorzitter, ik wil daar eigenlijk ook wel enigszins bij aansluiten want deze casus maakt duidelijk
dat we hierdoor problemen kunnen krijgen. En mijn voorstel is om te kijken om dit in de toekomst
te voorkomen zodat er altijd voldoende tijd is voor mensen om in de commissie in te spreken.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Het woord is aan wethouder Arbouw.
WETHOUDER ARBOUW:
Voorzitter, het probleem is dat het feit dat mevrouw te laat inzag dat ze wilde inspreken en is dat
alle communicatie via de gemachtigde van haar is gegaan. En die gemachtigde heeft haar te laat
geïnformeerd over dat moment. Als ik inhoudelijk kijk naar de punten die aan de orde zijn, is er
wat mij betreft, geen enkele reden om daar nog een commissievergadering aan te wijden. Maar ik
laat het uiteraard aan uw raad over. Als u zegt, ik vind het toch van belang dat we het er nogmaals
over hebben, dan moet u dat zelf aangeven. Als het gaat vanuit het college, zou ik er voor willen
pleiten om de vaart er gewoon n te houden omdat er ook in de volgende commissie voldoende
onderwerpen aan de orde komen.
DE VOORZITTER:
Goed, de toelichting.
Mevrouw Heerkens.
MEVROUW HEERKENS:
Het gaat mij niet zozeer nu sec om de inhoud. En het is niet alleen de gemachtigde. Daar heeft
twee dagen tussen gezeten. Maar ook de krappe termijn van de kant van de gemeente. En ik vind
het gewoon netjes en de belangen zijn niet heel groot. Mensen hebben de moeite genomen om de
raad nog aan te schrijven met een hele inhoudelijke brief. Dan past het eigenlijk niet om dat hier te
doen. Dus ik zou zeggen: ik merk ook aan de wethouder dat in ieder geval de belangen niet groot
zijn. Dat wil niet zeggen dat de inhoud meteen verandert, maar die kan wel gewogen worden en je
kan toch op details mensen laten inspreken. Ja, het hoort zo te gaan; de fout zit ook voor een stuk
bij de gemeente, voor een deel omdat het via de gemachtigde is gegaan. Maar laten we in ieder
geval mensen de kans geven om een commissie toe te spreken.
DE VOORZITTER.
Goed, dan brengen we even het wei of niet verdagen in stemming. Wie is voor verdaging? En wie is
tegen verdaging?
DE HEER DIJKHOFF:
Voorzitter, ja laat maar...
DE VOORZITTER:
De heer....
DE HEER DIJKHOFF: