44 WETHOUDER MEEUWIS: Dank u wel voorzitter. Eind vorig jaar hebben we uitgebreid stil gestaan bij de rechtvaardigheid van de systematiek die gehanteerd wordt voor de berekening van de eigen bijdrage van de scootmobielen. Het college acht een bijdrage waartoe destijds uw raad heeft besloten, voor een scootmobiel als rechtvaardig. Ik wil daarbij ook niet onvermeld laten dat, als we kijken in Brabant naar de overige B5 gemeenten, exact dezelfde systematiek wordt gehanteerd en er vooralsnog bij mij of bij ons geen gemeenten bekend zijn die de eigen bijdrage voor de scootmobiel met een andere systematiek dan datgene wat wij hier hebben besloten, hebben vorm gegeven. De aanleiding voor die eigen bijdrage was meerledig. In de eerste plaats de groeiende uitgaven op voorzieningen in het kader van de WMO en de maatregelen die wij nodig achten om die tekorten onder controle te krijgen. En de invoering van de eigen bijdrage op de scootmobiel is er daar dus een van. Landelijk is bepaald dat per periode van 4 weken een gebruiker van een scootmobiel of welke andere voorziening dan ook, nooit meer betaalt dan de maximale periodebijdrage die bij wet is vast gelegd. En dat is ongeacht hoeveel WMO of AWBZ voorzieningen een burger afneemt. Door het maximeren van die eigen bijdrage heeft de wetgever bepaald wat de maximale eigen bijdrage is die bij een bepaald inkomen hoort en wat maatschappelijk verantwoord geacht wordt, wat een burger moet bijdragen. Ik neem u even mee in wat getallen. Voor een burger op bijstandsniveau is die eigen bijdrage maximaal C 17,80 per 4 weken als deze alleenstaand is en 25,40 bij samenwonenden en gehuwden. Als het gaat om chronische handicaps, komt daar boven op nog een teruggave van 33%. Die gaat er van af. Dan worden de bedragen respectievelijk 11,93 of 17,02 per maand. Voor de andere voorzieningen, of voor de andere voorzieningen die in het kader van de WMO verstrekt worden, gold deze systematiek al jaren. Er is voor gekozen om deze systematiek nu ook toe te passen op de scootmobielen en mocht een burger die reeds huishoudelijke verzorging ontvangt, in het kader van de WMO, reeds de maximale eigen bijdrage betalen, dan heeft het beschikbaar stellen of het beschikbaar gesteld hebben van een scootmobiel daar dus geen enkel effect op. Die eigen bijdrage gaat daardoor dus niet omhoog, omdat zoals ik net al zei, wettelijk is vastgelegd dat die eigen bijdrage per burger is geregeld en niet per voorziening. DE VOORZITTER: Even de tijd in de gaten houden, wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: Ja, maar er worden nogal wat vragen gesteld, voorzitter. DE VOORZITTER: Maar de termijn stelt: 3 minuten vraag stellen, 3 minuten antwoorden. WETHOUDER MEEUWIS: Goed. Dan even kort over de communicatie. Naar aanleiding van die brief die gestuurd is en waar wat vragen over zijn gerezen en waar ook het prachtig initiatief van de SP is ontstaan om dat nog eens nadrukkelijk met de doelgroep onder onze aandacht te brengen, naar aanleiding van die brief zijn een aantal scootmobielen ingeleverd. Vervolgens zijn, ook na opmerkingen die daarover gemaakt zijn door u, al die mensen schriftelijk op de hoogte gesteld met de nadere precisering van datgene wat nou precies bedoeld is met die brief. Het effect daarvan is overigens dat we daar nul respons op hebben gehad. Dus er is niemand die zijn scootmobiel heeft ingeleverd die naar aanleiding van de door u en mij gewenste communicatie daar over alsnog heeft gezegd: wacht even, als u het zo uitlegt dan wil ik hem terug. Dat waren er precies nul. De brief daarover is op 23 februari verstuurd. Als het gaat over de eigen bijdrage, dan is het niet zo dat die door de gemeente wordt vastgesteld. Die wordt door het CAK vastgesteld omdat zij dat aan de hand van gegevens van de belastingdienst bepalen. Daar zit een bepaalde periode tussen. Die hebben een bepaalde periode nodig om die eigen bijdrage te berekenen en dat is 4 tot 6 weken. Dus het CAK geeft binnen 4 tot 6 weken na een dergelijk besluit, of een beschikbaar stellen van een voorziening, aan hoeveel die eigen bijdrage moet zijn. Dus dat feit zal intussen geschied zijn. Ik zie derhalve ook geen noodzaak om nu nog additionele informatie beschikbaar te stellen over de hoogte van de eigen bijdrage omdat door het CAK de situatie over de eigen bijdrage en ook de inning van de eigen bijdrage rond deze tijd ook gevoeglijk bekend zal zijn bij diegenen die die scootmobielen hebben, rondom deze tijd. Volgens mij heb ik daar mee uw vragen beantwoord. DE VOORZITTER: Dank u wel. Behoefte aan een reactie, mijnheer Spapens? Gaat uw gang.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 8