112 Ten aanzien van efficiency op bedrijfsvoering, een motie van de VVD, mede ondertekend door het CDA, wil ik het volgende zeggen. Het college deelt de mening van de motie dat er op het gebied van bedrijfsvoering meer te doen is en wij willen ook graag in lijn met deze motie, deze verder uitwerken met u om het uiteindelijk gestelde financiële doel te bereiken. Het tempo zal dan worden bepaald door de analyse en ook de mogelijkheden die zich aandienen om dat boven op het bestaande programma in te vullen. Dan ga ik naar de motie van de Partij van de Arbeid... DE HEER SZABLEWSKI: Mijnheer de voorzitter, zou de wethouder de nummers voor ons kunnen noemen? Dat is voor ons wat makkelijker. WETHOUDER MEEUWIS: Dat is nummer 8. Dan ga ik naar motie nummer 8: het optrekken van de OZB voor niet woningen. Ik denk dat u onze positie in deze kent om meer dan alleen maar de reden dan dat het in het coalitieakkoord staat. Als we de gestelde besparing afwentelen op de bedrijfspanden, dan betekent dat een lastenverzwaring van 7%, een verhoging van 7% van alle objecten, zijnde niet woningen. Dat is niet in lijn met de uitgangspunten volgens welke dit college werkt maar ook niet in het kader van een pril economisch herstel een verstandige manier om met name die bedrijfssector te belasten, extra te belasten. MEVROUW HAAGH: Voorzitter, mag ik even hierop reageren want in die motie wordt niet gevraagd om die 7%. Er wordt gevraagd om toe te werken naar dat gemiddelde van grotere gemeenten. En het is juist aan u als college om dat op een goede en verstandige manier te doen. Maar er wordt niet gezegd hoeveel procent dat moet zijn. Dat laat ik juist aan u over, mede ook met die 1 miljoen in het oog die we nu niet meer van het rijk ontvangen. Dat is dus een opdracht om uit te werken en de vraag is: aanvaardt u die opdracht om te kijken naar die component niet woningen of aanvaardt u die niet? WETHOUDER MEEUWIS: Het antwoord op de tweede vraag is nee, omdat als een miljoen gecompenseerd moet worden door een additionele OZB heffing op die niet woningen, dat omgerekend dan 7% is. Overigens is het een hardnekkig misverstand dat er als gevolg van het niet benutten van belastingruimte in de OZB, er sprake zou zijn van een korting in de uitkering in het gemeentefonds. Ik hoor dat iedere keer, ook vanuit uw kant. We hebben dat vanmiddag nog eens goed gecheckt maar daar is dus echt geen sprake van. MEVROUW HAAGH: Het staat wel in de begroting. WETHOUDER MEEUWIS: Dan kom ik daar in de 2e termijn nog wel even op terug. DE VOORZITTER: Die krijgt u niet. WETHOUDER MEEUWIS: Dan hebben we pech. Ik heb dan pech, ja. Ik heb niet die stapel bij me. DE VOORZITTER: Gaat u verder. WETHOUDER MEEUWIS: Ik ga even door met motie nummer 9: de invoering van de toeristenbelasting. We hebben in de commissie Economie reeds toegezegd dat we met een voorstel zullen komen. Wij zitten niet te wachten op additionele belastingheffing om dezelfde reden die ik zojuist heb aangegeven. Wat we wel wenselijk achten, is een fonds wat voor en door ondernemers wordt gerund. Daar worden op dit moment diverse scenario's voor uitgewerkt. In die zin wordt er wel in denklijn met uw motie gewerkt door het college. Maar ik zou u willen voorstellen om die voorstellen even af te wachten die bij de Voorjaarsnota ook gewoon ter behandeling voor liggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 33