113 MEVROUW HAAGH: Mag ik dan een vraag stellen over dat voorstel wat ik nog niet ken? Gaat dat geld opleveren? WETHOUDER MEEUWIS: Dat gaat geld opleveren voor de stad, althans een van de scenario's is, dat je een gemeentefonds vult, laat vullen door ondernemers. En een toeristenbelasting zou daar een instrument voor kunnen zijn. MEVROUW HAAGH: Ja, maar blijft er geld over voor andere zaken? Kunnen wij hier andere zaken uit betalen of gaat dat terug naar de ondernemers en naar de binnenstad of... WETHOUDER MEEUWIS: In de lijn zoals we het vorige keer besproken hebben, is dat dat geld terug zou gaan naar de stad, dus bijvoorbeeld naar een fonds voor de binnenstad of iets dergelijks. MEVROUW HAAGH: Dat levert dus niks op voor de takendiscussie. Het is een interessant verhaal maar het levert niks op. WETHOUDER MEEUWIS: Het levert voor de takendiscussie niets op, dat klopt. Dan motie nummer 13: de antibureaucratie motie. Een hele charmante motie. Het college wil deze motie graag betrekken bij het onderzoek naar meer bezuinigingsmogelijkheden op de bedrijfsvoering, die motie waar ik eerder namens het college positief op heb geadviseerd. Wij denken echter dat puur en alleen uit antibureaucratische maatregelen, deregulering, een bezuiniging van een miljoen, nou ja, niet haalbaar is op dit moment. Daar zijn een aantal redenen voor te geven. De algemene trend dat er minder vergunningen moeten worden aangevraagd, is een landelijke trend waar wij natuurlijk ook onze medewerking aan verlenen. Daartoe in de plaats treedt een stelsel van meer algemene regels. De burger wordt geacht de regels te kennen. Maar wat we in de praktijk zien, is dat het vaak anders werkt. We zien dus een verschuiving van de overheidsinspanningen van aan de ene kant vergunningverlening naar meer controle achteraf. U mag daarbij veronderstellen dat het aantal uren dat de gemeente besteedt aan het verstrekken van vergunningen in totaliteit zal afnemen. Maar dat is iets anders dan een taakstellende afname van de vergunningsinspanningen met het voorgestelde percentage, omdat dat mogelijk veronderstelt dat de gemiddelde behandeltijd per vergunning naar beneden kan. Dat is gedeeltelijk juist, ook gezien de door uw college voorgestelde regeldruk reductie. Maar anderzijds moeten we juist vanwege de deregulering ook extra kritisch blijven op het onbedoeld meewerken aan illegale of malafide praktijken. En voor bepaalde categorieën zullen we juist ook extra werk op ons moeten nemen, bijvoorbeeld in het kader van de Bibob toetsen. En met het behandelen van bepaalde vergunningen zullen we dus juist langer bezig zijn. De vraag of we voort willen pakken op de regionale aanpak regeldruk bestrijding: daar doen we aan mee. We zijn bezig met een aantal dereguleringsaspecten. Voor wat betreft de flexibilisering van bestemmingsplannen, zal collega Arbouw zo meteen nog het een en ander aan u toelichten. Dus de strekking van de motie... MEVROUW VERKUYLEN: Mag ik even een interruptie plaatsen, voorzitter? Ik ben bang dat de wethouder een oude versie van de motie voor zijn neus heeft. Want flexibilisering van het bestemmingsplan staat er niet in. En hij had het net ook even over een percentage in ambtelijke uren wat zou kunnen worden terug gebracht. Dat staat er ook niet in. DE HEER DIJKHOFF: Voorzitter, ik begrijp dat er meerdere moties zijn die bij de indiening nog net wat anders zijn dan in de stapel die voorbereid is. Wellicht is het goed om de griffie even de gelegenheid te geven, en ons meteen de gelegenheid voor een sanitaire stop, om te zorgen dat de wethouder de teksten heeft, zoals die ook daadwerkelijk zijn ingediend, en niet concepten van misschien gisteren. Dat lijkt me om verdere misverstanden te voorkomen, dan een suggestie die ik u zou willen meegeven. DE VOORZITTER: Ik denk dat we dat inderdaad zo moeten doen. Ik vind het wel even reuze vervelend omdat ik er van uit ging dat de moties zoals aangediend, ook de correcte zijn. En ik kan dus niet overzien tot welk moment die wel of niet gewijzigd zijn. Dat vind ik dus wel heel vervelend. Ik stel dus voor dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 34