121 de slag zou kunnen. En u neemt wel de veel meer gesloten opdracht van deze coalitiepartijen aan. Ik vind het toch heel erg vreemd. WETHOUDER WILLEMS: Blijkbaar kan ik het aan u niet goed uitleggen. Dat is jammer dan. Ik zeg: In uw motie staat dat ik een taakstellende bezuiniging van 1,5 miljoen moet opbrengen... DE HEER HARDORFF: Voorzitter, als de wethouder nou zegt: ik gun het de oppositie niet om die motie aan te raden en ik neem wel die andere aan, want daar komt het per saldo op neer. DE HEER DE BEER: Voorzitter, mag ik daar even een opmerking over maken? DE VOORZITTER: De heer De Beer. DE HEER DE BEER: Want de heer Hardorff heeft nu vanavond al een aantal malen geprobeerd om die setting te creëren, de oppositie versus coalitie. Als ik kijk naar de lijst voorstellen, dan zitten er een heleboel moties bij die dwars door die verbindingen heen, allemaal gesteund zijn, waaronder deze motie waar ook Leefbaar Breda aan heeft meegetekend. Dus ik vind het een beetje een oneigenlijke gang van zaken. Ik snap uw verhaal wel. Maar ga daar nou niet dat coalitie oppositie verhaal aan vast hangen. Dat is geen productieve setting. DE HEER HARDORFF: Wat dan wel opmerkelijk is. Want ik wil dat toch even getackeld hebben, voorzitter. Dat wij volgens de afspraken afgelopen vrijdag een motie indienen over Culturele Hoofdstad, over mogelijke bezuinigingen op cultuur, en daar van u geen enkele reactie op komt, om vervolgens zelf met een motie te komen die voor 80% over hetzelfde gaat. DE VOORZITTER: Even voor de orde. Nu is de gedachtewisseling tussen wethouder en raad. U krijgt straks een 2e termijn. Dan kunt u elkaar daarop aanspreken. De wethouder gaat nu verder. WETHOUDER WILLEMS: Voorzitter, mijn laatste argument tegen de motie van de Partij van de Arbeid, - ik wil het toch nog even afronden -, is dat daar geen uitdrukkelijk commitment aan Culturele Hoofdstad vast ligt. U zegt zelfs: daar hebben we nog niks over besloten. Terwijl dat natuurlijk wel het commitment is wat wij als college ook in de coalitie hebben vast gelegd. Maar hoe we de wijze van financiering verder gaan regelen, is een zaak waar we bij u in de Voorjaarsnota verder op terug komen. Voorzitter, ten aanzien van natuur- en milieueducatie is een motie ingediend door het CDA en GroenLinks die op zich wel uitvoerbaar is. Maar ik wil daar 2 dingen bij zeggen. Op de eerste plaats: dit gaat niet ten koste van NME als zodanig. Het blijft gewoon op het niveau wat we nu doen, dat kan ook. Maar je moet de bezuiniging vinden in voor een deel, voor de helft van het bedrag, in meer inkomsten en voor een deel in minder uitgaven. Dat kan, dan moetje kritisch kijken naar je eigen pakket. Ik wil daar wel bij zeggen: we geven nu 9 ton voor NME uit waarvan 2 ton weer terugkomt aan inkomsten, dus uiteindelijk 7 ton. Als je daar een ton extra op moet bezuinigen, bijvoorbeeld door meer inkomsten, dan zitje ook wel aan je maximum. Dus als ik de ruimte krijg om dat breed in te vullen, dan lukt dat. De voorbeelden die genoemd zijn, ook in de motie, die lukken niet, want die doen we allemaal al. Er wordt veel op de boerderij met vrijwilligers gewerkt. Er wordt ook met WSW krachten gewerkt. Er is een leerwerkproject. Er wordt al veel gewerkt samen met waterschap en commerciële partners. Dus al die dingen doen we al. Maar ik wil daar nog best een stapje boven op doen en ik denk dat het best lukt om ook de rest van dat bedrag binnen te halen. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik daar een vraag over stellen? Het onderhoud en beheer van dieren, het verzorgen van dieren vereist wel enige professionaliteit en kennis van zaken. Als we dat helemaal overlaten aan vrijwilligers, ook al komen zij uit de agrarische sector, dan neem je wel een enorm risico als gemeente. Kunt u uitsluiten dat die bezuiniging ten koste gaan van die professionals?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 42