129 MEVROUW VERKUYLEN: U heeft wat mogelijkheden opengelaten en wij willen wat dat betreft ook gewoon de druk op de ketel houden. Want pas dan kun je inderdaad kijken dat het concreet en daadwerkelijk tot bezuinigingen komt. Ik moet zeggen dat ik de toon van het verhaal van de PvdA jammer vind. Heel jammer. We zijn samen deze takendiscussie ingegaan en we hebben aan alle kanten geprobeerd om elkaar te vinden en te zoeken, en wat ons betreft, tot op het laatst toe. We hebben inderdaad rondom buitenruimte nog wat aangepast om jullie over de brug te krijgen en we hebben ook rondom accommodatiebeleid nog wat aangepast, omdat we natuurlijk wisten dat daar gevoeligheden zaten. Kennelijk is het niet genoeg, kennelijk is het zo dat het heel snel geplaatst wordt in de sociale hoek. Als ik het heb over stenen voor accommodaties, dan gaat het ook over stenen en ik heb het nu niet over functies daarin en activiteiten daarin. Ik bedoel, dat brengt de wethouder wel ter sprake, maar daar heb ik het op dit moment niet over. Het gaat hier concreet over de gebouwen en daarmee ook de kansen die het biedt om ik noem het dan om tot een soort kruisbestuiving DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Mag ik de woorden van mevrouw Verkuylen dan als een soort steunbetuiging aan onze motie duiden? MEVROUW VERKUYLEN: Nou ja kijk, toen ik die motie aan het lezen was, was die heel sympathiek maar aan het eind vroeg u een garantie. En garanties, mijnheer Van Lunteren, zijn in het leven niet te geven, en zeker niet in de huidige situatie. DE VOORZITTER: Gaat u verder. MEVROUW VERKUYLEN: Ik wil dan toch even een paar moties afwerken. Ik ben blij met de steun van het college voor onze motie inzake buitenruimte. En ik ga er van uit dat het college ook absoluut het beste beentje voor zet om dat te realiseren. Want het is wel zo, - en dat is iets wat ik de PvdA wil meegeven -, u noemt percentages en bedragen in relatie tot de 10 miljoen, maar u weet net zo goed als ik dat wij op buitenruimte een achterstand hebben van 10 miljoen. En voor 1 miljoen of voor 0,5 miljoen, wat geïnvesteerd kan worden in uw visie, heb je bij wijze van spreken nog geen 2 gaten voor gevuld. MEVROUW HAAGH: Mevrouw Verkuylen, MEVROUW VERKUYLEN: Dat zijn ook grootheden die je niet met elkaar moet willen vergelijken. MEVROUW HAAGH: Maar weet u wat u ook niet met elkaar moet willen vergelijken? Een gat in de weg en datgene wat de mensen aangedaan wordt. Daar heeft u het niet moeilijk om die afweging te maken. En dan zeggen wij, als het gaat om het fysieke, ja het is moeilijk, wij hebben ook die lijst achterstanden gezien. Daarom buigen wij ook een deel om en niet rücksichtlos alleen maar besparen. Maar we vinden wel dat hier een grotere uitdaging ligt. En die kan ook plaatsvinden. Dat zie je in andere steden ook gebeuren. Daar moetje ook een beetje creatief zijn en niet alleen creatief als het gaat om accommodatiebeleid. DE VOORZITTER: Gaat u verder, mevrouw Verkuylen. MEVROUW VERKUYLEN: De deregulering en de efficiencytaakstelling voor de bedrijfsvoering. Ook wat dat betreft, blij met de steun van het college. Ik proefde even de neiging om die twee met elkaar te combineren. Dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 50