139 De heer Akinci. DE HEER AKINCI: Voorzitter, laat ik het zo zeggen, dat ik me niet aangesproken voel door de interpretatie die mevrouw Haagh er aan geeft. Ik had ook nog even in herinnering het debat van afgelopen december als het gaat om bijvoorbeeld de invulling van de 5 miljoen Sociale Zaken waarbij echt ook in een open houding, zoals nu raadsbreed gekeken wordt naar de integratie, in ieder geval vanuit ons, maar ook vanuit andere coalitiepartners en oppositiepartijen, gekeken is naar een fatsoenlijke invulling daarvan. Dat voorstel is ook aangepast. Ik denk dat we dat met z'n allen hebben gedaan. Dus ik vind dit stuk politiek wat u nu bedrijft, wat jammer, zeker ook gezien, misschien dat het opgevallen is in de 2e termijn, ik ook heel serieus naar uw bezuinigingsvoorstellen kijk en er daar ook een aantal van steun. Dus jammer, deze motie. DE VOORZITTER: Andere leden nog? Mevrouw Verkuylen, CDA. MEVROUW VERKUYLEN: Ik hoor nu vanavond voor de tweede of misschien wel voor de derde keer het woord kaalslag vallen. Daar wens ik mij toch van te distantiëren. Ik heb nadrukkelijk in deze vergadering, en ook op 17 februari, aangegeven dat wij leefbaarheid, en dan met name de zachte kant daarvan, als een kerntaak zien van de gemeentelijke overheid. En ik wil hoog houden dat we dat steeds blijven doen, ook na de bezuinigingen die we hier gaan doorvoeren en moeten doorvoeren. En inderdaad is het zo, als je het hebt over bedragen, datje niet vergelijkbare grootheden hebt. U schetst wat dat betreft, een beeld wat niet overeenkomt met de realiteit. Ik vind het niet alleen jammer maar ik ben daar ook een beetje bedroefd over want u zet ons in een hoek waar wij, wat mij betreft, niet thuis horen. DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren, SP. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter ik stel wel voor dat we dan als laatste voor deze motie stemmen, zodat ik het stemgedrag van CDA en GroenLinks goed in de gaten kan houden, zodat ik mijn oordeel over deze motie ook daarop kan baseren, zodat ik duidelijk heb welke stemmingen ze precies plegen... DE VOORZITTER: Het is motie nummer 30. DE HEER VAN LUNTEREN: Mooi. Dan kan ik het heel goed in de gaten houden qua stemgedrag. Dank u wel. DE VOORZITTER: Ja, u maakt allemaal uw eigen afwegingen. Mijnheer Dijkhoff. DE HEER DIJKHOFF: Voorzitter, het ene afkeuren dat kan, dat is ieders goed recht. Ik zou het wel altijd fair vinden, als je dan kunt vergelijken, door een alternatief te bieden. Ik heb vanavond weer moeten constateren dat die belofte van de PvdA als serieuze partij niet ingelost wordt. Het ene afkeuren, ja dat is iets anders, zelf als een struisvogel je kop in het zand steken en problemen ontkennen, daar gaan ze niet van weg. En wie die houding aanneemt, kan nooit rechtop en trots de stad in de ogen kijken. DE VOORZITTER: Andere leden nog? Mijnheer De Beer, D66. DE HEER DE BEER: Dank u wel, voorzitter. Kijk, waar de PvdA eerder zich even leek te ontpoppen tot een producent van politiek, is dit toch weer een motie die in de lijn zit van zich opstellen als politiek commentator. En dat illustreert wat D66 betreft, de geïsoleerde positie en de frustratie bij de PvdA. En ik wens hen veel succes om dat toch een positieve draai te gaan geven in de toekomst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 60