153
Excuses.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Ik zal eerst nog even vragen of iemand....
De heer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dank u wel, voorzitter. De SP gunt iedereen zijn momentje van aandacht, dus ook mijnheer Adank.
Hij stelde de vragen in lijn met de SP. Ik wilde even duidelijk maken dat de SP deze vragen al 2
weken geleden schriftelijk heeft gesteld. Ik merk dat de burgemeester een heleboel antwoorden
heeft. Ik zie dat dan ook graag schriftelijk tegemoet. En ik vraag me af waarom men niet eerder
ons schriftelijk heeft kunnen beantwoorden en nu aan de WD ineens wel. Ik heb daar een hele
rare smaak van in mijn mond. Dank u wel.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
De heer Akinci.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, aanvullend, en ik zal het heel kort in een of twee zinnen inleiden. Ik heb namelijk de
indruk, - er zijn namelijk signalen die dan tot je komen als raadslid -, dat college en raad toch niet
op elk moment in dit dossier volledig op de hoogte waren van de omvang van de problemen bij de
brandweerkazerne. Dus 2 vragen waarvan ik hoop dat de burgemeester daarvan ook al een tipje
van de sluier kan oplichten. Is het college nu wel of niet in al die 4 fases die u beschreven heeft, op
de hoogte geweest van de volle omvang van de problemen? Zo nee, dan is de vraag: hoe kan dit
en wat gebeurt er op dit moment om er voor te zorgen dat dit soort zaken in de toekomst wel in de
volle omvang bij in ieder geval het college en bij voorkeur toch ook bij de raad, bekend wordt?
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel. Nog iemand anders een aanvullende vraag?
De heer Vos.
DE HEER VOS:
Voorzitter, ik heb even een aanvullende vraag. Wat ik niet zo goed begrijp, is het volgende. Ruim
2,5 jaar geleden, in 2008 zijn de verschillende partijen aansprakelijk gesteld om dat daarmee, in
de woorden van de burgemeester, te stuiten. In die tussenliggende periode tot aan nu, is er door
allerlei partijen onderzoek gedaan. En toch is het college verrast door de staat waarin de
brandweerkazerne zich bevindt en moesten er acuut maatregelen worden getroffen. Dat kan ik dus
niet helemaal rijmen. En ik vraag me af, als je de burgemeester hoort spreken over de uitgebreide
en de langdurige periode waarin meerdere partijen naar de brandweerkazerne hebben gekeken,
wat nieuw juridisch onderzoek en wederom kosten maken voor juridisch onderzoek dan nog voor
nieuwe gezichtspunten zal opleveren. Want als je de burgemeester hoort praten, moet toch alles 3
keer bekeken zijn. Dat waren dus de vragen.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel. Nog iemand? Niemand?
Dan geef ik het woord aan burgemeester Van der Velden.
DE BURGEMEESTER:
Even In de richting van mijnheer Van Lunteren. Er zijn vragen gesteld door de VVD. En iedere
fractie heeft het recht om op basis van hun urgentie dat te bepalen. U heeft de artikel 41 vragen
gesteld. En wij hebben als college gezegd naar aanleiding van het acute gevaar wat ons gemeld
werd en het onmiddellijk optreden om geen tijd verloren te laten gaan. Ik kan mij voorstellen dat
er dan soms verschil kan zijn in welk instrument pas ik toe. We hebben vanmiddag als college
gesproken. Dat was ook het moment dat wij een aantal informatie in zekere geordende vorm tot
ons kregen. Wij hebben ook gezegd: dat stellen wij niet uit tot volgende week omdat ik het
volgende van belang vind: heb je het, dan wordt het geleverd. In die zin worden ook uw vragen
beantwoord en zijn inmiddels voorzien van een opvatting. En ik zou het jammer vinden als, laat ik
zeggen vanuit enige motivering daar diversiteit in gevoelens zijn. Het gaat natuurlijk om een zaak
waar wij u allen die informatie moeten geven die wij u kunnen geven. En dat was niet eerder
mogelijk dan pas vandaag. Dat is het. Als ik het vandaag niet had kunnen leveren, dan was het
volgende week geworden en dan zou u volgende week die informatie gekregen hebben. Dat is de
harde werkelijkheid. Maar ik wil ook geen tijd verloren laten gaan en ik vind dat het dan ook past,
wanneer je het hebt, om het dan ook onmiddellijk te leveren. Dat is een opvatting denk ik van het
college.