158
Mevrouw Van Beek, CDA.
MEVROUW VAN BEEK:
Dank u wel.
volgens mij wel goed dat we met elkaar van gedachten wisselen over de verschillende behoeften
van huisvesting. En dan denk ik bijvoorbeeld ook aan studentenhuisvesting.
Maar voor nu even kort door de bocht: de arbeidsmigrant heeft een eigen verantwoordelijkheid als
het gaat om het melden en inschrijven bij de gemeente. En de gemeente moet misstanden
krachtig bestrijden.
Voorzitter, dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mijnheer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u wel, voorzitter. Arbeidsmigratie bestaat al vele jaren. 2300 jaar geleden kwamen de eerste
arbeidsmigranten, de Batavieren, op houtvlotten de Rijn afzakken en vermengden zich met de
reeds aanwezige Kaninefaten. In de 50-er jaren van de vorige eeuw kwamen de Spanjaarden en
Italianen naar Nederland als arbeidskrachten die werk wilden verzetten waarde Nederlanders geen
tijd voor of geen zin in hadden. Dat er toen aan integratie geen enkele aandacht werd besteed,
blijkt wel uit het feit dat een buurman van me, die wellicht als een van de zwei kleine Italiener van
Conny Froboess naar het noorden was afgereisd, na 50 jaar in Nederland nog steeds nauwelijks te
verstaan is, ook niet met zijn kunstgebit in. Na de Turken en Marokkanen van de jaren 70, komen
er nu arbeidsmigranten uit de voormalige Oostbloklanden. En de tuinders kunnen eenvoudig niet
zonder deze voor hen onmisbare arbeidskrachten. Voor het geval ze toch nog toegelaten worden,
hoeven wij als gemeente niet voor huisvesting te zorgen maar moeten wij wel de tuinders, voor
wat betreft regelgeving, faciliteren en controleren of de huisvesting en behandeling menswaardig
is.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
De SP fractie wil vandaag spreken over de Moelanders en geeft hiermee het idee dat deze
problematiek ook te weinig wordt gezien en wordt erkend. De CDA fractie heeft daar eigenlijk
twijfels over, aangezien er ook al heel veel onderzoeken zijn verricht, er een brede discussie in de
regio heeft plaats gevonden, er ook al twee convenanten zijn gesloten om met de regio en met
vele andere partners, zoals de uitzendbureaus en woningcorporaties naar deze problematiek te
kijken. Dus wij vroegen ons eigenlijk af wat nu precies de aanleiding is. Je moet het probleem
zeker niet bagatelliseren maar je moet het volgens ons ook niet overdrijven. En als u het dan heeft
mijnheer Van Lunteren, over campings en flats waar mensen allemaal opeengestapeld zijn, dan
zou ik dat graag willen horen. Ik wil daar graag met u over in gesprek, waar die zijn. Want als dat
inderdaad zo is, dan vraag ik me af waarom er naar uw idee nog geen oplossingen zijn gekomen,
gezien daar toch al heel veel acties op ondernomen zijn. Ik denk ook dat in Breda de problematiek
net wat anders is dan elders in de regio. Breda heeft natuurlijk wel een regionale functie en zal ook
breder moeten kijken. Maar ook uit onderzoeken, recent ook nog bijvoorbeeld van het NICIS is
gebleken dat de Moelanders in Breda ook eigenlijk heel erg tevreden zijn over de huisvesting. En ik
vroeg me af waar die resultaten dan vandaan komen. Want als het inderdaad gaat om
opeenstapeling op campings en in flats, dan vraag ik me af of ze inderdaad zo tevreden zijn. En
daarnaast ken ik ook heel veel mensen in Breda die niet onder deze groep vallen maar die ook
klachten hebben over hun huisvesting. Dus ik denk dat dat ook een breder probleem is dat we ook
breed zullen moeten bekijken en daarin niet zozeer dit onderscheid moeten maken maar gewoon
breed moeten kijken waar de misstanden zijn om dat gezamenlijk aan te pakken. En ik heb er
vertrouwen in dat daar voldoende actie op wordt ondernomen.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mijnheer Vuijk, Breda'97.
DE HEER VUIJK:
Dank u wel, voorzitter.
Ook Breda'97 heeft, net als de heer Van Lunteren, grote zorgen. En we moeten voorkomen dat er
nu en straks misstanden gaan ontstaan. Ik vind het eigenlijk een beetje kort door de bocht om hier
in dit tweeminutendebat volledig uit te komen. Ik heb enige tijd geleden in BredaVandaag een
column geschreven, een opinie, over hoe wij duaal met elkaar zouden kunnen praten over