175
DE HEER STUBENITSKY:
Voorzitter, voorzitter, voor de orde. We hebben twee fracties die een motie indienen. Zou het niet
verstandig zijn om die eerst aan het woord te laten?
DE VOORZITTER:
Ik heb nu voorgesteld de heer Van den Berg en daar wilde ik het toch even bij houden.
Mijnheer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Het was inderdaad misschien toch makkelijker geweest want ik kom wel op de motie terug.
DE VOORZITTER:
U bent vanavond in een positie dat ik vind dat u het een beetje voor het zeggen hebt.
Dan doen we dat en dan voelt u zich misschien ook wat comfortabeler. Ik had dan niet....
Dan geef ik dus eerst het woord aan de heer Aartsen, VVD.
Dan komt u twee keer op het podium.
DE HEER VAN DEN BERG:
Fantastisch, dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank voor uw maidenspeech.
Het applaus heeft u ontvangen en ik weet zeker het smaakt naar meer. En ook dat komt
vanavond in orde.
Het woord is aan u, mijnheer Aartsen.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, dank u wel.
Zinvol bezuinigen is ook een kunst. Dat was een van de slogans waarmee de WD ook hier in
Brabant gelukkig de grootste partij is geworden. Laat ik die nog maar een keer herhalen. Maar
deze slogan is ook deze avond op dit dossier van toepassing. In de huidige tijd van bezuinigingen
kan ook het leerlingenvervoer helaas niet ontkomen aan een gezonde en kritische blik. En deze
kritische blik betekent natuurlijk niet dat we zomaar blind gaan snijden.
Tijdens de commissievergadering was er al veel aandacht voor de manier waarop wij in Breda het
leerlingenvervoer hebben ingericht. En ons systeem moet ingericht zijn op een goede en
rechtvaardige toewijzing van de benodigde middelen. Kinderen die in Breda echt afhankelijk zijn
van leerlingenvervoer, moeten dit uiteraard gewoon krijgen. Maar rechtvaardig betekent ook dat
degenen die niet per se leerlingenvervoer nodig hebben, waarvan de ouders zelf hun kinderen naar
school kunnen brengen, of op een andere wijze dit kunnen regelen, dat ook niet hoeven te krijgen.
Voorzitter, in het huidige systeem is de harde kilometergrens bepalend. Als je net buiten die
kilometergrens woont, dan krijg je leerlingenvervoer, of je dat nu nodig hebt of niet. Dat doet er
eigenlijk niet toe.
Voorzitter, wat ons betreft moet en kan het ook op een andere wijze, een manier waarbij je via
maatwerk kijkt naar de situatie van kinderen, waarbij de afstand niet belangrijk is maar juist de
soort handicap of de thuissituatie van personen. Zoals eerder gezegd, in sommige situaties kunnen
kinderen vaak moeilijk naar school worden gebracht zonder begeleiding of andere beperkingen,
terwijl juist in andere situaties het heel goed mogelijk is dat kinderen gewoon door de ouders naar
school worden gebracht. En dat is nou juist die kracht van het maatwerk om dit goed te bekijken
en vervolgens ook goed te beoordelen. Wij pleiten er dan ook voor om meer maatwerk in het
systeem toe te passen.
Voorzitter, deze besparing biedt ons de kans om dit systeem ook te hervormen. En het lijkt ons
ook een enorme kans om een goede innovatie door te voeren en als eerste gemeente een systeem
in te richten waarbij het niet gaat om het aantal kilometers maar om de mensen en de situatie van
de kinderen hierin.
Tijdens gesprekken met de wethouder en met een aantal ambtenaren en ook met de
belangenorganisaties, heb ik samen met mijn collega Akinci van GroenLinks een aantai vragen
gesteld en zijn we eigenlijk tot drie conclusies gekomen.
Conclusie 1 is dat dit systeem zoals ik hiervoor beschrijf, überhaupt mogelijk is.
Conclusie 2 is ook dat het mogelijk is met een besparing zoals voorgesteld door het college van