185 discretionaire bevoegdheid is, datje dat niet van tevoren vast kunt leggen wat dat dan zijn, want dan zou het geen discretionaire bevoegdheid zijn. DE VOORZITTER: Goed. MEVROUW HEERKENS: Voorzitter, mag ik nog een, nog een,... DE VOORZITTER: Tot slot een laatste interruptie en dan wil ik echt... MEVROUW HEERKENS: Kijk, u heeft bij deze motie de steun van de Partij van de Arbeid nodig en dat bedoel ik ook echt zo omdat uw collegepartners CDA, tot mijn verbazing, D66, over dit zeer belangrijke dossier stil zwijgen. En dat betekent, dan vraagt u, u moet maar gewoon het college vertrouwen, terwijl ik tweeërlei uitleg van de wethouder hoor. Ik denk wel dat zij wel mee wil denken en het enige wat ik vraag, is: ik begrijp dat er ook bezuinigd moet worden maar tegelijkertijd zeg ik, in die gevallen die ik noem, die ook uitzonderlijk zijn, laten we dan zeggen dat artikel 20 niet beperkt tot fysieke beperking, want daar is de wethouder mee begonnen dat zij zegt dat artikel 20 in principe gaat over mensen met een fysieke beperking. DE HEER AARTSEN: Voorzitter,... DE VOORZITTER: Ik ga,.... DE HEER AARTSEN: Ik heb ook nog... DE VOORZITTER: Heel kort. DE HEER AARTSEN: Ik heb mijn termijn nog steeds, voorzitter. DE VOORZITTER: Maar ik wil nu ook alle vragen, even de tijd geven. DE HEER AARTSEN: Absoluut. Laat ik dit dan met een zin afdoen. De wethouder heeft in de beantwoording op mijn vragen duidelijk aangegeven dat artikel 20 niet alleen gaat om fysieke beperking. Vervolgens vroeg de SP nog een wijziging van de motie. Dat gaat over het laatste bijzinnetje bij constaterende. Het gaat dus over een feitelijke constatering. Als ik een plezier doe aan de SP waarmee ik hun stem kan verkrijgen om dat feit niet feitelijk te constateren, ja dan is dat zo. Ja, prima. DE VOORZITTER: Goed, in die zin gewijzigd. De heer Voorn, CDA. DE HEER VOORN: Dank u wel dat we op deze manier toch nog bij het debat betrokken worden. Dank u wel, mevrouw Heerkens. Als je kijkt naar de commissie Bestuur waar we dit ook uitvoerig hebben besproken, neem me niet kwalijk, in de commissie Maatschappij hebben we het een en ander gewisseld. Mevrouw Boelema heeft toen een uiterst correcte beantwoording gegeven, ons inziens. En als ik dan vanavond deze discussie zie passeren, dan denk ik: hebben we het hier over hoofdlijnen of over een zwaar detailniveau. En ik heb liever dat wij de hoofdlijnen uitzetten, - en die zijn in goede handen bij de wethouder -, en dan heb ik verder geen behoefte om mee te doen in een herhaling van zetten. Dank u. DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 42