191 5. REGIONALE SAMENWERKING SCHOOLVERZUIM. DE VOORZITTER: Mijnheer De Jong, Trots op Nederland. DE HEER DE JONG: Dank u. Ik heb de raad verzocht om de regionale samenwerking schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten terug op de agenda te plaatsen. Waarom? Omdat het ons niet duidelijk is welke sturingsrol de raad straks in dit samenwerkingsverband heeft. Het is een regionaal samenwerkingsverband en de problemen met betrekking tot de schooljeugd zijn bij ons anders dan in Tholen of Lage Zwaluwe. Wij willen daarom daaraan voldoende sturing kunnen blijven geven, mede in overweging nemende dat we vinden dat de raad in de beginfase een duidelijk standpunt aan het college mee mag geven voor de onderhandelingen om te komen tot de regionale samenwerking, hebben wij deze motie ingediend. Ik overhandig hem bij deze aan de burgemeester. DE VOORZITTER: Ik dank u hartelijk. Verzoekt het college de uitgangspunten en randvoorwaarden hoe wij in Breda graag de samenwerking tegemoet zien specifiek op de punten van het schoolverzuim ter kennisname aan te bieden aan de commissie Maatschappij van 19 mei 2011. Maakt deel uit van de beraadslagingen. Wie wil daarop reageren? Mijnheer Ernst, VVD. DE HEER ERNST: Dank u wel, voorzitter. Ik vind hem een beetje curieus omdat ik geloof ik al meerdere malen gezegd heb, ook in de regionale samenwerking als we echt met alle raden bij elkaar zijn, dat wij toch zeg maar in onze begroting doelstellingen meegeven. En als wij doelstellingen hebben op een gebied waar je ook de regio voor nodig hebt, dan zul je dat ook in je begroting moeten meegeven. Want daarin hebben wij gewoon de rol. Wij stellen de begroting vast en daarmee ook de criteria waaraan die moet voldoen. Dus ik vind hem een beetje prematuur hier omdat ik vind, en daar heb ik altijd al voor gepleit, dat wij heldere standpunten meegeven aan een college want dat college doet ons werk in de regio. En de VVD heeft niet de behoefte aan een extra laag in die regio. Het is al moeilijk genoeg zoals het nu georganiseerd is en ik denk dat het heel duidelijk moet zijn hoe wij hier binnen onze eigen raad de boel verdeeld hebben en daar wil ik ook aan vast houden. DE VOORZITTER: Andere leden nog? Mijnheer Akinci en dan mijnheer Kluijtmans. DE HEER AKINCI: Voorzitter, enerzijds deel ik het verhaal zoals de heer Ernst dat formuleert, anderzijds kijk ik naar het dictum van de motie en volgens mij is dat simpelweg een vraag naar informatie. Daar kun je niet tegen zijn. Of dat via de stukken ter kennisname moet of een raadsbrief of wat dan ook, dat maakt me niet zo heel veel uit. Die vraag om informatie kan wat mij betreft door de wethouder gewoon toegezegd worden. Maar ik hoor graag haar beantwoording. DE VOORZITTER: Mijnheer Kluijtmans, D66. DE HEER KLUIJTMANS: Om het dan helemaal makkelijk te maken, sluit ik me zowel bij de woorden van de VVD als van GroenLinks aan en dan hoor ik graag van de wethouder de beantwoording op de vraag van GroenLinks. DE VOORZITTER: Anderen nog? De heer Vuijk. DE HEER VUIJK:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 48