203
Voorzatter rtfwas wat verbaasd over de houding van de wethouder in de 2e termijn. Ik vind het
toch wat veel eenrichtingsverkeer vanuit de wethouder. Tijdens het debat in de Avenue de eers e
keer was u veel toegankelijker. Toen heeft u ook de stad uitgenodigd om mee te denken. Ik denk
dat dat ook goed is. Maar dan moet u hier niet zo hard zeggen dat de stad afhankelijk is van uw
agenda. Ik zou daarin toch wat meer dialoog en overleg zoeken, wat onze fractie betreft.
WETHOUDER WILLEMS:
Voorzitter, ik heb juist die dialoog aangeboden. Ik heb gezegd, als men met mij overlegt, graag.
Maar ik kan niet op hun voorwaarden alleen maar zeggen dat ik op die datum klaar ben want dat
hangt van meerdere partijen af. Ik heb ook afgesproken dat ik met de collectie eigenaren van
tevoren nog een vertrouwelijk gesprek zal hebben over de visie zoals we die neerleggen. Al die
stappen moeten gezet worden en dat weet men.
Ik heb ook gezegd dat me niet verstandig lijkt om al voor de zomer een debat te houden. Als men
dat toch doet, jammer dan, maar dan ben ik misschien nog niet zover. En dat zou dus niet slim
zijn Dus ik heb juist die dialoog opgezocht, ik wil graag het debat aan, ik leg die visie daar ook
voor neer maar ze moeten het ook niet zo forceren. Ze hebben ook tegen mij gezegd: we hebben
even geen haast, we zien wel in het najaar verder. De raad heeft mij gezegd ik hoef pas eind van
het jaar een nota te hebben. Dus ja, om nou ineens zo veel meters te willen maken, zou niet
zorgvuldig zijn. Ik heb veel partijen nodig in dat overleg.
DE VOORZITTER:
Goed. Dan gaan we nu door naar de vragen over Brabant Culturele Hoofdstad.
Mijnheer Hardorff.
DE HEER HARDORFF:
Dank u wel, voorzitter.
We hebben het hier over een andere belofte van de wethouder, namelijk de uitspraak dat
voor de Voorjaarsnota meer zou weten over de ideeën die het college heeft over de besteding van
de minimaal 10 miljoen euro voor Brabant Culturele Hoofdstad 2018 in Breda. Even voor alle
duidelijkheid: het gaat om de bestedingen die in Breda plaats vinden. In andere steden weet men
namelijk al behoorlijk goed hoe men dat wil gaan doen en is de raad daarover ook geïnformeerd.
Breda is wat dat betreft, een uitzondering. Echter tijdens een debatavond, de debatavond waar
men net aan refereerde, was die belofte ineens verkeerd begrepen en werd duidelijk gemaakt door
wethouder Willems dat we op die informatie niet hoefden te rekenen, in ieder geval zeker niet voor
de Voorjaarsnota. Maar ik heb letterlijk de notulen nageluisterd die op de commissievergadering
die wij gehad hebben over de Koers gezet Nota en daarin werd wel degelijk gezegd dat de
wethouder tegemoet wilde komen aan een wens van de raad, ook uitgesproken kan ik mij
herinneren door de heer Voorn van het CDA en ook D66, om in ieder geval een gevoel te krijgen
van de richting waarin dit college denkt over hoe men om wil gaan met die investering van die lü
Daarom dus de volgende vraag: Is de wethouder alsnog bereid om zijn keiharde belofte waar te
maken dat de raad voor de Voorjaarsnota geïnformeerd zal worden over de ideeën die bij het
college op hoofdlijnen leven over hoe Breda wil omgaan met die opgave om 10 miljoen euro in
Brabant Culturele Hoofdstad te bezuinigen en daarmee in de stad te investeren, juist omdat we
met de Voorjaarsnota een besluit nemen om het geld voor het Witboek vrij te maken?
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de wethouder.
WETHOUDER WILLEMS: ti™
Ik kom even hier naar toe voorzitter, om de vraag te beantwoorden van de heer Hardorff. Ik zeg
volmondig: ja. Ik geef voor de Voorjaarsnota helderheid over het proces, alleen legt hij een
interpretatie in mijn toezegging die ik nooit gegeven heb en ook nooit heb neergelegd in mijn
toezeqqinq en die ook door de andere 4 steden nooit anders is bedoeld als ik nu in de brief van 31
maart aan de raad heb gemeld. Dat is een collectieve afspraak en die houdt in dat wij de provincie
en de 5 steden pas over de 50 miljoen beslissen op het moment dat we het eens zijn geworden
over het Witboek. Dan kan iedereen zien wat er in dat Witboek van zijn of haar gading is en op
basis daarvan financiering regelen. Dat is het proces wat ik aan u heb aangegeven. Dat is et
proces wat we aangaande Culturele Hoofdstad met elkaar hebben afgesproken en wat ik u beloofd
heb destijds in de commissie dat ik u over dat proces zou informeren voor de Voorjaarsnota. Dat
heb ik gedaan vorige week in de raadscommissie Maatschappij, dat heb ik nog even bevestigd in