206 DE VOORZITTER: Mevrouw Van Mourik. MEVROUW VAN MOURIK: Op hetzelfde punt, lc, Groenfonds. We kunnen wel instemmen met het reglement maar we willen nog even onze zorgen uitspreken over de magere vulling van het Groenfonds, zeker in relatie tot de niet geringe groene ambities van het college. We vrezen dat er nu weinig van overeind blijft. DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Voorzitter, punt ie, we hebben dat vorige week besproken. We zijn akkoord met dat voorstel maar we willen het college wel oproepen om onnodig ingewikkelde huisnummering echt te voorkomen. We hebben daarover ook een schrijven gehad de afgelopen dagen. Het gaat over de Zandgouw. Het college weet waarschijnlijk voldoende waar we het dan over hebben. Dat soort situaties, waar hulpdiensten en post niet eens meer kan vinden waar ze terecht moeten, moeten we echt zien te voorkomen. Dat wil ik graag nog even meegeven. DE VOORZITTER: Anderen nog? Ik deel overigens zeer uw opvatting. Ik zal er niet op ingaan want dat wordt te gedetailleerd. Anderen nog voor stemverklaringen? Dan stemt u in met de punten a tot en met h. 2. JAARVERSLAG 2010. a. Raadsvoorstel jaarverslag 2010. b. Raadsvoorstel Resultaatbestemming 2010. c. Raadsvoorstel pre advies aan gemeenteraad t.a.v. jaarverslag 2010. DE VOORZITTER: Ik stel voor dat interrupties zijn toegestaan, 2 termijnen, moties en amendementen bij voorkeur in 2e termijn. Wie wenst het woord over het jaarverslag? Het woord is aan de heer Ernst, VVD. le termijn. DE HEER ERNST: Voorzitter, dit is de tweede jaarrekening van dit college, maar het is de eerste die gaat over de resultaten van beleid dat door deze coalitie in gang is gezet. Het betreft dus eigenlijk een eerste beoordeling van de resultaten van dit college. Het afgelopen jaar was een jaar met grote tekorten met name op het grondbeleid, veel tegenvallers en bijna geen meevallers. De VVD vindt het dan ook een prestatie van formaat dat dit college erin geslaagd is om op een positief resultaat van 875.000,- uit te komen. De tering is naar de nering gezet. Het valt ook op dat vrijwel alle doelstellingen zijn behaald en dat er aan kwaliteit niet is ingeboet. De komende jaren zal er nog meer bezuinigd moeten gaan worden en dan zal de stad er waarschijnlijk wel meer van gaan merken. Er is al veel werk verricht om de jaarrekening te analyseren en er lessen uit te trekken. Zowel de accountant, de werkgroep cyclische producten en de rekenkamer hebben adviezen en aanbevelingen gegeven. En we kunnen ons volledig aansluiten bij het pre advies. Zoals de heer Vuijk al zei: het is eigen werk. We kunnen ons ook aansluiten bij het advies van de accountant. De rekenkamer doet enkele adviezen die volgens ons toch wat politiek zijn, zoals het verwijzen naar de oorzaken van de tekorten. Daar liggen volgens mij politieke keuzes nu en in het verleden aan ten grondslag die door verschillende partijen ook verschillend zullen worden beoordeeld. Ook sluiten we ons aan bij de opmerkingen die in de commissie gedaan zijn door de Partij van de Arbeid dat de rekenkamer niet veel nieuwe constateringen doet. Het college heeft zich in grote lijnen aangesloten bij deze adviezen en aanbevelingen. En de WD waardeert dan ook deze coöperatieve instelling en zou willen dat het college samen met de werkgroep cyclische producten een tijdspad uitzet voor de uitvoering van de adviezen en de aanbevelingen. Tevens waarderen wij de transparantie die dit college betracht om een goed inzicht te geven in de jaarrekening. DE HEER VAN LUNTEREN:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 14