207
Voorzitter, mag ik een vraag stellen?
DE HEER ERNST:
Ja. O nee, ik ben wat te enthousiast.
DE VOORZITTER:
Die voorzitter vindt het goed.
Maar gaat uw gang, mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Mijnheer Ernst jubelt natuurlijk al vanaf het begin over dit college. Maar de opmerkingen van de
Rekenkamer liggen er natuurlijk niet voor niets. Ook al zijn ze politiek van aard, dan ben ik toch
wel benieuwd naar uw duiding van waar het is mis gegaan. Daar heeft u zeker een mening over. U
schuift het snel van tafel met: dat is oude politiek en dat is vergeten. Maar daar moeten toch
lessen uit getrokken worden. Welke lessen trekt u dan uit die
DE HEER ERNST:
Ik veeg niet maar ik zeg alleen dat we ons volledig aan kunnen sluiten bij de adviezen van ons zelf
en van de accountant. En natuurlijk sluiten we ons ook voor een groot deel aan bij de adviezen van
de Rekenkamer, als het gaat om het verbeteren van de leesbaarheid, eenduidigheid. En als het ook
gaat over de relatie met de maatschappelijke effecten, wat de Rekenkamer ook zegt, en ook de
accountant en ook wij zelf, ja, daar zijn we het natuurlijk gewoon mee eens.
En de oorzaak, ja ik denk dat het Grondbedrijf en de economische crisis natuurlijk een grote
oorzaak zijn en we hebben natuurlijk wel, ook in het verleden, pogingen ondernomen om te kijken
of we niet vast een buffer zouden kunnen opbouwen voor tijden die misschien gaan komen die
minder zijn. Daar zaten wij in een andere positie. Daar is ook niet veel naar geluisterd. Dus als u
dat een duiding vindt, is dat dan genoeg voor u?
DE HEER VAN LUNTEREN:
Het is iets waar we vanzelf wel op komen.
DE HEER ERNST:
Maar dan zitten we hier vanavond om 23.00 uur nog met dit punt.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder, mijnheer Ernst.
DE HEER ERNST:
Om tot het positieve resultaat te komen, is het nodig geweest om reserves af te romen. Wij
kunnen ons daar in vinden. Dan kom ik ook bij de heer Van Lunteren. Vindt de VVD alles positief
aan deze jaarrekening? Nee, laten we daar duidelijk in zijn. We hebben zorgen over de
reservepositie van de gemeente. Niet alleen de bestemmingsreserves staan onder druk, ook de
algemene reserve duikt onder het aanvaardbare niveau door het toenemen van de risico's. En dat
is een hele slechte combinatie. Voor het eerst zijn de risico's, zowel kwantitatief ais kwalitatief in
beeld gebracht. En daar zijn we als VVD heel blij mee. Het biedt namelijk een goed inzicht. Maar
dat inzicht geeft wel een somber beeld. Wij kunnen ons geen toename van risico's veroorloven. En
daarom wordt risicomanagement steeds belangrijker. Er zal een verbeteringsslag gemaakt moeten
worden om meer precies de risico's te kunnen duiden. Grondbedrijf, costen complete, en grote
opgaven blijven aandachtspunten, maar ook de bezuinigingsopgave die we net hebben besloten,
kan volgens de VVD als groot project in het rijtje van zaken die nauwgezet in de gaten gehouden
moeten worden.
Er wordt steeds meer gewezen door zowel de accountant als de Rekenkamer op het zien van de
uitgaven in relatie tot de maatschappelijke effecten. Hier ligt een grote kans voor zowel college als
de werkgroep cyclische producten. Een eis hierbij is wel dat ook de gemeenteraad smart gaat
formuleren. Het college heeft al eerder aangegeven een beknoptere begroting en een jaarrekening
op hoofdlijnen te willen presenteren. Laten we dit punt dan ook samen oppakken.
Samenvattend, een groot compliment voor het college want met veel minder middelen is er toch
geen grote afname van de kwaliteit en zijn toch alle doelstellingen behaald. Wel heeft de VVD
zorgen voor de toekomst nu we geen tegenvallers meer kunnen verwerken.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.