208
MEVROUW HAAGH:
Dank u wel, voorzitter.
Het jaarverslag en de jaarrekening. Ik splits mijn bijdrage in 2 delen, eerst de inhoud en dan de
financiën.
De inhoud. Wat is nou het beeld als je dit jaarverslag bekijkt? De heer Ernst zei het al, de meeste
activiteiten en projecten zijn uitgevoerd zoals gepland, de gewenste resultaten zijn voor een groot
deel bereikt. En dat is een compliment voor alle medewerkers die daar hard aan gewerkt hebben
en die het ook nog zo in het jaarverslag hebben weten vast te leggen. Maar is dat dan het beeld
van 2010? Was het dan zo'n eigenlijk doodgewoon jaar? Voor de Partij van de Arbeid was 2010
verre van gewoon. 2010 gaat voor ons de boeken in als het jaar waarin er in Breda echt een
andere wind is gaan waaien. En dat is geen mals verfrissend voorjaarswindje, zoals Piet Paulusma
dat kan aankondigen, maar toch wel een gure en een wat kille wind, een wind die de Bredanaar,
die het niet zo breed en makkelijk heeft, eenvoudig omver blaast. En als die Bredanaar omver valt
en steun probeert te pakken ergens aan, dan komt hij wel heel veel verantwoordelijkheidsladders
tegen in de stad. Maar ja, de kans dat hij daar af valt, is vrij groot. Dat is ook een inhoudelijk beeld
van 2010.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, even een interruptie. Want volgens mij heeft u dan een heel ander jaarverslag dan ik
want ik heb dat nergens zo kunnen lezen.
MEVROUW HAAGH:
Dat is nou net het bijzondere mijnheer Ernst. Kijk, als je een jaarverslag alleen maar schrijft alsof
het allemaal heel mooi is en alsof iedereen heel tevreden is, dan krijg je een jaarverslag waarin je
alleen ingaat op die effecten die behaald zijn op de dingen die je je voorgenomen hebt. Ik schets
even de andere kant, een andere beleving van het jaar 2010, een beleving vanuit een ander
perspectief, vanuit de Partij van de Arbeid. En dat is een andere beleving. Ik zeg: die resultaten
zijn er, die projecten zijn keurig behaald maar dit is de andere kant van het verhaal. Want er is
fors bezuinigd. En er is voor gekozen om te bezuinigen in eerste instantie op de sociale kant van
Breda. En dat doet pijn. En we zien dat mensen problemen opgestapeld krijgen op dit moment. Die
kant schets ik en dan heb je niks aan die verantwoordelijkheidsladder, helaas, hoe mooi die ook
mag klinken. De SP gaat daar straks waarschijnlijk nog een motie over indienen en die steunen wij
al vast van harte. Dat over de inhoud.
Dan naar de financiën. Financieel was 2010 een moeilijk jaar. De noodzakelijke afwaarderingen van
het Grondbedrijf maken het financiële plaatje halverwege 2010 nog slechter dan verwacht. Het is
goed dat er een jaarrekening gepresenteerd wordt die volledig gedekt is. De Partij van de Arbeid is
ook tevreden met de afspraken die we de afgelopen weken hebben gemaakt over het pre advies en
alle adviezen die gedaan zijn, ook door andere organisaties.
Maar er zijn 2 specifiek financiële punten die ik toch nog graag even wil noemen. Allereerst is dat
de voorspellende waarde van de tweede bestuursrapportage. Die was niet goed in 2010. En dat viel
ons tegen, gezien de toch wel grote woorden van de wethouder Financiën over hoe ze overal boven
op zit met allerlei financiële rapportages. Bij ons waren de gewekte verwachtingen hoger. En we
zijn blij dat het in 2011 wel beter zal worden maar daar moeten we het dan ook maar even mee
doen.
Het tweede punt is het risicomanagement en de relatie daarvan met de risicopositie. De heer Ernst
sprak er ook al even over. Er zijn stappen gemaakt maar toch is het nog uiterst schimmig voor ons
hoe het nu in ieder geval in dit jaarverslag is gekomen. In een jaar tijd zijn de risico's enorm
toegenomen. Daarbij kunnen we dat nauwelijks tot niet controleren. Als je doorvraagt, krijg je te
maken met risico inschattingen, met percentages. Maar waarom een risico op 40% of 60% wordt
ingeschat, die argumentatie kunnen wij niet vinden maar kun je ook niet beoordelen. Terwijl dat
wel, het lijkt misschien niet zo belangrijk, maar wel miljoenen scheelt voor onze stad. Dat scheelt
of je die miljoenen moet laten zitten in je algemene reserve of dat je het kunt uitgeven en
besteden aan beleid. Dus het doet er wel degelijk toe om de methodiek voor de risicobeheersing in
2011 echt wat beter aan te pakken en daar heel veel over te overleggen. Want je mag er van uit
gaan en daar gaan we ook wel van uit, dat het college niet zomaar percentages kiest, maar voor
ons is dat op dit moment onduidelijk en daarom zetten we toch wel vraagtekens bij de bedragen
die genoemd zijn.
De resultaatbestemming is ook onderdeel van de besluitvorming. Er staan een paar opmerkelijke
zaken in. Ik noem er een. Ik kan me nog herinneren dat vorig jaar de wethouder Financiën zei:
budgetoverhevelingen doen we niet meer, dat is echt niet van deze tijd. En nu worden ze zelf
voorgesteld door het college. Maar goed, zo leren we allemaal ieder jaar weer een beetje.
Voorzitter, ik ga afronden. 2010 zou er, wat mij betreft en wat de Partij van de Arbeid betreft, heel
anders uit hebben mogen zien. Maar het jaarverslag, de jaarrekening en de resultaatbestemming
kunnen we wel vaststellen in deze vorm. Over een paar weken, bij de Voorjaarsnota, komen we