212
in Breda was nog nooit zo groot en soms is het goed om daar maar zo snel mogelijk doorheen te
bijten.
Financieel bezien stond de stad voor twee opgaven. De eenmalige tekorten die opliepen tot vele
tientallen miljoenen en daarnaast de opgave van een slinkend toekomstperspectief aan de kant van
de structurele inkomsten.
Van het eerste heeft de coalitie van meet af aan gezegd: deze tekorten moeten zo snel mogelijk
afgeboekt worden. Een ingewikkelde zaak. Het college moest tot tweemaal toe met de stofkam
door alle beschikbare reserves om de benodigde miljoenen te vinden. Het college is daar ook, voor
zo goed als dat gaat, in geslaagd. Chapeau daarvoor. En om niet op een al te fors tekort af te
stevenen, heeft het college in de zomer alle lopende uitgaven nog eens bezien en, waar enigszins
mogelijk, terug geschroefd of gestopt. Dat is ook gelukt. Dus wederom chapeau! De
kerstbomendiscussie staat nog vers in ons geheugen.
De structurele besparingen vragen wat meer tijd. En dat is niet alleen omdat het college de
opgelegde taakstelling zorgvuldig moet invoeren maar ook omdat de 10 miljoen van die gekozen
besparingsvoorstellen ingevuld moest worden door de raad in die raadsbrede of zelfs stadsbrede
takendiscussie. Het resultaat, een breed opgezet gesprek met de stad, met wisselend succes.
Enerzijds was er begrip voor de financiële situatie van de gemeente en de immense financiële
opgave, anderzijds leidde het gesprek niet direct tot een concreet pakket aan maatregelen, wel
denkrichtingen. De verantwoordelijkheidsladder werd omarmd, meer samenwerken, verkokering
doorbreken, het waren mantra's die elke avond van de takendiscussie weer terug kwamen en
mantra's die ook passen bij de vrijzinnige idealen van GroenLinks. Bewoners waar bewoners
kunnen, gemeente waar gemeente niet gemist kan worden, als ondersteuner, als aanjager, als
facilitator maar niet altijd noodzakelijkerwijs ook als uitvoerder.
Het afgelopen jaar was ook politiek turbulent. Moeilijke en soms heftige politieke discussies over de
kwaliteit en de hoogte van de voorzieningen rond het armoedebeleid. Een herdefiniëring van wat
nu eigenlijk sociaal is. Wat GroenLinks betreft, mag stapeling van armoedemaatregelen in beginsel
nooit leiden tot een hoger netto besteedbaar inkomen dan dat van iemand met een volledige baan.
Voorzieningen voor eenpersoonshuishoudens moesten in verhouding staan tot
meerpersoonshuishoudens. De gemaakte keuzes passen ook in die denklijn. Maar het meest
belangrijke blijft werk. Werk is de beste garantie voor economische zelfstandigheid en voor
ontplooiing en ontwikkeling. Het belang van re-integratie is enorm. Dat wordt ook onderschreven
door deze raad die daar een eigen werkgroep voor in het leven heeft geroepen. Op andere
voorzieningen is het college overgestapt van collectieve patronen naar meer maatwerk. Die keuze
ondersteunen we. Maar wel willen we de consequenties ook kunnen controleren. Maatwerk kan
leiden tot differentiatie in de aanbieding van voorzieningen. Kan, inderdaad, dat is precies de
bedoeling. Maar het kan ook leiden tot onbillijke willekeur. En daar moeten we voor waken.
Voorzitter, de immense opgave leidt ook tot onrust, met name op het stadskantoor waar in de
bedrijfsvoering ook een flinke besparingsslag gemaakt moet worden. Enerzijds vraagt GroenLinks
van het college een heldere visie op de overheid van de 21e eeuw, de tijd van grote overheid is wat
ons betreft voorbij. De gemeente wordt meer en meer partner, soms regisseur en soms entameur
van het proces van cocreatie. De visie op de rol van overheid is bepalend voor de invulling van de
taakstelling in de bedrijfsvoering. Aan de wethouder de uitdaging om dit proces zorgvuldig vorm te
geven, maar anderzijds is ook haast geboden. Er moet zorgvuldig omgesprongen worden met de
kennis binnen het ambtelijk apparaat en wanneer de huidige vacaturestop leidt tot onevenredige
capaciteitsafname bij bepaalde afdelingen, moet via een interne herverdeling van de ambtelijke
capaciteit de betreffende afdeling ook weer terug op het juiste niveau gebracht worden. Dat is
misschien al wel de gaande praktijk maar we zien dat dat tijd kost en dat daar een frictieprobleem
is. Graag een antwoord van de wethouder. En als het gaat om die interne herverdeling, weet ik niet
of ze bij Communicatie nog verstand hebben van Ruimtelijke Ordening. Maar volgens mij zijn dat
de richtingen waarover gedacht moet worden.
Voorzitter, afsluitend, een moeilijk jaar met moeilijke keuzes en een financieel mager resultaat,
maar ook een jaar waarin veel werk is verzet door het college. We stemmen in met de
jaarrekening, de resultaatbestemming en vragen nadrukkelijk aandacht voor de aanbevelingen in
het pre advies. En tot slot wensen we het college en met name de wethouder Financiën heel veel
succes in het komende jaar.
DE VOORZITTER:
Dank u.
Mijnheer Van Lunteren, SP.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dank u wel, voorzitter.
Ik ga proberen het zonder hoesten te volbrengen. Excuses als dat af en toe toch gebeurt. Het
jaarverslag is een rare natuurlijk. De begroting is weer opgesteld door een vorig college, niet