218 Bezuinigen is niet leuk maar wel noodzakelijk en indammen daarop, daarover verschillen de meningen nou eenmaal want anders zouden we geen 9 partijen hebben maar een grote stadspartij. Die verschillen worden nog duidelijker in de Voorjaarsnota 2011 die we volgende maand gaan bespreken. Want waar lagen en liggen je prioriteiten. Leefbaar Breda bezuinigt liever op stenen dan op mensen. Dat sommige projecten, zoals de ontwikkeling aan de Claudius Prinsenlaan vertraging oplopen, dat is niet anders. Maar bezuinigingen op sociale voorzieningen doen ons zeer. En dan lazen we deze week in de krant dat het kabinet ook nog eens flink wil gaan snijden in het persoonsgebonden budget. Leuker kunnen we het niet maken. En de voedselbanken liggen ook al vol met komkommers. Het ligt voor de hand dat wij de motie van de SP, het is voldoende, ondersteunen. DE VOORZITTER: Nog andere leden? Dan stel ik voor dat de wethouder de ruimte krijgt om toch deze le termijn te beantwoorden. Ik wil toch trachten om te kijken of we dit in een verantwoord moment kunnen bespreken. Anders gaan we na de pauze door. Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER BOELEMA: Dank u wel, voorzitter. Er zijn geen concrete vragen gesteld aan het college. Maar ik zou wel graag nog een eigen korte beschouwing geven op de bijdragen die ik tot nu toe gehoord heb. Eigenlijk laat het zich heel erg vertalen, deze jaarrekening, in het woordje financieel realisme. Natuurlijk doet het pijn om te moeten bezuinigen omdat je geconfronteerd wordt met een economische crisis waarvan de oorzaken met name in de tekorten van het Grondbedrijf zitten. Dat is niet leuk, dat is ook geen leuke boodschap en het doet ons ook absoluut geen plezier als college om daar dagelijks mee de boer op te gaan. Maar het is wel realistisch en het is wel nodig want de wetgever staat ons niet toe dat wij met een tekort aan het einde van het jaar blijven zitten. En dat betekent dat dit college in juli 2010 op een rijtje had gezet op welke manier wij zouden eindigen op 31 december 2010. En dat bleek met een tekort van min 25 miljoen. Dat betekent dat wij in oktober al, - en gelukkig heeft u daar in ruime meerderheid mee ingestemd -, al noodmaatregelen getroffen hebben om dat tekort met elkaar terug te dringen. Als je kijkt op welk tekort we dan nu uitkomen, is dat nog steeds te veel maar is dat in ieder geval iets wat gezien de situatie acceptabel is en waarvan we ook met de resultaatbestemming hebben gemeend een evenwichtige mix te kunnen vinden tussen de dingen die we dan niet meer doen. En dat is wel van belang om dat nog wel even met elkaar te bespreken want we halen ook wel eens de zaken door elkaar. Dit zijn continu incidentele tekorten. Als je kijkt op onze exploitatie, hebben we voor het jaar 2010 de bezuinigingstaakstellingen gewoon gehaald. Als je kijkt voor het jaar 2011, lopen we daar mee op schema en onze bestuursrapportages zeggen dat ook continu. Dus daarin zit de voorspellende waarde nog steeds op een goede manier. En dat moeten we ook zo houden. Daar moeten we ook enorm ons best voor doen en daar dringt u bij ons ook op aan met al uw adviezen die wij ook van harte overnemen. En ik neem ook graag uw uitnodiging aan om samen met de commissie of met de werkgroep cyclische producten nog eens nadrukkelijk te kijken naar: hoe gaan we dat nou in de begroting 2012 op een andere manier doen dan de begroting 2011 en de begroting 2010 waarop dit dikke jaarverslag gebaseerd is. Dus ik zie graag een mailtje wanneer ik met u daarover van gedachten kan wisselen. Dat financieel realisme vertaalt zich ook in de manier waarop wij omgaan met risicomanagement. Natuurlijk is het niet leuk om te benoemen dat je op dit moment eigenlijk een negatieve algemene reserve hebt. Dat is niet leuk maar het is wel nodig want het is realistisch. Je moet die risico's in beeld hebben want ook dan kunt u ons daarop bevragen wat wij er aan doen om die risico's proberen te verkleinen in de toekomst. Dat is uiteindelijk waarom we in de Voorjaarsnota, - ik heb u dat vorige week ook al gezegd -, waarom we in de Voorjaarsnota 2011 gaan proberen inzage te bieden om te kijken de risico's het hoofd te bieden. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik daar een vraag over stellen? Het CDA roept net: we zijn nog ver af van een artikel 12 gemeente en ToN hoopt dat ook. Maar u zegt nu ook: we hebben een negatieve risico reserve. Er hoeft maar ergens een steen uit de pui te vallen en we zijn wel failliet, om het maar even zo te noemen. WETHOUDER BOELEMA: U was er vorige week niet door omstandigheden. Toen heb ik uitgebreid stil gestaan bij het verhaal over artikel 12 gemeente of niet. Want toen werd het door een aantal van u ook gevraagd en ik denk dat het terecht is dat u die vraag stelt. Ik heb u toen verteld in de commissie Bestuur dat dat niet aan de orde is, absoluut niet. Als je kijkt naar de financiële situatie, dan is die zorgelijk maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 26