229 MEVROUW VAN BEEK: Voorzitter, zou ik daar een vraag over mogen stellen? DE VOORZITTER: Gaat uw gang. MEVROUW VAN BEEK: Maar voor zover het fietsenstallingen binnen de OV terminal betreft, voldoet dit bestemmingsplan? Of moeten we het dan weer opnieuw gaan veranderen? Dat is eigenlijk de vraag. WETHOUDER WILLEMS: Nee. MEVROUW VAN BEEK: U weet nog niet waar ze zullen... WETHOUDER WILLEMS: Ik probeerde juist te zeggen: als het binnen het huidige bestemmingsplan van de OV terminal kan, en je kunt daar extra stallingruimte vinden binnen dat gebouw, dan is dat geen probleem want die ruimte zit er wel in het bestemmingsplan. Als je daar buiten in de openbare ruimte wat wil, dan hangt het er van af waar en wat en hoe groot je iets wil maken. Daar kan ik nog niks over zeggen want we zijn nog aan het onderzoeken wat er dan precies mogelijk is en ook welke plek daar dan voor geschikt is. Dus het kan best zijn dat we binnen de terminal de oplossing kunnen vinden, het kan ook zijn dat dat niet lukt. Dat zou even vooruit lopen zijn op het onderzoek wat nu loopt. Maar we zijn daar samen mee gestart. We moesten beginnen met vast te stellen om hoeveel extra plekken het zou gaan. En vervolgens hoe we dat moeten doen en bewaakt of onbewaakt. Daar zit ook een verschil in beheer in. Dus ik denk dat ik alleen maar kan toezeggen dat ik u op dat punt adequaat zal informeren op het moment dat we daar meer over weten. Maar het heeft in ieder geval geen effect op het bestemmingsplan. En het is nog te vroeg om te zeggen of het op de openbare ruimte effect heeft. MEVROUW VAN BEEK: Voorzitter, zou ik daar nog een vraag over mogen stellen? MEVROUW VAN BEEK: In de oorspronkelijke plannen werd genoemd dat aan de zuidzijde ongeveer 600 fietsenstallingen voorzien waren en in de cijfers bleek dat dat er wel 6000 waren. Dat is dus wel 10 keer zoveel. De vraag is dus: met welke cijfers rekent u? Is dat alleen met de actie die u heeft gehouden met de weesfietsen, die wij zeer op prijs hebben gesteld overigens, of heeft u ook daarbij gekeken naar de toekomst omdat bijvoorbeeld ook de mensen die in die kantoren zullen gaan werken, misschien ook wel op de fiets naar het station zullen rijden en hetzelfde geldt voor de detailhandel die zich daar zal vestigen. Hoe zijn die ramingen? En we zien graag de informatie te zijner tijd tegemoet. WETHOUDER WILLEMS: Dan zou ik me toch laten verleiden om daar iets over te zeggen. Dat kan ik op dit moment niet doen omdat we daar druk mee aan het rekenen zijn, ook om een goede prognose voor de toekomst te geven. En je moet dan kijken wat je aan de noordzijde kwijt kunt en aan de zuidzijde van het station. Dus die getallen houd ik nog even in ons beraad, voordat we daar helemaal uit zijn, kan ik u wel laten weten op het moment dat wij daar conclusies over getrokken hebben. Maar het gaat niet om een verhouding 1 op 10, absoluut niet. Dan moetje denken aan situaties zoals in Amsterdam. Maar dat er te weinig zijn zoals ze nu geprognosticeerd zijn, daar zijn we inmiddels wel achter. Maar dan hangt het inderdaad af van schattingen over de toekomst, hoeveel plaatsen je dan uiteindelijk wilt realiseren, kun je met dubbele stallingen werken of met enkele. Nou ja, dat zijn vragen die je dan verder moet oplossen. Voorzitter, ik dacht dat ik de vragen daar wel mee beantwoord heb. Dus nogmaals, geen behoefte aan het amendement maar er vloeit ook geen bloed uit als u dat in de toelichting wilt laten staan, maar wel met de beperkingen en de restricties zoals ik u die heb geschetst. 2e termijn. DE VOORZITTER: Wie voor een 2e termijn? Mijnheer Scheltens. Het woord is aan mijnheer Scheltens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 37