232 willen halen, - en dat zal niet vreemd zijn betreft de openingstijden. Verruiming van de openingstijden van de bibliotheek en de zondagsopenstelling moeten volgens D66 onderdeel vormen wat betreft de uitwerking van de nieuwe stichting. En conform ook het uitgangspunt in het coalitieakkoord gaan we er van uit dat we in het aangepaste beleidsplan van de bibliotheek voorstellen voor verruiming mogen aantreffen. Ook dit past, wat D66 betreft, goed in het cultureel ondernemerschap van de nieuw te vormen stichting. Tot slot: D66 vindt het van doorslaggevend belang dat er voortvarend maar ook zorgvuldig werk wordt gemaakt van de verzelfstandiging. Daarom, met een schriftelijke toezegging van de wethouder betreffende informatievoorziening, kunnen wij vooralsnog instemmen. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mijnheer Ügerler, CDA. DE HEER ÜgERLER: Voorzitter, voor de CDA fractie geldt bij de verzelfstandiging van de Nieuwe Veste en de bieb het volgende. Het wordt een zelfstandig instituut wat je goed kunt monitoren, zowel kwalitatief als kwantitatief. Daarnaast is er dan ook nog de mogelijkheid om zelf nog inkomsten te genereren. Helaas is het nog niet goed duidelijk wat de Nieuwe Veste en de bieb samen voor strategische plannen hebben. Maar dat komt later, heb ik begrepen. Wij willen als CDA fractie graag terug zien in de plannen dat de bieb niet alleen maar boeken verhuurt maar meer emancipatie en samenkomen ondersteunt, digitaal de weg opent enzovoorts. We willen nog graag horen hoe de bieb locaties gaat waarderen zodat aan onze voorwaarde wordt voldaan. En hoe gaan wij voor iedereen de dienstverlening toegankelijk houden? Internet is niet alles. Samenvattend, zijn we voorzichtig positief. Wij gaan akkoord maar houden de vinger aan de pols, daar waar belangrijke zaken voor de samenleving gewaarborgd blijven. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer. De heer Van der Horst, VVD. DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel, voorzitter. De VVD kan instemmen met het haalbaarheidsonderzoek Nieuwe Veste en Bibliotheek. Punten van zorg hebben wij wel. Het schrijven van wethouder Willems van 24 mei geeft wel wat extra duidelijkheid. Gevraagd wordt door de wethouder of er nog bedenkingen zijn en deze zullen dan zoals gemeld, uitdrukkelijk worden meegenomen. Het uitgewerkte principe akkoord wat dan nog nader uitgewerkt zou worden, zien wij graag terug in de commissie Maatschappij. De VVD ziet deze toezegging graag gedaan door de wethouder. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Hardorff, Partij van de Arbeid. DE HEER HARDORFF: Dank u wel, voorzitter. Volgens mij hoeven we de commissie niet over te doen en ook een aantal argumenten die al zijn ingebracht. Laat duidelijk zijn: de Partij van de Arbeid is niet tegen verzelfstandiging. Ook de Partij van de Arbeid ziet de kansen in van een organisatie die meer slagkracht heeft en flexibeler kan opereren in de dynamische omgeving waarin ze zich bevindt. Echter willen we wel de kanttekening gemaakt hebben dat we ook niet alle heil willen verwachten van het bewerken van de markt. We hebben het hier namelijk over een bibliotheek en een centrum voor amateurkunstbeoefening en dat is wat anders dan een logo wat je op de grote zaal van het Chassé kunt plakken. Dus ik denk dat we ook realistisch moeten zijn, ondanks dat we natuurlijk de ambitie om geld uit de markt te halen absoluut willen onderschrijven. Als je dan verzelfstandigt, moetje het wel goed doen. Je moet vooral de nieuwe verzelfstandigde organisatie niet opzadelen met een financieel probleem, je moet vooral geen onrust creëren bij personeel over mogelijke toekomstige arbeidsvoorwaarden. En laat er vooral geen onduidelijkheid zijn over met welke opdracht deze instelling nu precies op pad wordt gestuurd. Zorgvuldigheid is dus gepast, juist op het moment van het principebesluit en een hoop zaken nog niet duidelijk zijn. Dat bleek ook wel tijdens de behandeling in de commissie. De wethouder heeft daarop gereageerd met een brief. Wat ons betreft, zijn die toezeggingen in de formuleringen net iets te zacht. Hij schrijft namelijk: over al deze stappen zal het college de raad nauwlettend informeren en waar nodig betrekken. Maar dat is dan uiteraard naar het inzicht van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 40