237 MEVROUW VAN DER SANDEN: U bent degene die het amendement indient namens de twee andere fracties. Wij vinden de toezegging van de wethouder voldoende op uw vragen. Maar het is aan u natuurlijk om te beslissen of u wel of niet stand houdt, wat uw amendement betreft. Toch? DE VOORZITTER: Goed, dat is gewisseld. Dan geef ik het woord aan mijnheer Van der Horst, WD. DE HEER VAN DER HORST: Het systeem werkt weer zelfstandig, begrijp ik. Heel kort. Wij steunen het dictum. Met de overwegingen zijn we het niet met alle eens. Daar kan ik het bij houden. DE VOORZITTER: Dan mijnheer Akinci, GroenLinks. DE HEER AKINCI: Voorzitter, eigenlijk blijft na de wisseling met mevrouw Van der Sanden alleen het punt van het amendement nog over. Ja, nogmaals, ik heb het idee dat de wethouder eigenlijk tegemoet komt aan de wensen. Ik had zojuist ook al even twijfel uitesproken: moet het inderdaad via een amendement? Maar soit, volgens mij is er bestuursrechtelijk ook helemaal niks tegen om het per amendement te doen. Prima dus, wij steunen het. DE VOORZITTER: Mijnheer Hardorff, Partij van de Arbeid. DE HEER HARDORFF: Dank u wel voorzitter. Ik blijf ook zitten. Wat volgens mij geïllustreerd werd door de discussie tussen mevrouw Van der Sanden en de heer Akinci is dat er blijkbaar nogal wat lucht zit tussen de wijze waarop je de informatie kunt interpreteren. Want ik moet eerlijk zeggen dat ik het zelf best wel moeilijk vind om op basis van de informatie zoals we die hebben, het dan wel met mevrouw Van der Sanden of de heer Akinci eens te zijn. Dat onderschrijft volgens mij alleen maar de behoefte die we als raad en als raadscommissie hebben, om meer helderheid te hebben. Iets wat bij ons als Partij van de Arbeid nog wel speelt is toch, ik zal maar het woord gegoochel gebruiken, met de 1,3 en de 1,7 miljoen en de rol van het Shared Service Centre. Hoe zit het nu precies? Waar blijft nu geld achter? En wie heeft daar profijt van? Laat dat dan vooral uitgewerkt worden in een richting van oktober. En u bent allemaal getuige geweest van de discussie die ik eerder deze avond met de wethouder had over zijn toezeggingen en de interpretatie daarvan. Dan kies ik er toch voor om onze eigen formulering van het amendement vast te houden, dan weten we zeker dat we het met onszelf eens zijn. DE VOORZITTER: Andere leden nog van uw raad? Dan is het woord aan wethouder Willems. WETHOUDER WILLEMS: Ja, het is wel goed dat de raad dat weet, dat ze het met zichzelf eens is. Maar volgens mij is mijn toezegging toch spijkerhard. Alleen hebt u soms een andere interpretatie van toezeggingen van mij. Daar gaat dan dus de discussie om en niet of ik een toezegging gedaan heb. En die heb ik zelfs nog op papier gezet. Maar u zult hem later wel weer anders uitleggen want u wilt vast wel meer informatie dan u dan krijgt. Dus dat is dan natuurlijk wel een meningsverschil wat je dan blijft houden. Voorzitter, de vraag van mevrouw Van der Sanden is beantwoord in de stukken. Het gaat alleen om nieuw personeel. Ik zou zeggen: het staat er expliciet in. Nieuw personeel gaat over naar de nieuwe CAO, oud personeel blijft in een B3 organisatie zitten. Dus ambtelijke status, ook qua pensioen. Voorzitter, ter interruptie. Daarom vroeg ik het inderdaad nog een keer nadrukkelijk. U deed het net voorkómen alsof het personeel allemaal over ging naar een nieuwe CAO. Dus vandaar dat ik het nog een keer vroeg in mijn 2e termijn. WETHOUDER WILLEMS:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 45